Previous - Toekomst

Jezus

De Hoop van de mensheid

Wie is Jezus? Het is de centrale vraag. De cruciale vraag. De allesbepalende vraag. De vraag waar ieder mens als eerste een antwoord op moet vinden. Is Hij degene die Hij beweerde te zijn? Is Hij de oorsprong, de drager en de bestemming van het heelal? Of is Hij een bedrieger? In het eerste geval zou ieder mens Hem direct moeten omarmen. In het tweede geval zou zijn aanhang met wortel en tak uitgeroeid moeten worden. Hij beweerde namelijk het eeuwige leven te zijn, de eeuwige ‘Ik Ben’, de enige weg tot God.

Vreemd genoeg zijn er slechts weinigen die een van beide conclusies trekken. Met kerst gedenkt men wereldwijd de geboorte van het kerstkind, dat vanuit de hemel tot ons neerdaalde. Maar vanaf Januari is alles weer bij het oude. Weet men dan niet welke pretenties het kerstkind had als volwassene?

 

Is Hij God, geopenbaard in het vlees, gestorven om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardiging? Dan zou ieder mens in zijn armen moeten vluchten om te ontsnappen aan het eeuwig oordeel. Dat dit oordeel zeer reëel is, blijkt dan uit het enorme offer dat Hij Zelf bracht om ons daaruit te redden. Kennelijk was het nodig, anders had Hij die bijna onmogelijke weg niet hoeven gaan.

Is hij echter slechts een misleider, dan zijn miljoenen in deze wereld op het verkeerde spoor en verdoen zij hun tijd en hun energie en slepen zij anderen mee in hun bedrog. Dan zou de misleiding voor eens en voor altijd moeten worden aangetoond.

 

Velen stellen een tussenweg voor als ontsnapping tussen deze twee uitersten: Jezus was, net als veel andere wijzen, een groot leraar en we kunnen veel van Hem leren: niet bezorgd te zijn voor morgen, de vijand liefhebben, de ander behandelen zoals we zelf behandeld willen worden, enzovoorts. Maar was dat zijn bedoeling? De wereld met wijze woorden het juiste pad te wijzen?

Ongetwijfeld heeft Hij de wereld de kans gegeven het goede pad te kiezen. Maar de wereld wilde niet. ‘ Hij was in de wereld en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het zijne en de zijnen hebben Hem niet aangenomen. ’ Uitgerekend degenen die in hun schriften alle informatie hadden over zijn komst, de Joden, hebben Hem verworpen en door middel van kruisiging laten terechtstellen.

 

Daarom gaat de boodschap van Jezus veel verder dan alleen ‘het juiste pad voor de wereld’. Als de woorden van Jezus enige wijsheid in zich bergen - en dat onderschrijft iedereen die deze woorden kent - dan toonde Jezus overtuigend aan dat de wereld verloren is. Het kruis waartoe de wereld Hem veroordeelde betekent dat de wereld zèlf is geoordeeld en dat geen mens in staat is ‘de goede weg’ te volgen.

Maar de daad van de mensheid, waaruit de totale verlorenheid van die mensheid onomstotelijk bleek, is – zo luidt de boodschap – door Hem aangegrepen om diezelfde mensheid te behouden, althans, de mensen die op Hem hun vertrouwen stellen. En dat laatste is de kern.

De boodschap van een onverbeterlijk slechte wereld en een Schepper die tot haar neerdaalde om haar te redden is uniek voor het christendom. Jezus is de kern van die boodschap.

 

Jezus vergeleek Zichzelf met ‘ de steen die de bouwlieden hadden verworpen ’ en die ‘geworden was tot een hoeksteen’. De verworpen Jezus beweert de basis te zijn van iets totaal nieuws, dat God al tweeduizend jaar bezig is te bouwen en waar iedereen die Hem gelooft deel van is.

Is het niet van groot belang te ontdekken of Jezus en zijn boodschap waarheid zijn of leugen?

