Previous - Toekomst

Openbaring

Alle ogen zullen Hem zien

Sinds 2022 is onze visie op de profetieën in Openbaring op een 13-tal punten gewijzigd. In veel daarvan speelt de laatste 'jaarweek' van Daniel een rol, dat zijn de laatste 7 jaren voor de terugkeer van de Heer, waarin 'een verbond' voor 'velen' zou worden 'verzwaard'.

 

1. Het beest van Openbaring 13 is NIET een algemene benaming voor 'het Westen' dat tot de laatste halve jaarweek van Daniel beheerst zou worden door de Rooms Katholieke kerk. Het beest is de VS van Amerika, de laatste erfgenaam der wereldrijken, in het bijzonder het vierde, Romeinse rijk. Het is verrezen als elfde horen tussen de tien horens van de Europese natiën, die voortkwamen uit Rome. Daarna heeft de VS de drie machtigste Europese staten overvleugeld en van Europa een serie vazalstaten gemaakt.

2. De tien horens van het vierde dier, het vierde wereldrijk, Rome, zijn NIET de laatste fase van de wereldrijken maar zijn slechts onderdeel daarvan, namelijk als vazalstaten van 'het beest', de elfde hoorn die uit hen is voortgekomen, de VS van Amerika.

3. De Rooms Katholieke kerk verliest haar macht NIET pas op de helft van de laatste jaarweek. De RK kerk heeft haar macht verloren aan het eind van de 18e eeuw, in de eerste decennia van de opkomst van 'het beest', de VS, dat op de achtergrond een rol heeft gespeeld in de Franse Revolutie en de Napoleontische oorlogen, die een einde maakten aan de macht van de kerk.

4. Het opkomen van het beest uit de zee, waarbij het van de draak diens macht, diens troon en groot gezag ontvangt, waarna een van de zeven koppen tot de dood wordt gewond en wordt genezen en de gehele aarde het beest met grote bewondering volgt, vindt niet pas plaats in de laatste jaarweek van Daniel maar beschrijft de historische ontwikkeling van de VS vanaf 1776.

5. De opname van de gemeente vindt NIET plaats voorafgaand aan de laatste jaarweek maar ergens ver in de eerste helft ervan.

6. De duivel wordt NIET ter aarde geworpen halverwege de laatste jaarweek maar voorafgaand aan de laatste jaarweek.

7. De opening van de zegels 2-7 en het blazen van de bazuinen 1-4 vindt NIET plaats in de eerste helft maar in de laatste helft van Daniel's laatste jaarweek. Alleen het openen van zegel 1 vindt plaats aan het eind van de eerste helft.

8. De 'gruwel van de verwoesting' vindt NIET plaats tegelijk met het blazen van de vijfde bazuin maar tegelijk met het openen van het tweede zegel en het uitgaan van het rode paard.

9. De grootschalige aanval van 'de koning van het Noorden' op Israel vindt NIET pas plaats aan het eind van de laatste jaarweek van Daniel maar halverwege de laatste jaarweek, tegelijk met 'de gruwel van verwoesting' en de opening van het tweede zegel, 'het rode paard'.

10. Het volk Israel zal Hem aanschouwen die zij doorstoken hebben en een rouwklacht over Hem aanheffen NIET aan het eind maar voor halverwege Daniels laatste jaarweek. Dit valt samen met de opening van het eerste zegel en het uitgaan van het witte paard.

11. Het volk Israel uit het vorige punt is NIET het rijk der zionisten maar het zijn de tot de dood toe vervolgde Palestijnen, die in een veel directere relatie staan tot het oude Israel dan de zogenaamde Europese Joden.

12. De zware aanval van de draak op de vrouw, de nazaten van het oude Israel, de Palestijnen, van Openbaring 12:13 vindt NIET pas plaats in de laatste helft van Daniels laatste jaarweek maar start aan het begin van Daniels laatste jaarweek, overeenkomstig Daniel 9:27, waar we lezen: 'Hij (de erfgenaam van Rome = de VS) zal het verbond (=de Balfour declaration = de overdracht van het land aan vreemden) voor velen (=de Palestijnen) zwaar maken (=genocide) een week lang (= 7 jaar).

13. De gruwel van de verwoesting zal NIET plaatsvinden in een herbouwde Joodse tempel maar in een Moskee, waarmee de toorn van het gehele Midden Oosten over Israel wordt afgeroepen. Daarom is het ook 'de gruwel der VERWOESTING'.

 

 

Openbaring 6.

De zeven zegels

De zeven zegels worden één voor één geopend door het Lam. Het openen van het eerste zegel en de acties van de eerste Apocalyptische ruiter roept verzet op in de vorm van de 3 Apocalyptische ruiters die volgen.

 

*** Kort voor de helft van de laatste jaarweek - ca 4 jaar voor het einde ***

(1) Het witte paard: de bekering en redding van Gods volk in het 'heilige land', dat met totale uitroeiing wordt bedreigd. 

 

*** Op de helft van de laatste jaarweek  - 3,5 jaar voor het einde ***

(2) Het rode paard: wereldwijde onlusten op alle niveaus vanwege alle tegenstellingen in de samenleving en conflicten tussen wereldmachten. De wereldoorlog wordt uitgelokt door 'de gruwel die verwoesting brengt', die halverwege de laatste jaarweek van 7 jaar zou plaatsvinden. Wij plaatsen daarom het tweede zegel en de komst van het rode paard op 3,5 jaar voor de terugkeer van de Heer.

(3) Het zwarte paard: honger vanwege verwoesting van voedselketens door oorlog maar ook kunstmatig

(4) Het vale paard: een kwart van de bevolking wordt bedreigd door de dood wegens het zwaard (overheidsoptreden – guillotines, zie zegel 5 en Op. 20:4), de honger, ziekten en wilde dieren.

(5) Bij het openen van het vijfde zegel wordt zichtbaar hoe wordt omgegaan met dissidenten: ze worden gedood.

 

De eerste aardbeving

(6) Bij het openen van het zesde zegel, vindt een enorme wereldwijde aardbeving plaats. Dat laat zien Wie er de baas is en de wereldorde vlucht in holen en rotsen van de bergen. Deze grote aardbeving geeft aan alle dissidenten en critici van de wereldorde de mogelijkheid om eraan te ontsnappen. Dit is wat Jezus bedoelde met 'het verkorten van die dagen' omdat anders 'geen vlees behouden zou worden' (Matth.24:21)

(7) Het openen van het zevende zegel vindt plaats in Openbaring 8 en is aanleiding tot de zeven bazuinen.

 

Openbaring 7

De 144.000 uit Israël

Voordat er nog meer vernietiging vanuit de hemel komt, worden in Openbaring 7 eerst 144.000 Israëlieten - wij denken grotendeels Palestijnen -  12.000 uit elke stam, verzegeld voor een belangrijke wereldwijde missie. Zij zullen tot aan het einde toe als evangelisten de aarde rondtrekken en velen tot Jezus leiden, de komende Koning der koningen en Here der heren. Het is ‘het evangelie van het koninkrijk’, waar Jezus op doelt in Mattheus 24:14.

 

De ontelbaar grote menigte uit alle natiën

De ontelbaar grote menigte uit alle natiën, geslachten, volken en talen wordt ná de grote verdrukking gezien vóór de troon met palmtakken in hun handen. Zij komen uit de grote verdrukking, zijn door God bewaard door alle ellende heen en gaan als overlevenden het vrederijk binnen. Het tafereel van de grote menigte is het eerste moment waarop de chronologie wordt doorbroken. Dat gebeurt hier door een sprong voorwaarts in de tijd. Aan het begin van Openbaring 8 zijn we weer terug op het punt waar het verhaal vóór de sprong was gebleven.

Deze sprong in de tijd blijkt hier uit het korte gesprek tussen Johannes en één van de oudsten, die hem vraagt naar de grote menigte. In de uitleg van de oudste wordt overgeschakeld op een andere werkwoordtijd. De gebruikelijke werkwoordtijd in Openbaring is de verleden tijd. De toekomst staat bij God net zozeer vast als het verleden. Maar bij beschrijving van de ontelbaar grote menigte wordt overgestapt op de tegenwoordige tijd (Op.7:14,15) en de toekomstige tijd (Op.7:15-17). We zien dit telkens in Openbaring. Een gesprek met iemand of een verandering in werkwoordtijd betekent een doorbreking van de chronologie. Een gedeelte dat eveneens op de grote menigte betrekking heeft is het oordeel voor de troon in Mattheus 25, waarbij de grote menigte wordt voorgesteld als de schapen.