 

 

heilige geest

Pinksteren 2022

‘En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen'

Johannes 14:16-17

 

Pinksteren, het feest waarop de Heilige Geest kwam. Jezus maakte waar, wat Hij in de bovenzaal aan zijn discipelen beloofde. Jezus noemde de Geest 'een andere Trooster'. Wie is dan de eerste Trooster? Dat is Jezus. Die hadden de discipelen een jaar of drie tussen zich in gehad en Hij had hen geleid en gevoed. Maar Jezus ging naar de Vader. En dus was er een andere Trooster nodig. Het woord voor 'Trooster' in de grondtekst is ‘Parakletos’, letterlijk ‘erbij geroepene’, iemand die je om hulp roept. De betekenis is ook vaak: pleitbezorger of advocaat. Zowel de Heer Jezus als de Geest nemen die taak op Zich, Jezus doet dat in de hemel en de Geest op aarde.

 

Maar de Geest die kwam in plaats van Jezus was geen vreemde. Hij wordt in Handelingen 16:7 'de Geest van Jezus' genoemd. Daarom kon Jezus vlak voor zijn kruisdood tegen de discipelen zeggen: 'Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven. Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u.' (Joh.14:18-20). Hij zou hen niet als wezen achterlaten maar tot hen komen in in hen zijn. Dat slaat op de uitstorting van de Heilige Geest waardoor Jezus Zelf in hen kwam wonen. Hij is er voor de zijnen in de hemel en op aarde.

 

In de hemel: ‘Wie zal veroordelen? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit.’ (Romeinen 8:34) Op aarde: ‘En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.’ (Romeinen 8:26.) Jezus en de Heilige Geest zien we in het beeld van Mozes, die met de staf in zijn handen voor het strijdende volk Israël bidt. (Exodus 17:8-16). Met de staf omhoog heeft Israël de overhand. Maar zakt de staf, dan heeft Amalek de overhand. Het zijn Jozua en Hur die de armen van Mozes ondersteunen. Jezus en de Geest ondersteunen de christen in zijn aardse strijd.

 

De Geest gaat nooit meer bij ons weg: ‘opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid’, zegt Jezus. En: ‘want Hij blijft bij u en zal in u zijn’. Later zou Paulus dit verder uitwerken in zijn brieven. Meermalen lezen we dat de Heilige Geest in de gelovigen woont: 'Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem. Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont.’ (Romeinen 8:9-11).

 

Dit gaat over onze natuurlijke toestand als zondige mensen. Wij kunnen uit onszelf niet leven tot eer van God. ‘Het lichaam is dood vanwege de zonde’. Maar door de werking van Gods Geest in ons, kan God in dat zondige lichaam nieuw leven wekken, waaruit vrucht ontspringt voor Hem. Het gaat hier niet over de opstanding uit de doden maar om de werking van de Geest in ons lichaam dat vanwege de zonde van nature dood en onvruchtbaar is. Daarover spreekt Jezus ook, als Hij met zijn discipelen op weg is van de bovenzaal naar Gethsemané. Hij gebruikt naar zijn gewoonte aanschouwelijk onderwijs. Ze lopen tussen tuinen door in de bovenstad, waar wijnranken reeds in blad staan. Jezus wijst op de ranken en noemt Hij Zichzelf de wijnstok. Zijn discipelen vergelijkt Hij met de ranken. Zij kunnen alleen vrucht dragen als zij in de wijnstok blijven. Maar als iemand niet in Hem blijft, verdort hij. Er komt dan geen vrucht. ‘Het lichaam is dood vanwege de zonde’. Wat die vrucht is lezen we in: ‘De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.’ (Galaten 5:22).

 

Paulus schrijft dat de Heilige Geest vanaf Pinksteren op aarde woont. Dat geldt voor elke gelovige afzonderlijk: ‘Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?’ (1 Korinthe 6:19). Dat geldt ook voor de gemeente als geheel: ‘Weet u niet dat u (Grieks: meervoud) Gods tempel bent en dat de Geest van God in u (Grieks: meervoud) woont? (1 Korinthe 3:16)

 

Het moment zal komen dat het omgekeerde gebeurt als met Pinksteren. Dan zal de Heilige Geest terugkeren naar de hemel. Echter, de Geest vertrekt niet alleen. Hij neemt een enorme menigte van gelovigen mee naar de hemel. De in Christus ontslapenen worden opgewekt. De levende gelovigen worden veranderd. En samen gaan zij, met de Heilige Geest in Zich, die bij is en in hen is tot in eeuwigheid, de Heer tegemoet in de lucht. Op aarde ontstaat dan voor korte tijd een machtsvacuüm. Daarom is de opname van de gemeente een oordeel voor deze wereld. De positieve invloed die de ontplooiing van het kwaad voor circa 2000 jaar heeft weerhouden, is weggenomen. (2 Thessalonicenzen 2:6,7).