 

Openbaring 8

De tweede aardbeving

Een tweede aardbeving volgt op taferelen in de hemel rond het gouden reukofferaltaar. De engel voor het altaar (Jezus, de hogepriester), voegt reukwerk toe aan gebeden van heiligen om er kracht aan te verlenen – nodig voor degenen die op aarde aan het systeem zijn ontsnapt en die de rest van de tijd van verdrukking bewaard moeten blijven, zeker ook gezien de rampen die vanwege de eerste vier bazuinen over de aarde zullen komen.

 

De zeven bazuinen

De zeven bazuinen, die één voor één worden geblazen door zeven engelen. De eerste vier betekenen zware verwoestingen op aarde door vurige voorwerpen uit de hemel.

(1) Een derde van de bomen en al het gras verbrandt.

(2) Een derde van de zee, de vissen en van de schepen vergaat

(3) Een derde van de waterbronnen wordt bitter en

(4) Een derde van het licht van de hemellichamen wordt verduisterd.

Dit is een logische volgorde in het geval de aarde getroffen wordt door een meteoriet/komeet of cluster van meteorieten/kometen.

 

Openbaring 9

*** Start laatste 1,5 jaar ***

(5) De vijfde bazuin is het signaal bij het vallen van ‘een ster’ uit de hemel op aarde, die vervolgens de sleutel krijgt tot de put van de afgrond. Mogelijk is dit de verblijfplaats van engelen die zich vóór de zondvloed met de mensheid vermengden, wat aanleiding gaf tot mensen met bovennatuurlijke vermogens (nephilim - Genesis 6:1-6). Deze demonische machten komen vrij om zich opnieuw aan de mensheid te binden. Dat gebeurt door middel van ‘sprinkhanen’, de agenten van ‘het beest uit de afgrond’.

Dit is het moment van zijn opstijgen uit de afgrond (Op.11:7, 17:8). Hij wordt hier ‘de engel van de afgrond’ genoemd met als naam: Abaddon (verderf) of Apollyon (verderver). Hij is ‘de zoon van het verderf’ van 2 Thess.2:3. Hij is dezelfde als degene die de gruwel op zal richten die verwoesting brengt aan het begin van de 3,5 jaar eindtijd en als berijder van het rode paard een wereldoorlog zal uitlokken om wereldwijde controle te behouden.

Bij het blazen van bazuin 5 begint de laatste 1,5 jaar (5 maanden + 13 maanden, Openbaring 9:10,15) van de 3,5 jaar lange 'grote verdrukking’. De ster die bij bazuin 5 uit de hemel is gevallen, is de draak van Openbaring 12 (vgl. Jesaja 14:12), die – na een oorlog in de hemel, overeenkomend met de eerste vier bazuinen – door Michaël en zijn engelen uit de hemel was geworpen.

 

(6) De zesde bazuin betekent het losmaken van ‘de vier engelen, die gebonden zijn bij de rivier de Eufraat’. Dat zijn de vier vorsten van de vier wereldrijken, die ten onder gingen: Babel, Perzië, Griekenland en Rome. Dit maakt de slagkracht vrij van alle militaire macht op aarde, waarmee vervolgens alle weerstand tegen het wereldwijde regime van het beest wordt neergeslagen. Het is: óf je laat je koppelen aan het systeem (schade middels ‘staarten’ van ‘paarden’) óf je wordt verbrand (dood door de ‘monden’ van ‘paarden’). Het gaat hier niet om oorlogvoering tussen legers. De wereldoorlog is al voorbij en werd symbolisch weergegeven in 'het rode paard' van het tweede zegel. Het wereldrijk werd toen gevormd. De duivel is niet tegen zichzelf verdeeld. Het wereldrijk is echter bezig zich te herstellen van de schade van Gods oordelen (zegel 6, eerste 4 bazuinen) en alles onder controle te krijgen. Het gaat om oorlogsvoering tussen legers en burgers, die weigeren zich aan het systeem te onderwerpen. Dit zal circa 13 maanden duren (Openbaring 9:15). Eén op de drie burgers wordt gedood maar zij worden verderop, in Openbaring 15, gezien als overwinnaars, staande op ‘de glazen zee met vuur gemengd (duidend op hun overwinning over de het beest en zijn beeld en het getal van zijn naam). De Geest zegt over hen dat zij ‘gelukkig’ zullen zijn (Op.14:13).

 

Openbaring 10

De sterke engel

Aan het einde van de verschrikkingen van de zesde bazuin, daalt 'een sterke engel neer'. Het is Jezus. Dat blijkt uit (1) zijn verschijning (gezicht als de zon, uit Op.1:16, regenboog rond de troon, uit Op.4:3 en wolken, uit Op.1:7) en (2) zijn stem (brult als een leeuw, Jes.31:4) en (3) Het antwoord van de donderslagen (Jh.12:28,29). Jezus wordt als engel uit de hemel tegenover de engel van de afgrond gesteld van de vijfde bazuin (Op.9:11). De Brenger van leven tegenover de brenger van verderf en dood. Dit is een belangrijk moment van het ‘verkorten’ van die dagen (Mt.24:22 – letterlijk staat er ‘verminken’). Dat dit tegen het einde van de grote verdrukking is, blijkt uit de roep van de engel dat er geen 'tijd' meer zal zijn (een 'tijd' is een jaar, zoals in 'tijd, tijden en een halve tijd').

 

De zeven donderslagen

Op de luide stem van de engel volgen zeven donderslagen, die Johannes niet mag opschrijven. Ze moeten geheim blijven. Het zijn verborgen boodschappen van God voor de heiligen die op dat moment nog wereldwijd op de vlucht zijn. Zij zullen deze donderslagen waarschijnlijk horen en hun betekenis begrijpen en de aanwijzingen volgen.

 

Openbaring 11

De vertreding van de voorhof en de heilige stad

*** Terug naar de start van de laatste 3,5 jaar ***

Dit is het tweede moment in Openbaring waarop de chronologie wordt doorbroken. Het eerste moment was de grote menigte uit alle volken. En vervolgens hier, bij 'de tempel'. En zo volgen nog enkele keren. Dat we hier opnieuw te maken hebben met een discontinuïteit blijkt uit het volgende (1) Er is weer een gesprek, dit keer op last van de ‘gids-engel’ van Op.1:1, 10, met de ‘sterke engel’ (Op.10:8-11) (2) Johannes ontvangt de opdracht ‘U moet opnieuw profeteren – opnieuw, deels over dezelfde tijd, waarbij het politieke aspect sterker op de voorgrond zal treden – volken, naties, talen en vele koningen. (3) Er vindt vindt in Op.11:1 een verandering van werkwoordtijd plaats. Het gaat van de (gebruikelijke) verleden tijd naar de tegenwoordige en vervolgens naar de toekomstige tijd.

 

Het startpunt van Openbaring 11 blijkt zeer duidelijk uit de context. Het zijn de 42 maanden waarin de voorhof van de tempel te Jeruzalem en de heilige stad zullen worden worden verontreinigd door ‘de naties’. Het is de tijd van de ‘grote verdrukking’, die halverwege de 7 jaren van zware verdrukking van Gods volk begint met het staken van 'offeranden', waarna 'een gruwel opgericht, die verwoesting brengt’. Een gruwel is een afgod en slaat op de antichrist, die plaats neemt in een heiligdom en beweert dat hij God is. De Heer Jezus verwijst zeer duidelijk naar dit moment van het 'ontheiligen van de heilige plaats' in zijn Olijfbergrede als 'de gruwel van verwoesting' (Mattheus 24:25). De meesten denken dat de gruwel wordt opgericht in een nog te herbouwen Joodse tempel. Wij denken dat die zal plaatsvinden een de Al-Aqsa Moskee, die sinds 2022 steeds meer het mikpunt vorm van 'settlers' waarvan enkele plaats hebben in het huidige Netanyahu kabinet. Dit komt overeen met Daniel 11:39.

 

De twee getuigen

Het optreden van de twee getuigen van God staat in direct verband met de 42 maanden van 'het vertreden van de heilige stad'. Gedurende de donkerste periode in de geschiedenis, zorgt God met zijn twee getuigen voor licht. Zij worden 'de twee kandelaars' genoemd die voor de HEERE van de gehele aarde staan (vgl. Zacharia 4:14). Dat duidt erop dat zij hun dienst vervullen in nabijheid van het heiligdom. Degenen die hen schade willen toebrengen, worden gedood met vuur uit hun mond. Zij zullen 1.260 dagen (=42 maanden) lang profeteren onder het verrichten van tekenen in de vorm van plagen: water verandert in bloed en er ontstaat grote droogte. Daarmee verbinden zij de oordelen van de vier eerste bazuinen, die in principe in korte tijd voorafgaan aan de laatste 1,5 jaar absolute heerschappij van het beest, met de plagen van de zeven schalen, die daarop volgen.

Na afloop van hun bediening zullen zij gedood worden door 'het beest dat uit de afgrond opkomt'. Zo staat het er in het Grieks. Dat betekent dat het beest er al die tijd, dat zij profeteren aanwezig is (opkomt = tegenwoordige tijd) en hen pas aan het eind van de 3,5 jaar zal doden. 

 

De derde aardbeving

Drie en een halve dag na hun dood staan de twee getuigen op en worden zij opgenomen in de hemel. Terwijl de wereld vol verbazing en ontzetting toekijkt, volt een derde, zeer zware, aardbeving, die vooral Jeruzalem treft, de stad waar de twee getuigen hebben geprofeteerd.

 

De vierde aardbeving

Dat de twee getuigen gedurende de tweede helft van de jaarweek profeteren, blijkt ook uit het directe gevolg: het blazen van de zevende bazuin. De zevende bazuin luidt het einde in van het laatste wereldrijk en van de grote verdrukking. De zevende bazuin voert tot het uitstorten van de schalen met de zeven laatste plagen, van de grimmigheid van God, die korte metten maken met het wereldrijk. Daarmee wordt alle macht overgeheveld naar het Lam, zoals de luide stem aangeeft: 'Het koninkrijk van de wereld van onze Heer en van zijn Christus is gekomen en Hij zal regeren tot in alle eeuwigheid' (Op.11:15). Eindelijk worden honderden miljoenen gebeden van de voorgaande 2000 jaar, 'Uw koninkrijk kome' (Mt.6:10), verhoord.

 

In het 'uw toorn is gekomen' kondigen de 24 oudsten vervolgens de zeven schalen met de laatste plagen aan. Het tafereel van de zevende bazuin eindigt met het zicht in de hemel, op de ark van God in zijn hemelse tempel. Dat is de zetel van waaraf God regeert sinds de verwoesting van de aardse tempel in 600 voor Christus. De aardse ark verdween toen en de heerschappij ging over van Israël op de vier opeenvolgende wereldrijken. Het tonen van deze ark in de hemelse tempel toont de situatie van de voorgaande 2.600 jaar, waaraan een einde is gekomen. De regering van God wordt door het werk van Christus weer verplaatst naar de aarde. Een vierde aardbeving, gevolgd door grote hagel, is de directe aankondiging van het oordeel over het rijk van het beest in de vorm van de laatste zeven plagen der zeven schalen.

 

Openbaring 12

De oorlog in de hemel en de verbanning van satan

*** 2,600 jaar terug in de tijd ***

Opnieuw hebben we te maken met een discontinuïteit, wat te zien is aan de stijl. Johannes stapt over op de lijdende vorm. Hij zegt in vers 1 niet 'Ik zag een groot teken' maar 'Er werd een groot teken gezien' en hij herhaalt dat in vers 3: 'Er werd een ander teken gezien...'. Met Openbaring 12 wordt de lezer eeuwen terug geplaatst in de tijd. Lang voor het begin van de laatste jaarweek, in 600 voor Christus, verloor Israël de hegemonie over de wereld aan de wereldrijken. Die kwamen telkens weer onder directe invloed van de duivel, die hier wordt voorgesteld als grote rode draak, met zeven koppen en tien horens en kronen op de zeven koppen. Die kronen laten zien dat de duivel telkens het bestuur over het wereldrijk wist over te nemen, wat leidde tot Gods oordeel over het betreffende rijk, dat vervangen werd door weer een nieuw rijk - net zolang tot zeven rijken de revue zouden hebben gepasseerd. Die rijken zijn: (1) Babylon - (2) Medië / (3) Perzië - (4) Grieks-Seleucid / (5) Grieks Ptolemaic - (6) Rome - (7) de VS. De tien horens slaan op de zevende en laatste fase van de VS. Het zijn de  tien Europese natiën die voortkwamen uit Rome en bestonden ten tijde van de opkomst van de VS. De VS heeft ze overvleugeld en overgenomen als vazalstaten. Omdat de draak wordt gezien met zeven koppen gaat het in wezen om het rijk in zijn allerlaatste vorm, de VS, dat invloed ondergaat van alle voorgaande rijken. De draak is de duivel in zijn allerhoogste staat van macht, die hij ooit bereikte.

 

Belangrijker dan de draak is de vrouw, die als eerste wordt voorgesteld. Zij is beeld van het volk Israel uit wie de Messias voortkwam, de Zoon des mensen, die voor de draak een levensgroot gevaar vormt. Want kort na de zondeval had God de eindstrijd van de schepping al aangekondigd: tussen het zaad van de slang en het zaad van de vrouw. Dat laatste zou hem de kop vermorzelen. Hier hebben we de vrouw en haar zaad. Vandaar de vijandschap van de draak, die haar Kind wil verslinden. Maar Jezus werd geboren, ontsnapte aan de kindermoord door Herodes in Bethlehem, groeide op, voltooide het werk dat God Hem had opgedragen door te sterven aan een kruis, een werk dat Hem de toekomstige wereldheerschappij zal brengen, stond op uit de doden en voer ten hemel.

 

Daarna vlucht 'de vrouw', het deel van God's volk dat de Heer trouw is. Vanaf 66AD vluchtten Christen-Joden weg uit Juda en brachten 3,5 jaar door in het huidige Jordanië voor de inval van Romeinse legioenen, die eindigde in de vernietiging van Jerusalem en de tempel.

 

Daarna ontstaat er 'oorlog in de hemel', die eindigt met het ter aarde werpen van de draak. Op 23 September 2017 verscheen aan de hemel het teken dat wordt beschreven in Openbaring 12, Virgo (de vrouw) met de zon op haar schouder, de maan aan haar voeten en 12 sterren boven haar hoofd - de 9 sterren van Leo en drie planeten (Venus, Mars en Mercurius). Dat was waarschijnlijk het begin van de oorlog in de hemel. In de sterren was dat te zien in het naderen tussen Mercurius (beeld van Michael) en Saturnus (beeld van satan) sinds 2017. In 2023/2024 was de val van de draak (satan) uit de hemel te zien in de afdaling van Noord naar Zuid van komeet 12P/Pons-Brooks (sinds Juli 2023 'de duivelskomeet' genoemd).

 

Eind 2023 begon opnieuw de zeer zware aanval op 'de vrouw', Gods volk, de Palestijnen (die in een veel directere lijn staan tot het oude volk Israel dan Europese 'Joden'), belegerd door de legioenen van het wereldrijk vermomd als het Israëlische leger, dat aan alle kanten wordt voorzien van wapens en informatie en diplomatieke bescherming door de VS. God zal zijn volk op bovennatuurlijke wijze redden. Twee vleugels van de grote arend zijn mogelijk twee legioenen engelen. Die zullen zijn volk bij de Olijfberg verzamelen. De draak zal met een watervloed proberen het volk alsnog te vernietigen - het Israëlische leger gaat erachter aan. Maar de Olijfberg zal door een aardbeving middendoor splijten en het volk zal door het ontstane dal vluchten. Als het Israëlische leger erachteraan gaat, zal het vernietigd worden door een nieuwe aardbeving. 'En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen.' (Openbaring 12:15,16). Dit lijkt sterk op wat er gebeurde bij de verlossing van het volk uit Egypte, toen het door de Rode Zee trok en de Zee terugvloeide in haar bedding toen de Egyptenaren het achterna gingen. Daarom staat er in Zacharia: 'Dan zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg; zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts; en gij zult de vlucht nemen in het dal mijner bergen...' (Zacharia 14:3-5).