 

Gelukkig zendt God zijn Geest opnieuw uit. Maar zij woont niet langer op aarde. Zij werkt op aarde. Zij brengt dingen in beweging op aarde. Honderdvierenveertigduizend Israëlieten worden verzegeld, 12.000 uit elke stam. (Openbaring 7). Zij worden gebruikt als instrumenten om een grote menigte uit alle volkeren op aarde het evangelie te brengen en klaar te maken voor de verwachting van de komende Messias, die zal afrekenen met alle duivelse machten die op aarde losbreken. Het zijn de zeven Geesten van God die voor zijn troon zijn (Openbaring 4:5) en die als de zeven ogen en zeven horens van het Lam worden uitgezonden over de gehele aarde (Openbaring 5:6). Het is weer zoals in het Oude Testament, toen God zei: ‘Zie de ogen des HEREN gaan over de ganse aarde om krachtig bij de staan wier hart volkomen naar Hem uitgaat’ (2 Kronieken 16:9).

 

Wil je meer lezen over die uitzonderlijk zware zeven jaren waarin de gemeente in de hemel is en op aarde de eindstrijd losbreekt tussen God en de duivel? Kijk dan eens op deze website naar de pagina's met uitleg over Openbaring.

 

 

Hij kwam

Hij kwam bij ons heel gewoon…

Een bekend lied uit opwekking (268). Maar klopt het? Heel gewoon? De Zoon van God als Mensenzoon?

Eigenlijk was niets gewoon, die kerstnacht. Is het gewoon, een volkstelling waarvoor je verplicht bent dagen te reizen? Is het gewoon, geen onderdak tijdens een bevalling? Is het gewoon, massa’s engelen die aan herders verschijnen? Is het gewoon, een karavaan magiërs die weken hebben gereisd omdat ze een ster zagen en kostbare geschenken aanbieden? Is het gewoon dat een pasgeboren kind moet vluchten naar het buitenland? Is het gewoon dat de regering alle kinderen van twee jaar en jonger laat vermoorden in het dorp waar je geboren bent?

Maar de belangrijkste vraag: ‘Is het gewoon dat de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde, van het onmetelijke universum met al haar hemellichamen en wetmatigheden, wordt geboren als Mens tussen de mensen?

 

Nee, het is niet gewoon. Het is absurd. Het is onbegrijpelijk, ondoorgrondelijk. Niet te bevatten voor het menselijk verstand.

Is dat de reden waarom velen niet meer in het Kerstkind geloven? Omdat dit met het verstand niet te begrijpen is? Maar met het verstand is niets te begrijpen. Kan de mens ‘tijd’ doorgronden? Kan de mens ‘ruimte’ volledig bevatten? Kan de mens ‘bewustzijn’ snappen? Kan de mens ‘leven’ begrijpen?

Jezus probeerde in eenvoudige taal te zeggen wat er gebeurde met zijn geboorte: ‘Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen…’. Met het geloof kunnen we dat omarmen. Niet met het verstand. Hoe hield de Zoon alles draaiende terwijl hij in de kribbe lag? Die machteloze armpjes, met die schokkerige, willekeurige beweginkjes? Droegen die het heelal? Die armen, die een jaar of 33 later uitgerekt aan het kruishout hingen, met de spijkers in de polsen, ondersteunden die de kosmos?

 

Wij kunnen de Zoon niet begrijpen. Nog minder dan dat we de Vader kunnen begrijpen. Het is de Zoon in Wie God Zich heeft geopenbaard. Van de Zoon wordt gezegd dat Hij de ‘uitstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van zijn Wezen.’ Maar juist daardoor is de Zoon onbegrijpelijker. ‘Niemand kent de Zoon dan de Vader. En niemand kent de Vader dan de Zoon en hij aan wie de Zoon Hem wil openbaren.’

Niemand kent de Zoon dan de Vader. De Zoon, Mens geworden en tevens God, is ondoorgrondelijk. Terwijl Hij zat te praten met een belangrijke Farizeeër kon Hij zeggen: ‘Niemand is opgevaren in de hemel dan Hij die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des mensen die in de hemel is.’ Op dat moment was Hij op aarde, maar ook in de hemel. ‘Die in de hemel ís…’. Mens en tevens God. Op aarde en tevens in de hemel. Machteloos in de kribbe en Almachtige onderhouder van het universum.