 

De vervolging van de vrouw en haar ontsnapping spelen zich af in de eerste helft van Daniels laatste jaarweek. Hoewel een belangrijk deel van het volk ontsnapt is, zal de draak oorlog voeren tegen de rest ervan. De Palestijnen zijn sinds 1948 verstrooid over grote delen van de wereld en zij zullen worden aangevallen samen met allen die de zijde van Jezus kiezen. Openbaring 12 eindigt halverwege Daniel's laatste jaarweek. De draak voert de oorlog door middel van zijn wereldrijk, het beest uit de zee. Deze oorlog wordt ingezet vanaf Openbaring 13:5, met de start van de laatste 42 maanden, de tweede helft van Daniels laatste jaarweek.

 

Openbaring 13

Het beest uit de zee.

*** Terug naar 1776, de stichting van de VS van Amerika, beest uit de zee ***

Openbaring 13:1-4 beschrijft de opkomst van de Verenigde Staten van Amerika, dat een voortzetting is van de oude wereldrijken, die nog steeds hun invloed uitoefenen, gezien in het uiterlijk - Leeuw (Babel) - Beer (Perzië) - Luipaard (Griekenland) en de zeven koppen. De tien horens zijn de Europese naties, die alle ondergeschikt zijn gemaakt aan de VS. Eén van de koppen die tot de dood gewond werd, is 'de kop van de republiek', die werd verscheurd door een burgeroorlog. Toen die was uitgeraasd en de VS haar eenheid had weten te bewaren, lag de wereld voor haar open. Sinds 1865 heeft de VS de wereld veroverd en is de natie getransformeerd tot hegemon van de wereld, op financieel, politiek en militair terrein.

 

In Openbaring 13:5 zien we de houding van de VS veranderen omdat zij niet langer aanbeden wordt door de rest van de wereld. Zodra de rest van de wereld probeert zich te ontworstelen aan haar greep, wat we zien gebeuren sinds 2001, gaat de natie gaat zich gedragen als een tiran, die geen enkele tegenspraak duldt. Zelfs tegen de Allerhoogste wordt een grote mond opgezet. Andere Bijbelteksten (Daniel 9:27, Daniel 11:39, 2 Thessalonicenzen 2:4) geven aan dat dit gebeurt in een aards heiligdom, wij denken een Moskee in Jeruzalem. Een oorlog in het Midden Oosten zal worden beslist in het voordeel van de VS en op die manier vestigt de VS opnieuw haar dominantie in de wereld: 'En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen. En (het beest) opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tent en hen, die in de hemel wonen.' 

De voortzetting van de oorlog van de draak tegen Gods volk wordt gevoerd door middel van het wereldrijk, belichaamd in de VS:

'En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk.'

Het wereldrijk ontvangt verregaande macht over alle delen van de wereld en zal opnieuw aanbidding ontvangen, alleen nu niet vanwege bewondering, zoals in de 20e eeuw, beschreven in vers 3, maar vanwege brute macht. Hoe ver die macht gaat blijkt uit de beschrijving van 'het beest uit de aarde'.

'En allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest) aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld.'

 

Het beest uit de aarde

*** Terug naar het jaar 1917 - de Balfour Declaration ***

Enige tijd na het opstijgen van het beest uit de zee, stijgt een tweede beest op uit de aarde. Dat het beest uit de aarde grotendeels gelijktijdig met het beest uit de zee optreedt wordt reeds duidelijk uit de omschrijving: ‘...en het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid…’ (Op.13:12). Echter, ook aan de werkwoordtijd is zichtbaar dat Openbaring 13:11-18 terug gaat in de tijd. In vers 12 gaat het plotseling over naar de tegenwoordige tijd en dat blijft zo tot aan het eind van het hoofdstuk (op vers 15 na – werd hem gegeven).

Het beest uit de aarde is het Zionisme dat de staat Israel voortbracht. De 'twee horens als een lam' kunnen slaan op de tweedeling die het volk Israel vanaf haar ontstaan kenmerkt: Jacob had twee vrouwen (met twee bijvrouwen), en verdeelde zijn gezin bij zijn oversteek van de Jabbok in twee kampen. Het rijk werd na Salomo verdeeld in twee delen (twee en tien stammen). In de tijd van de Heer was Israel verdeeld over Judea en Galilea en tegenwoordig is er de tweedeling Europese Joden - Palestijnse Joden (alle Palestijnen zijn feitelijk van Joodse oorsprong ongeacht hun godsdienst). Voorts zijn de officiële Joden voornamelijk verdeeld over Israel en de VS. Het uiterlijk van 'een lam' kan slaan op de slachtofferrol die het Zionisme zich aanmeet en die misbruikt wordt om anderen (de Britten en later de Palestijnen) op de meest grove manier te mishandelen teneinde een 'eigen staat' te stichten. Het spreken als de draak slaat op de decennia lange misleiding waardoor de wereldbevolking akkoord is gegaan met de meest barbaarse overtredingen van mensenrechten tegen de oorspronkelijke Palestijnse bevolking.  Het Zionisme heeft sinds haar ontstaan wereldwijde ellende veroorzaakt - twee wereldoorlogen, de Russische revolutie en de oorlogen in het Midden Oosten. Dat is mogelijk doordat het wordt gefinancierd met de onbeperkte middelen van het wereldwijde systeem van centrale bankiers.

Dat voortdurend de tegenwoordige en niet de verleden tijd wordt gebruikt, laat zien dat het beest uit de aarde wordt gezien in haar gebruikelijke handelswijze en dat het niet gaat om specifieke gebeurtenissen. Die handelswijzen zijn:

(1) Oefent het gezag van het eerste beest uit - Aan het Zionisme staan voortdurend alle middelen van de VS ter beschikking, zodat de Amerikaanse belastingbetaler als eerste de belangen van Israel behartigt.

(2) Doet dat in tegenwoordigheid van het eerste beest - Uiteindelijk zijn het de imperiale belangen van het wereldrijk, die worden gediend door de kolonie Israel met haar zeer strategische ligging.

(3) Bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was - Na de burgeroorlog in de VS werd de VS alom geprezen en nagevolgd. Het waren de media in Joodse handen die daarvoor gezorgd hebben.

(4) Doet grote dingen - laat vuur neerdalen ten aanschouwen van de mensen - het Zionisme is ten diepste de oorzaak van alle grote wereldconflicten sinds het grootschalig gebruik van vuurwapens en bommenwerpers.

(5) Verleidt hen die op de aarde wonen door de tekenen die het doet voor de ogen van het beest - Telkens opnieuw wordt de wereld meegesleept in oorlogen die Israel veroorzaakt en die ten goede komen aan de wereldmacht van de VS. Dat komt doordat Zionisten de macht hebben over de Westerse media.

(6) Zegt dat een beeld moet worden gemaakt van 'het beest'. De afgelopen eeuw wordt gekenmerkt door een voortdurend streven de grootsheid van de VS af te beelden - door film - door TV - door Video op allerlei devices. Met de digitalisering van de wereld komt het moment van 'een real time' digitale kopie van het wereldrijk heel dichtbij.

 

Dan komt de ene zin in de verleden tijd, geen gebruikelijk handelen maar een specifieke actie op een specifiek moment: het adem geven aan het beeld van het beest, waardoor het beeld zelfstandig gaat functioneren. Dat zou kunnen slaan op het passeren van de grens waarbij de mens niet langer de controle heeft over de 'Artifical Intelligence'. Israel loopt voorop in de inzet van AI voor militaire doeleinden, waarbij de AI zelfstandig besluit tot 'doden'. Ieder die weigert het beeld van het beest te aanbidden wordt inderdaad gedood. Het beeld van het beest is de real-time digitale kopie van het wereldrijk, waar alles en iedereen als kopie in opgenomen moet worden. Wie weigert deel te worden van het digitale beheersingssysteem wordt gedood.

 

(7) Maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op hun voorhoofd, wat nodig is voor kopen en verkopen. Dit is de manier waarop de koppeling met het beeld van het beest tot stand komt. Dit is het teken van de aanbidding van het beest en van zijn beeld. Omdat de Joden het internationale systeem van centrale banken al langer dan een eeuw volledig beheersen, is het hun gebruikelijke handelswijze dat zij toewerken naar geld als maatschappelijk controlesysteem en niet langer als ruilmiddel.