 

Hij kwam bij ons…. Maar niet gewoon... Nee, zijn komst was het meest ongewone dat ooit had plaatsgevonden.

 

Zoon van God

Wie in de evangeliën zoekt naar woorden van Jezus waarin Hij zichzelf de Zoon van God noemt, komt die slechts in zeer bedekte termen tegen. Zelfs in het evangelie naar Johannes, dat Jezus schildert als Zoon van God, is de uitspraak van Jezus dat Hij de Zoon van God is uiterst zeldzaam. Bijna overal noemt Hij Zich ‘Zoon des mensen’, bijna nergens 'Zoon van God'. Wat kunnen we daaruit leren?

 

Dit tekent het karakter van God. Hij dringt Zich niet naar de voorgrond. Hij trekt niet de aandacht. Hij legt het er niet duimendik bovenop. Elke geldingsdrang is Hem vreemd. Kijk naar de schepping. Prachtig, uitgebalanceerd en eindeloos complex. Maar nergens in de schepping is ook maar een handtekening, een expliciet bewijs, een oorkonde of ondubbelzinnige verwijzing naar de Maker te vinden

Kijkend naar de eindeloze vindingrijkheid die eigen is aan het heelal, ons zonnestelsel en alle natuur op aarde, kan het niet anders of de Architect van ons heelal beschikt over eindeloze vermogens. Zo is het ook met Jezus in de evangeliën. Meermalen horen we Hem in het Johannesevangelie zeggen dat ze Hem moeten geloven om de werken die Hij doet, als ze Hem niet kunnen geloven op zijn woorden.

Het waren slechts weinigen tot Wie dit doordrong. Sporadisch horen we mensen de enig mogelijke conclusie trekken. Als Jezus zijn discipelen vraagt wie de mensen zeggen dat Hij is, dan krijgt Hij als antwoord. 'Sommigen: Johannes de doper; anderen: Elia; en weer anderen: Jeremia of één van de profeten.' Als Hij vervolgens aan Petrus vraagt, wie hij zegt dat Jezus is, dan volgt voor de enige keer in alle evangeliën: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God”.

Verder zinspeelt Jezus alleen met een eenvoudige vraag op Wie Hij is. In een van Davids Psalmen noemt David de Messias, die hem eenmaal zou opvolgen en die zijn troon voor eeuwig zou bezetten: “Heer”: En vervolgens vraagt Jezus de religieuze top van zijn dagen: “Als David Hem “Heer” noemt, hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?”

Uiteindelijk grijpt de godsdienstige elite dit aan om Hem tot de kruisdood veroordeeld te krijgen. Maar nimmer neemt Jezus zelf deze pretenties in de mond. Als ze Hem in het finale ochtendproces vragen ‘Maar bent u dan de Zoon van God’, dan luidt het antwoord alleen: 'U hebt het gezegd'.

Als de Romeinse hoofdman over honderd getuige is geweest van Jezus' sterven en het natuurgeweld daarna, zegt hij: 'Waarlijk, deze mens was Gods Zoon'. Jezus is Niemand minder dan de essentie van het heelal, Die is, Die was en Die komt, uit Wie en door Wie en tot Wie alle dingen zijn. Hij liet het aan ons over om die conclusie te trekken.

 

 

God en Mens

De mens is rentmeester van Gods schepping. Hij kreeg van God de OPDRACHT :

'Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!'

 

De mens heeft alles echter al heel snel verkwanseld. Dat gebeurde doordat de mens zijn vertrouwen stelde op de verkeerde partij, de duivel, die zich voordoet als engel van het licht maar integendeel uit is op de totale vernietiging van de mens. Al duizenden jaren is de mensheid in de greep van de zonde en de dood. Was er iemand die haar daaruit zou kunnen verlossen?

 

Over de HEERSCHAPPIJ VAN DE ZONDE EN DE DOOD schrijft de apostel Paulus:

'Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, omdat allen gezondigd hebben.'

De gevolgen van de verkeerde keuze van de mens strekking zich uit over de HELE SCHEPPING :

'Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.'

De schepping moest worden teruggekocht en worden bevrijd van alle ellende. Wie zou dat kunnen? Wie is waardig om de schepping los te kopen van zonde en dood? In het laatste bijbelboek KLINKT DE VRAAG :

‘Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?’