 

De werkwijze van het beest uit de aarde verschaft aan het wereldrijk uiteindelijk de totale controle over allen die deel uitmaken van de wereldwijde maatschappij. Zij bewerkt op die manier de aanbidding van het beest, niet door verleiding maar door brute macht. Zou de Heer niet terugkomen, dan zou de mensheid voor altijd opgesloten zitten in deze digitale gevangenis.

 

Openbaring 14

*** Naar het einde van de laatste jaarweek ***

De 144.000 met het Lam op de berg Sion.

De verandering in werkwoordtijd (van tegenwoordige tijd in 13:18 naar verleden tijd in 14:1), laat zien dat weer sprake is van een ‘discontinuïteit’. De 42 maanden van verschrikkelijke tirannie van het beest zijn voorbij en de 144.000, die over het gehele aardrijk en tot het einde toe het evangelie van het koninkrijk hebben gebracht (Op.7:1-8, Mt.24:14), worden met het Lam gezien op de berg Sion. Zoals de volgelingen van het beest zijn merkteken op hun voorhoofd of rechterhand hebben, zo zien we bij de 144.000 de naam van het Lam en van zijn Vader op hun voorhoofden geschreven.

Dat het Lam op de berg Sion staat, betekent dat het beest uit de zee en het beest uit de aarde zijn verdwenen en dat een einde is gekomen aan de 42 maanden van vertreding van de heilige stad (Openbaring 11:1,2). Het Lam is Overwinnaar en Hij heeft zijn volk in veiligheid gebracht. Van de ontelbaar grote menigte van Openbaring 7 wisten we dat al. Die stond vóór het Lam en werd door Hem geweid en geleid (Op.7:16, 17). Van de 144.000 was nog niet aangegeven hoe het met hen zou aflopen. Zij staan hier ‘met’ het Lam. Zij zijn ‘deze broeders van Mij’ en de grote menigte van Openbaring 7 vormen ‘de schapen’ van het tafereel van de ‘troon van Jezus’ heerlijkheid’ in Mattheus 25. Maar ten opzichte van troon in de hemel, is er geen verschil. Ook de 144.000 staan vóór de troon (en vóór de vier levende wezens en de oudsten).

Ook vóór zijn lijden stond het Lam op de berg Sion, het tempelplein te Jeruzalem. Toen zag Hij uit naar dit moment van de ‘vele vrucht’ die Hij zou voortbrengen door als tarwekorrel in de aarde te vallen en te sterven (Joh.12:24). Na de tijd van grote verdrukking staat Hij te midden van die ‘vrucht’ als vervulling van bijvoorbeeld Psalm 22:23, ‘...in het midden van de gemeente zal Ik U lofzingen.’ Inderdaad wordt hier gezongen, een lied dat alleen de 144.000 kunnen leren, mogelijk omdat het te maken heeft met de unieke omstandigheden waarin zij gedurende de grote verdrukking hebben verkeerd en waarin zij zijn bewaard.

Vanuit de hemel klinkt een stem als een zware donderslag en als van vele wateren, gecombineerd met harpgeluiden. Het is de stem van de Vader, die ook klonk vlak voor het lijden, op het tempelplein, alleen deze keer gecombineerd met het geluid van harpen, als teken van de hemelse vrucht van het werk van de Heiland – de hemelkoren met hun harpen (Op.5:8). Dat niemand het lied van de 144.000 kan leren, duidt ook op hun unieke relatie tot het Lam. Zij volgen Hem, waar Hij ook heen gaat. Die relatie is anders dan de relatie van de gemeente tot haar bruidegom (zo zullen wij altijd met de Heer zijn - 1 Thess.4:17) en anders dan de relatie van de ontelbaar grote menigte tot de Herder en Heer, die zij dienen en door wie zij geweid en geleid worden (Op.7:15-17).

Uit het feit dat de 144.000 het Lam volgen, waar Hij ook heen gaat, en dat de ontelbaar grote menigte door het Lam wordt geweid en geleid, maken we op dat het hier gaat om de twee groepen van gelovigen uit de grote verdrukking, die levend en wel het vrederijk ingaan. Wat opvalt is dat bij de 144.000 het ‘tranen van de ogen wissen’ ontbreekt (Op.7:17, 21:4). In plaats daarvan horen we van een onnavolgbaar lied en van maagdelijkheid en van onberispelijkheid. Dat getuigt van een zeer sterke geest. Dat moet ook wel, als zij in de moeilijkste periode in de geschiedenis met een niet aflatende ijver het evangelie hebben verspreid.

Bij de opmerking over het zingen gaat Johannes plotseling over van de verleden tijd op de tegenwoordige tijd. We zien dat ook in Openbaring 5:9, bij het zingen van de 24 oudsten en in Openbaring 15:3, bij het zingen van de overwinnaars op het beest. Mogelijk duidt de Geest hiermee aan dat aan dit zingen nooit een einde zal komen. Het is een eeuwige lofzang.

 

r. De hemelse boodschappers

Direct na het tafereel van de 144.000 met het Lam op de berg Sion, lezen we van drie engelen die, naast de 144.000, in de grote verdrukking, de wereld enkele zeer belangrijke boodschappen brengen. Daarnaast weten we uit Openbaring 11 dat er ook nog de twee getuigen zijn, die vanuit de tempel te Jeruzalem 1260 dagen lang wereldwijd hun getuigenis laten horen, omlijst met wonderlijke plagen om de wereld tot luisteren te dwingen. De grote verdrukking is derhalve niet alleen een tijd van enorme misleiding maar ook een tijd van een zeer duidelijke verkondiging van de waarheid van God. Daarom is het voor de mensheid ook onmogelijk om geen keuze te maken. Grijs bestaat niet meer. Alles is óf zwart óf wit. Daarom lezen we in het laatste hoofdstuk van Openbaring: ‘Laat hij die onrecht doet, nog meer onrecht doen en die vuil is zich nog vuiler maken en die rechtvaardig is nog meer gerechtigheid doen en die heilig is zich nog meer heiligen’ (Op.22:11).

Dat in vers 6 van de tegenwoordige tijd opnieuw wordt overgegaan op de verleden tijd, duidt weer op een discontinuïteit in de vertelling. De 144.000 op de berg Sion, is een plaatje van ná de grote verdrukking. Met de boodschappen van de drie engelen zijn we weer aan het begin van de grote verdrukking, halverwege de zeven jaar van rampspoed. Dat moet ook wel want de waarschuwing van de derde engel, om zich verre te houden van het teken van het beest, heeft alleen zin als dit teken nog niet bij de mensheid is aangebracht. Voordat mensen ertoe worden gedwongen, klinkt vanuit de hemel eerst de boodschap van de drie engelen.

(1) De eerste engel roept de mensheid op om alleen God te vrezen en Hem alleen heerlijkheid te geven. Deze oproep wordt het ‘eeuwig evangelie’ genoemd en geldt feitelijk al vanaf de allereerste scheppingsdag voor alle mensen van alle tijden en plaatsen.

(2) De tweede engel geeft aan dat ‘het grote Babylon’ is gevallen. Dit betekent dat de vier bazuinen, die het wereldrijk vernietigden, dat onder gezag stond van het grote Bayblon, al voorbij zijn (of bijna voorbij zijn). De tijd van de wereldwijde afgoderij in de vorm van ‘het grote Babylon’, die in de eerste helft van de 7 jaar was uitgegroeid tot de samenklontering van alle godsdiensten in een wereldreligie, is voorgoed voorbij. Er zit een heel nieuw en nog veel verschrikkelijker soort afgoderij aan te komen.

(3) De derde engel waarschuwt voor ‘het beest en zijn beeld en zijn merkteken’, waarover in Openbaring 13 uitgebreide beschrijving is gegeven, een nieuwe religie, die in het vacuüm springt van het grote Babylon, dat gevallen is. De afgoderij van het beest is zoveel verschrikkelijker dan de religie van het grote Babylon, dat bij die laatste wiliswaar wordt gesproken van ‘wijn van grimmigheid van haar hoererij’ maar dat bij die eerste van de ‘wijn van grimmigheid van Gods toorn en van pijniging met vuur en zwavel voor het aangezicht van de heilige engelen en het Lam’ – het meest afschuwelijke vooruitzicht dat maar denkbaar is.

Het weigeren van het merkteken van het beest betekent voor velen echter een gewisse dood. Daarom volgt er nog een vierde boodschap van God Zelf, rechtstreeks weergegeven vanuit de hemel door zijn Geest: ‘Gelukkig de doden die in de Heer sterven, van nu aan….opdat zij rusten van hun arbeid want hun werken volgen hen’. Het is de tweede zaligspreking van in totaal zeven zaligsprekingen in het boek. De belofte dat ‘hun werken hun zullen volgen’ wijst op hun opstanding (een dode hoeft niet meer ‘gevolgd’ te worden) en dat het offer van hun leven, dat zij hebben gebracht toen zij het beest weerstonden, tot in eeuwigheid zal worden herdacht.

s. De Zoon des mensen op zijn wolk, klaar voor de oogst van de aarde

Het beeld van de oogst wordt in de Bijbel meerdere malen gebruikt. Het is de profeet Jesaja geweest, die voor het eerst de beeldspraak van de oogst toepaste op de mensheid: ‘Want het zal op de aarde, te midden van de volken, zo gaan als bij het afschudden van een olijfboom, als bij de nalezing wanneer de wijnoogst ten einde is.’ (Jesaja 24:13).

De oogst door de Zoon des mensen, die is gezeten op een wolk, sluit naadloos aan bij de uitleg door de Heer van de tweede gelijkenis in Mattheus 13. ‘Hij die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen, de akker is de wereld, het goede zaad, dat zijn de zonen van het koninkrijk, het onkruid zijn de zonen van de boze, de vijand die het gezaaid heeft is de duivel de oogst is de voleinding van deze eeuw. De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn koninkrijk verzamelen alle aanleidingen tot vallen en hen die de wetteloosheid doen en zij zullen hen in de vuuroven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het koninkrijk van hun Vader.’

Het lijkt er sterk op dat de boodschap van de engelen gedurende de gehele grote verdrukking wordt gehoord tot aan het eind daarvan. Het verhaal gaat namelijk naadloos over van: ‘En een andere, een derde engel, die zei…’ naar ‘En ik zag en zie, een witte wolk’. Dat we de Zoon des mensen zien op een witte wolk zal ons niet verwonderen, gezien de mededelingen over zijn komst in de evangeliën (Mt.24:30, Mk.13:26 en Lk.21:27) en in Openbaring (1:7). Dit is het moment van zijn komst met de wolken van de hemel, het moment dat Hij het oordeel over de mensheid, die dan leeft, uitoefent en zijn wereldwijde macht aanvaardt. De scherpe sikkel is een beeld van een deel van dat oordeel, dat wordt uitgevoerd door de engelen, die worden uitgezonden om te maaien, zoals blijkt uit Mattheus 13.

Op het moment van maaien wordt meteen onderscheid gemaakt tussen het onkruid (de wettelozen) en de tarwe (de zonen van het koninkrijk, in Openbaring meestal aangeduid met ‘de heiligen’), waarbij het onkruid meteen wordt verbrand. Dat geeft aan dat ‘de voleinding van de eeuw’ niet het moment is van de opname van de gemeente, die vooraf gaat aan de grote verdrukking. De opname van de gemeente heeft niets te maken met ‘het onkruid’ doch alleen met hen die in Christus ontslapen zijn en met de getrouwen die op dat moment leven.

Het einde van deze eeuw beslaat enkele maanden na de grote verdrukking (Mt.24:29), waarin het wereldrijk van het beest wordt vernietigd en waarin de heiligen, die in de grote verdrukking tot bekering kwamen, worden afgezonderd van degenen die deel uitmaakten van het rijk van het beest. Die eersten gaan het duizendjarig vrederijk binnen. Het is de ‘ontelbaar grote menigte van Openbaring 7, die wordt afgescheiden van de menigte van ongelovigen, die zijn meegegaan in ‘de wetteloosheid’ van het beest, de ‘wetteloze’ (2 Thess.2:7,8).

De sikkel staat derhalve voor een moment van oordeel, iets wat niet naar voren kwam in Openbaring 7. Daar ging het om de bewarende hand van God, door alle moeilijkheden en verdrukkingen heen en de warme ontvangst in het koninkrijk. Hier gaat het om ‘de grote scheiding’, die zich voltrekt bij de komst van de Heer Jezus op de wolken van de hemel, 'als Hij zijn engelen uitzendt met luid bazuingeschal om zijn uitverkorenen te verzamelen uit de vier windstreken'. Het is het moment van: ‘Dan zullen er twee op het veld zijn, één wordt meegenomen en één achtergelaten. Twee vrouwen zullen et de molensteen malen, één wordt meegenomen en één achtergelaten’ (Mt.24:40,41).

Deze tekst wordt vaak geciteerd in verband met de opname van de gemeente en dat is begrijpelijk want dan gebeurt er iets vergelijkbaars. Maar het verband waarin deze tekst staat, is de komst van de Heer op de wolken van de hemel en het bijeen verzamelen van de uitverkorenen, die het koninkrijk binnengaan. Dat geeft aan dat het gaat om een andere gebeurtenis dan de opname van de gemeente. Het woord ‘rapturo’ (Latijn) of ‘harpazo’ (Grieks) komt in de Bijbel meerdere keren voor (Openbaring 12:5, Handelingen 8:39, 1 Thess.4:17).

Bij de ‘oogst van de tarwe’ behoren ook de in de grote verdrukking omgekomen heiligen. Zij geen niet, zoals de ontelbaar grote schare, levend het vrederijk binnen maar zij zijn door onthoofding of nog erger om het leven gebracht en zij staan aan het begin van het vrederijk op om duizend jaar lang met Christus te regeren (Op.20:4).

- 16 september 2022 -

t. De druivenoogst

Het landleven in Israël kent een groot deel van het jaar door oogsten , van april (gerst) tot en met november (olijven). Opvallend is dat de oogst van tarwe eindigt in mei en dat de druivenoogst van start gaat in juni. Die volgorde vinden we ook hier. De oogst van de tarwe bestaat volgens het beeld van de oogsttijd als ‘einde van deze eeuw’ uit twee soorten: tarwe en onkruid. Het ene wordt behouden. Het andere gaat verloren. Met de druivenoogst is het beeld anders. Die bestaat alleen uit mensen die verloren gaan. Het zijn namelijk alle legers van de natiën die onder aanvoering van hun koningen ten strijde trekken tegen het Lam (Psalm 2).

Het initiatief voor deze oogst is gelegen bij ‘de engel die de macht had over het vuur’. Het is de uiteindelijke bestemming van hen die twisten met God Zelf. ‘Wees niet bang voor hen die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. Maar wees veeleer bang voor Hem die ziel en lichaam kan verderven in de hel’, zo zegt de Heer het Zelf in Mattheus 10:28.

Hier, in de oogst van de wijnstok, hebben we ‘het doden van het lichaam’ door God, in de laatste oorlog waar deze eeuw op uitloopt. We hebben hier het allerhoogste niveau in de geestelijke werkelijkheid waaruit blijkt dat alles in Gods hand rust, ook deze laatste oorlog. Want de engel die macht heeft over het vuur, geeft opdracht aan een andere engel met een scherpe sikkel. Deze engel oogst vervolgens de wijnstok van de aarde en werpt de druiven in de grote wijnpersbak van de grimmigheid van God. De wijnpersbak wordt ‘buiten de stad’ getreden en vervolgens lezen we van bloed, dat stroomt uit de wijnpersbak tot aan de tomen van de paarden (ca 1,5 meter hoog) en 1600 stadiën (ca 300 km) ver.

Een tweede niveau vinden we in Openbaring 16, bij het uitgieten van de zesde schaal. De plagen van de zeven schalen worden voltrokken na de grote verdrukking. Zij luiden het einde in van het rijk van het beest en de heerschappij van de draak. De eerste vijf schalen hebben het rijk van het beest reeds op de knieën gebracht. Bij schaal vijf, ‘op de troon van het beest’, werd zijn koninkrijk verduisterd. Het gaat om een intern conflict (dat kan niet anders bij een wereldwijd rijk), waarbij Jeruzalem (waar de troon staat) het mikpunt is. De vijfde schaal is de trigger. Bij de zesde schaal valt de rivier de Eufraat door een wonder plotseling droog, wat de weg vrijmaakt voor de koningen uit het Oosten met hun legers. Mogelijk is dat de scherpe sikkel van de engel in Openbaring 14. Dit plotselinge droogvallen van de rivier is koren op de molen voor het beest, dat alle troepen in zijn rijk wil mobiliseren. In Openbaring 16 lezen we over drie geesten, uit de mond van de draak, van het beest en van de valse profeet. Deze geesten ‘van demonen’ gaan uit om alle koningen te verleiden hun legers te laten optrekken tegen Jeruzalem, mogelijk met de gedachte om de orde en de eenheid in het rijk te herstellen.