 

De boekrol, dat is de koopacte van de schepping en het reinigingsprogramma van hemel en aarde. Niemand in de hemel en op aarde of onder de aarde is waardig om dit karwei te klaren, behalve het Lam, dat als geslacht staat in het midden van Gods troon, de Here Jezus. Alleen een mens kon de mens en de schepping vrijkopen want het was een mens die in zonde was gevallen. Maar alle nazaten van de eerste mens, Adam, vielen onder de vloek en de slavernij waartoe ze zichzelf verkocht hadden in ruil voor kennis van goed en kwaad. Er moest iemand komen, die vrij was van deze vloek, iemand buiten de lijn van Adam. Dat was alleen God want God had Adam geschapen. Maar het moest ook een mens zijn want het waren mensen die hadden overtreden. Daarom werd God een Mensenzoon en als zodanig kocht Hij de schepping vrij van alle vormen van slavernij waarin zij gevangen was. Maar God werd mens buiten de lijn van Adam. De geslachtlijn van Jezus liep via Maria eindigt met de volgende reeks:

'... DE ZOON VAN ENOS, DE ZOON VAN SETH, DE ZOON VAN ADAM, DE ZOON VAN GOD .'

 

God verlost ten koste van zichzelf. Hij gebruikt niet een engel maar draagt zelf de gevolgen van de keuze van de mens door Mens te worden. DIE GEVOLGEN WAREN ECHTER ONNOEMELIJK :

'Zoals dus door één overtreding de veroordeling gekomen is over alle mensen tot verdoemenis, zo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardiging van het leven.

En het is met de gave niet zoals het was door de ene die zondigde. Want de veroordeling leidde ten gevolge van één overtreding wel tot verdoemenis, maar de genadegave bij vele overtredingen tot rechtvaardiging.'

 

De verlossing die Jezus bewerkte op het kruis van Golgotha lijkt op het keren van een lawine. Een lawine wordt getriggerd door een kleine beweging, hoog in de bergen. Zo was slechts één betrekkelijk kleine daad nodig om de mensheid en de schepping een verkeerde richting op te duwen: het eten van de verboden vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad. Maar in het dal heeft de lawine een duizelingwekkende kracht en omvang gekregen en wordt iedereen bedolven, die eronder terecht komt. De gevolgen van de ene verkeerde daad strekten zich uit tot miljarden mensen en duizenden miljarden verkeerde keuzes van al die mensen. De inspanning die nodig was om de onvoorstelbare consequenties van de zondeval teniet te doen is ontzagwekkend groot geweest. Jezus Christus heeft die inspanning geleverd en ieder die op Hem zijn vertrouwen stelt, deelt in DE HEERLIJKE GEVOLGEN VAN ZIJN WERK .

'Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus.'

 

 

kerst

‘ TOEN DE VOLHEID VAN DE TIJD GEKOMEN WAS, ZOND GOD ZIJN ZOON… 

Zoals EEN SCHIP volledig is uitgerust, met alle lading, alle scheepstuig en alle mankracht aan boord om te kunnen afvaren, zo was ook de tijd compleet en toegerust voor de Zoon van God om de reis naar de aarde te maken. Wat is de diepe betekenis van kerst?

 

De geboorte van Jezus Christus was voor Hem een ‘ontlediging’, een unieke en onvoorstelbare afdaling die nooit eerder in de geschiedenis van de schepping was voorgekomen en die daarna ook nooit weer zou plaatsvinden.

‘… JEZUS CHRISTUS , Hij die in de gestalte van God zijnde, het geen roof geacht heeft God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft en de gestalte van een slaaf heeft aangenomen en de mensen gelijk is geworden...'

Hier staat letterlijk dat Jezus Christus God was en Mens is geworden, de grootste van alle afdalingen die ooit heeft plaatsgevonden. Dat gebeurde in ‘de volheid van de tijd’. De tijd was toegerust om alles wat over Hem geschreven stond in vervulling te laten gaan. Zeer vele voorzeggingen vanaf het begin van de schepping hadden zich opgestapeld en in zijn leven als Mens zouden die allemaal uitkomen.

 

De eerste voorspelling was dat DE MAAGD ZWANGER ZOU WORDEN EN EEN ZOON ZOU BAREN . Jezus was geen Zoon van Jozef. Alleen van Maria. Daarom wilde Jozef haar IN HET GEHEIM VERSTOTEN . Zij waren verloofd en hadden nog geen gemeenschap. Toch werd zij zwanger. Hij kende de wetmatigheden en was ervan overtuigd dat zij overspel had gepleegd. Er moest een engel aan te pas komen om hem op andere gedachten te brengen. Jozef geloofde de engel en was gerustgesteld over de integriteit van zijn verloofde.

Dat de maagd zwanger zou worden was al 700 JAAR VOOR CHRISTUS VOORZEGD DOOR DE PROFEET JESAJA . Echter, er is een nog veel oudere geboorteaankondiging. Vlak na de zondeval klinkt Gods oordeel tegenover de duivel:

‘...en Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en HAAR ZAAD en het zal u de kop vermorzelen en u zult het de hiel vermorzelen.'

 

Het zaad van de vrouw... De maagd Maria werd zwanger en baarde Jezus. Voor het vermorzelen van de hiel van het vrouwenzaad was het nodig dat een eeuwenlange ontwikkeling in de marteldood tot voltooiing was gekomen: de kruisiging. Deze foltering was UITGEVONDEN DOOR DE ASSYRIËRS OF DE BABYLONIËRS , meer dan 500 voor Christus en geperfectioneerd door de Romeinen, die draadnagels door de polsen en door de hiel van het slachtoffer joegen. Het ENIGE OVERBLIJFSEL VAN EEN KRUISELING DAT OOIT IS GEVONDEN , geeft een duidelijk getuigenis van deze methode van terechtstelling.

Het was toen deze afzichtelijke marteling ‘klaar’ was om te worden losgelaten op de Zoon, die Mens zou worden, dat Hij deze afdaling begon:

‘...en uiterlijk een mens bevonden heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam wordend tot de dood, ja tot DE KRUISDOOD .’

Alleen om die reden kon de engel zeggen: ‘ U IS HEDEN EEN HEILAND GEBOREN ’. Om die reden werd vlak na zijn geboorte al tot zijn moeder, Maria gezegd: ‘ OOK DOOR UW EIGEN ZIEL ZAL EEN ZWAARD GAAN .’

 

Intussen is dit al bijna 2000 jaar geleden gebeurd en wachten wij op een nieuwe volheid van de tijd. Dit maal is het een ‘ VOLHEID VAN DE TIJDEN ’ (meervoud). Het is een hoogtepunt waar alle voorgaande tijden op uitlopen:

'...om alles wat in de hemel en wat op de aarde is ONDER ÉÉN HOOFD samen te brengen in Jezus Christus.’

Dat gaat echter niet zonder slag of stoot. Er is een heel boek voor nodig om uit de doeken te doen hoe alles onder het gezag van Jezus Christus zal worden samengebracht. Het is het boek Openbaring waarin HET LAM HET ENE NA HET ANDERE ZEGEL VAN DE BOEKROL VERBREEKT om het eigendom van alle dingen voor zich op de eisen op grond van zijn volbrachte kruiswerk.

WIE ZICHZELF VERNEDERT, ZAL WORDEN VERHOOGD .

 

‘…daarom heeft God Hem EEN NAAM GEGEVEN DIE BOVEN ALLE NAAM IS opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt, van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder aarde zijn, en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.’

 

 

doeken

‘ …EN ZIJ BAARDE HAAR EERSTGEBOREN ZOON, WIKKELDE HEM IN DOEKEN EN LEGDE HEM IN DE KRIBBE, OMDAT ER VOOR HEN GEEN PLAATS WAS IN DE HERBERG. 

Met kerst staat de kribbe centraal. De kribbe staat voor de nederigheid waarmee Jezus, de Zoon van God, afdaalde naar ons mensen. Er was voor Hem geen plaats in de herberg. Wat weten we verder van de omstandigheden waaronder Jezus werd geboren?

 

Vanwege het bevel van Keizer Augustus in verband met de volkstelling moest Jozef met zijn zwangere Maria een reis maken van circa 160 kilometer VAN NAZARETH NAAR BETHLEHEM . Tot overmaat van ramp was het erg druk op de plaats van bestemming. De herberg zat tot de nok toe vol. Daardoor was er geen wiegje of bedje voor Hem en geen onderkomen voor zijn ouders. Alleen EEN VOERBAK . Menselijkerwijs gesproken kwam zijn komst ongelegen. Echter, door de omstandigheden rond zijn geboorte werd Jezus precies geboren op de plek die DE PROFEET MICHA 700 jaar eerder had aangekondigd.