Het derde en laagste niveau is dat van de militaire en politieke werkelijkheid. De plaats waar zij zich verzamelen is ‘de wijpersbak’ die ‘buiten de stad wordt getreden’ een plaats die ‘Harmagedon’ heet. Dat is het dal van Josafat of het kidrondal, de kloof aan de Oostzijde van Jeruzalem. Daar gaan al deze legers hun ondergang tegemoet, zodra de Heer Jezus terugkeert van de hemel: ‘En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat...En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat…’ (Openbaring 19:19, 21).

Er zijn diverse profetieën die dit optreden van God, als Degene die de wijnpers treedt, beschrijven. De belangrijkste zijn Joël 3:9-14 en Jesaja 63:1-3.

De oproep tot ‘oorlog’ in Joël komt overeen met de engel, die de sikkel slaat in de wijnstok en de ‘geesten van demonen’ die de koningen verleiden tot de oorlog. De helden die volgens Joël 3 ‘daarheen afdalen’ zijn mogelijk de hemelse legers op witte paarden in rein fijn linnen (Openbaring 19:14). Deze helden hoeven niet te strijden want Jesaja merkt op: ‘Ik heb de pers alleen getreden’. Het zwaard komt uit de mond ‘van Hem die op het witte paard zit’, waarmee Hij alle legers doodt (Openbaring 19:21). Wie kan het opnemen tegen het Woord van God, het Woord, dat eenmaal alles tot aanzijn riep?

De volgorde van Openbaring 14 is tegengesteld aan die van Openbaring 13. Het hoofdstuk begint waar Openbaring 13 eindigt, namelijk, met een naam op een voorhoofd, de naam van het Lam en zijn Vader in plaats van die van het beest. Vervolgens gaan de oproepen van de drie engelen in tegen de misleiding van het beest uit de aarde, dat de gehele wereld achter het beest uit de zee probeert te krijgen. Daarna komt de stem uit de hemel, de stem van de Geest met woorden van troost en moed ('gelukkig de doden die in de Heer sterven vanaf nu - hun werken volgen hen' - Op.14:13). Die stem komt overeen met de woorden die 'de volharding' uitdrukken van de heiligen, namelijk dat de werken van hun vervolgers hén zullen volgen: ('Als iemand in gevangenschap leidt, dan gaat hij in gevangenschap; als iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij met het zwaard gedood worden' - Op.13:10). Openbaring 14 eindigt met de enorme tegenstelling ten opzichte van het begin van Openbaring 13, namelijk de totale uitschakeling van het beest. Het opstijgen uit de zee eindigt in bloed, dat reikt tot de tomen van de paarden, 1600 stadiën ver. Dat is het antwoord van de Almachtige op de vraag: 'Wie is aan het beest gelijk en wie kan er oorlog tegen voeren' (Op.13:4).

 

Openbaring 15

u. De overwinnaars over het beest

Na de aankondiging van de oogst worden de instrumenten getoond waarmee de oogst zal worden volbracht: de zeven laatste plagen van zeven engelen. We zullen nog zien dat die zeven plagen geleidelijk toewerken naar Harmagedon, net zoals de tien plagen over Egypte toewerkten naar de vernietiging van de militaire macht van Farao. Met de totale vernietiging van alle legers van het rijk in Harmagedon wordt de grimmigheid van God voleindigd, de grimmigheid, waarvan reeds sprake was in Openbaring 14 in verband met de oogst van de wijnstok en het treden van de wijnpers. De zeven schalen leiden gezamenlijk naar deze wijnpers, dat is Harmagedon.

Voordat de zeven engelen in actie komen, worden eerst de overwinnaars gezien, die de overwinning behaald hebben over het beest en zijn beeld en het getal van zijn naam. Het zijn hoogstwaarschijnlijk de mensen die hun verzet tegen de acceptatie van het teken van het beest op hun rechterhand of voorhoofd met de vuurdood hebben moeten bekopen. Heel toepasselijk worden zij daarom gezien op een zee als glas, ‘met vuur vermengd’. Het gaat hoogstwaarschijnlijk om een zeer grote menigte want we lezen in Openbaring 9:18 dat het derde deel van de mensen werden gedood door de ‘drie plagen’ die uit de monden van de paarden kwamen, paarden met staarten als slangen, waarmee zij ‘schade’ toebrachten.

Die ‘schade’ zien we ook in Op.9:10 en Op.11:5, waarschijnlijk ‘het teken van het beest’. Immers, waarvoor worden 2 enorme legermachten ingezet, 2 x ontelbaar ontelbaar of 2 x 10.000 x 10.000 = 200.000.000, als reeds sprake is van één groot wereldrijk met één enkele autoritaire leider aan het hoofd, die van satan alle macht ontving? Legers zijn dan alleen nog maar nodig om de interne orde te bewaren, dat wil zeggen, iedereen ondergeschikt te maken aan het absolute gezag van het beest. Wie niet mee werkt, wordt gedood. En hier zien we degenen die niet meewerkten, de overwinnaars op het beest, 'op de glazen zee'.

Die glazen zee komt overeen met de 'glazen zee, aan kristal gelijk', die in Openbaring 4 wordt gezien 'voor de troon'. Als we hier inderdaad met miljoenen overwinnaars te maken hebben, dan gaat het om een enorme troonzaal. En dat zegt ook weer iets over de '24 oudsten' rondom de troon. Dat aantal van '24' is symbolisch voor de priesterorden (1 Kronieken 24) en groepen zangers (1 Kronieken 25). Het gaat om een enorm aantal gelovigen, allen die in Christus ontsliepen van 6000 jaar voor de opname' , die rond de troon aanwezig zijn. Temidden van al deze gelovigen van vóór de opname, staan hier, op de glazen zee voor de troon, de overwinnaars, heiligen van na de opname, die het leven erbij lieten. Ook het enorme aantal engelen, dat weer rond de 24 oudsten staat opgesteld (duizenden duizendtallen en tienduizenden tienduizendtallen) duidt op een veel groter aantal gelovigen dan 24, die door de 24 oudsten worden gerepresenteerd.

Voor de derde keer horen wij van zang. De eerste keer waren de '24 oudsten' (Openbaring 5), daarna de 144.000 (Openbaring 14) en nu de overwinnaars. Zij zingen het lied van het Lam en het lied van Mozes. Dat betekent dat het Lam Zelf ook zingt: ‘In het midden van de gemeente zal Ik u lofzingen’ (Psalm 22:23, Hebr.2:12). Het lied van Mozes hebben we in Deuteronomium 32. De elementen van het lied, zoals we het hier vinden zijn (1) de werken en wegen van God (2) de vanzelfsprekendheid om God te eren (3) de toekomstige eer die door alle naties aan God wordt toegebracht. Het lied van Mozes bevat eveneens deze elementen alleen keek Mozes nog vooruit naar de wegen van God, zelfs naar het allerlaatste optreden van God: ‘Ik zal mijn pijlen dronken maken van bloed, en mijn zwaard zal vlees verslinden’ (Deut.32:40). Dat wijst vooruit naar de grimmigheid van de wijnpersbak.

De overwinnaars, die zo gruwelijk zijn gedood door het rijk van het beest, zijn een rechtvaardiging voor de plagen van God, die over het rijk zullen worden uitgestort, en de totale vernietiging van alle militairen, net zoals de halsstarrigheid van Farao destijds, om het volk in steeds zwaardere slavernij te knechten, de rechtvaardiging bood voor het eindoordeel over de legers van Egypte in de Rode Zee.

 

v. De zeven laatste plagen.

We krijgen in verband met de zeven laatste plagen een blik achter de schermen van de zichtbare werkelijkheid, een blik, die nog niet eerder was gegeven. De engelen hebben de zeven laatste plagen maar zij kunnen daar feitelijk niets mee voordat ze eerst zeven gouden schalen met de ‘grimmigheid van God’ hebben ontvangen. De plagen bevinden zich niet in de schalen. De engelen hebben de plagen en de schalen zijn gevuld met 'de grimmigheid van God'. De Schrift is uiterst consequent in deze tweedeling. De engelen ontvangen de schalen van één van de vier dieren, die ‘in het midden van de troon en rond de troon’ zijn (Op.4:6). De schalen met de grimmigheid van God komen vanuit de troon van God, de zetel van het Lam van God (Openbaring 5). Ook hier heeft het Lam de regie.

Dit tafereel met de ‘schalen van Gods grimmigheid’ gaat verder dan wat we eerder zagen in verband met de hemelse hiërarchie. De vier engelen van Openbaring 7, die de vier winden van de aarde vasthielden, kregen commando geen schade toe te brengen alvorens de ‘slaven van God’, de 144.000 uit Israël, verzegeld waren. Openbaring 8 laat zien dat de zeven bazuinen voor de troon van God worden uitgedeeld aan zeven engelen en dat die daarna pas kunnen bazuinen, waarop vreselijke gerichten plaatsvinden.

Deze strikte scheiding tussen wat bij de engelen rust (de plagen) en wat bij God rust (de grimmigheid) zagen we nog niet eerder. Het boek Openbaring laat hier zien dat God veel macht en bestuur over de elementen heeft gedelegeerd aan engelen. Het is een geestelijke werkelijkheid waar aards onderzoek met materiële meetinstrumenten nooit of te nimmer achter kan komen, ook al zijn die nog zo precies, verfijnd, indrukwekkend of krachtig en reusachtig . Hooguit kan de mens erachter komen dat ze met hun instrumentarium op grenzen stuiten van het menselijk bevattingsvermogen, met allerlei onverklaarbare meetuitkomsten.

God delegeerde bestuur over elementen aan engelen. Eerder lazen we al van een engel die ‘macht had over het vuur’ en we lezen in Openbaring 16:5 van ‘een engel van de wateren’. Dat wil overigens niet zeggen dat het déze engel is, die de plaag veroorzaakt waarbij het water in bloed veranderd maar het laat zien dat het engelen zijn, die de macht hebben dit te bewerkstelligen.

De macht om de aarde te treffen met plagen, die God aan hen heeft gedelegeerd, kunnen de engelen pas ontplooien, zodra zij daarvoor vanuit de troon van God de opdracht krijgen. Zonder die opdracht, kunnen zij niets doen. De ‘opdracht’ heeft hier de vorm van een schaal met grimmigheid. Dat betekent dat het gaat om een zeer uitdrukkelijk bevel. Het zijn de schalen, die worden uitgegoten op verschillende elementen in de schepping, waarop de engelen hun werk doen met de plagen.

 

Openbaring 16

w. De zeven laatste plagen

De zeven laatste plagen worden toegebracht bij het uitgieten van de schalen van Gods grimmigheid op verschillende elementen van de schepping. Net als 3.500 jaar gelden bij de uittocht van Israël uit Egypte, wordt het rijk, dat Gods volk in slavernij houdt en vermoordt, door een reeks opeenvolgende plagen neergeslagen, uitmondend in de vernietiging van alle militaire macht.

(1) De eerste engel giet zijn schaal uit op de aarde met als gevolg een kwaadaardige en boze zweer aan allen die het merkteken van het beest hebben – Dit komt overeen met de zesde plaag van Egypte.

(2) De tweede giet zijn schaal uit op de zee met als gevolg dat deze bloed wordt en dat alles in de zee sterft – Dit komt overeen met de eerste plaag van Egypte.

(3) De derde giet zijn schaal uit op de rivieren en waterbronnen en ook dat water wordt bloed – Dit komt eveneens overeen met de eerste plaag van Egypte

Hier houden de vergelijkingen met Egypte op, behalve de hagel bij de zevende en laatste plaag, die overeenkomt met de zevende plaag van Egypte.

(4) De vierde giet zijn schaal uit op de zon, die vervolgens de mensen met vuur verbrandt.

(5) De vijfde giet zijn schaal uit op de troon van het beest, waarop zijn koninkrijk wordt verduisterd. De rampen die over de wereld gaan, doen de populariteit van het beest uiteraard geen goed en er ontstaat een intern conflict waarbij scheuringen optreden langs oude breuklijnen. Het zijn landen ten Noorden van Israël, de eeuwenoude aartsvijanden, die een aanval lanceren op Jeruzalem, de stad innemen en de digitale infrastructuur van het beest vernietigen. Omdat alles werd aangestuurd vanuit Jeruzalem (het beeld van het beest is mogelijk een AI-gestuurde supercomputer waarop het wereldwijde internet was aangesloten), leidt dit tot de verduistering van het rijk. Diverse profetieën uit het Oude Testament hebben over deze inval vanuit het Noorden in de eindtijd geprofeteerd (Jesaja 28:14-19, Daniël 11:40, Zacharia 14:1-3).

(6) De zesde giet zijn schaal uit op de rivier de Eufraat, die opdroogt. Dit wordt door de draak, het beest en de valse profeet opgevat als teken om alle militaire macht van het rijk te verzamelen in Israël om de opstandige naties te straffen en de orde in het rijk te herstellen. De militaristische taal wordt vergeleken met kikkers, geesten van demonen.

In plaats van het terugwinnen van de macht, loopt het samenstromen van alle legers in Israël uit op een confrontatie met het Lam, zodra Jezus Christus vanuit de hemel verschijnt. In zijn mateloze zelfoverschatting denkt de mens dat hij het tegen God en zijn Messias kan opnemen (Psalm 2). Net als de legers van Farao worden de legers van alle volken totaal vernietigd. Het gebeurt allemaal in de dalen rond Jeruzalem, met name het dal van Josafat ten Oosten van de oude stad (Joël 3). Dit Harmagedon van de eindtijd is de wijnpersbak van God, waaruit het bloed van miljoenen soldaten letterlijk zal stromen (Openbaring 14:20).

x. De zevende schaal en de wereldbeving

(7) De zevende giet zijn schaal op de lucht. Gezien de gevolgen lijkt de lucht net een ‘membraan’ tussen de troon van God en de aarde, dat de impact tempert van ‘de bliksemstralen, stemmen en donderslagen’, die uitgaan van de troon. Want met deze schaal op de lucht leiden de ‘bliksemstralen, stemmen en donderslagen’, die we in Openbaring meermalen tegenkomen (Op.4:5, 8:5. 11:19) tot grote kosmische rampen. De laatste vermelding, in Openbaring 11, gaat al gepaard met ‘grote hagel’. Maar dat is nog niet de hagel van de zevende schaal want de schalen moeten op dat moment nog worden uitgedeeld.

De vijfde en laatste aardbeving in Openbaring, van de zevende schaal, is heftiger dan de vier voorgaande (Op.6:12, 8:5, 10:13 en 11:19). Dat blijkt uit twee opmerkingen. (1) De steden van de naties vielen en (2) En elk eiland vluchtte en bergen werden niet gevonden. Vreemd genoeg lezen we hier niet, zoals bij de aardbeving van het zesde zegel dat alle lagen van de bevolking zich verschuilen in de holen en rotsen van de bergen. De angst voor Hem die op de troon zit en het Lam is geweken vanwege 3,5 jaar van lasterpraat en grootspraak door het beest (Openbaring 13). De geest van ‘wie kan er oorlog tegen voeren’ zit nog in de mensen en zij verwachten mogelijk dat het beest het kan opnemen tegen Hem die op de troon zit. Dat ze zich niet verschuilen, moeten ze bekopen met een enorme afstraffing. Zij die zich op open terrein bevinden, worden verpletterd door enorme zware hagel. Bij hagelstenen van elk een talent zwaar, moet men toch denken aan stenen van tientallen kilo’s, die uit de lucht vallen. Dat overleeft niemand en alle infrastructuur loopt zware averij op. Waar komt die hagel vandaan? Mogelijk zijn het de bergen die uiteen spatten en als brokken steen en ijs over het gehele aardrijk van het beest uit de lucht komen vallen.

Wie zich wel schuilhouden, zijn ongetwijfeld de legers van het beest. Al decennialang is de wereldelite bezig om wereldwijd enorme bunkers en ondergrondse stelsels en steden te bouwen, gefinancierd met ‘black budgets’ en niemand weet precies waarom. Aangezien de duivel Gods woord door en door kent, houdt hij mogelijk rekening met deze laatste fase van de eindstrijd en wil hij een zo groot mogelijk leger intact laten voor de finale krachtmeting met de Allerhoogste.

- 22 september 2022 -

Next -

Previous - 

Under construction

Next -