 

Een kerststal heeft vaak een nostalgisch dak maar OOSTERSE STALLEN zijn meestal niet meer dan MET STENEN OMHEINDE STUKJES LAND . Jezus is geboren onder de blote sterrenhemel. Daarom waren de doeken belangrijk, om Hem warm te houden bij de lage nachttemperaturen.

Doeken werden historisch ook gebruikt voor het VERS HOUDEN VAN BROOD . Jezus is het brood des levens. Na de spijziging van de 5.000 HEEFT HIJ HET VOLGENDE GEZEGD :

“Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben … Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld.”

 

Jezus is het brood dat eeuwig leven geeft. In Bethlehem werd dit brood van het leven in doeken gewikkeld. ‘Bethlehem’ betekent ‘ BROODHUIS ’. Bethlehem was de plaats waar het levende brood vanuit de hemel neerdaalde en van waaruit het uitging om leven te geven aan ieder die gelooft, die het levende brood ‘eet’. JEZUS ZEI :

‘Als u het vlees van de Zoon des mensen niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij.’

 

Jezus stelt het dagelijks brood en het brood van het leven tegenover elkaar:

‘Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zijn gestorven. dit is het BROOD DAT UIT DE HEMEL NEERDAALT , opdat men daarvan eet en niet sterft.’

Jezus laat ook zien wat het ‘eten’ van het brood van het leven inhoudt:

‘Want dit is de wil van mijn Vader, dat ieder die de Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en IK ZAL HEM OPWEKKEN OP DE LAATSTE DAG .’

 

De kern van de boodschap is: geloof in Jezus en je wordt door Jezus uit de doden opgewekt op de ‘laatste dag’. Dat is de ‘laatste dag’ van het tijdperk dat begon met zijn nederige komst op aarde. Het is de dag van de ‘ LAATSTE BAZUIN ’, wanneer allen die in Hem hebben geloofd, zullen opstaan en samen met de dan levende gelovigen in wolken zullen worden opgenomen, DE HEER TEGEMOET IN DE LUCHT . Het is de laatste dag van de tijd die begon met zijn afdaling naar deze wereld en die eindigt met DE VERGADERING uit deze wereld van allen die in Hem hebben geloofd.

 

De doeken speelden niet alleen een belangrijke rol bij zijn geboorte. Ze waren er ook op zijn begrafenis. Nadat Jezus was gekruisigd en gestorven kocht Jozef van Arimathea EEN STUK LINNEN , nam Jezus’ lichaam van het kruis, wikkelde het in het de linnen doek en legde het in zijn eigen, nieuw in de rots uitgehouwen graf. Het brood van het leven kwam en ging ‘in doeken gewikkeld’. Het brood van het leven is nog steeds beschikbaar, voor iedereen. Bijna is het zover. Dan blaast de laatste bazuin. Dan breekt de laatste dag aan.

WIE IN HEM GELOOFT, ZAL LEVEN, OOK AL IS HIJ GESTORVEN .'

 

 

opstanding

Met Pasen denken we terug aan de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Dit gegeven maakt het christendom (met het Jodendom en de Islam, als voorloper en afleider van het christendom) uniek tussen alle andere godsdiensten en wereldbeelden. Wat is het belang van de opstanding van Jezus?

 

Buiten het Jodendom, Christendom en de Islam - die elk hun oorsprong vinden in de Bijbel - is er geen religie die een opstanding uit de doden leert. Alle andere religies leren wel het bestaan van een hiernamaals, waarbij de ziel of de geest van de mens het lichaam overleeft en voortleeft in een ‘ PARADIJS ’ of een ‘ WALHALLA ’. Het BOEDDHISME leert een eindeloze cyclus van reïncarnaties, waarbij de geest telkens terugkeert in een ander lichaam. Geen enkel wereldbeeld buiten de Bijbel, leert dat het lichaam zelf weer zal opstaan, of dat nu is begraven of is gecremeerd. Daarover is de Bijbel zelfs veel stelliger en duidelijker dan over een eventueel voortleven van de ziel na het overlijden.

 

Er zijn enkele teksten die aangeven dat er een BEWUSTE TOESTAND VAN DE ZIEL OF DE GEEST IS NA HET OVERLIJDEN . Te denken valt aan het evangelie naar Lukas met de vertelling door de Heer van DE RIJKE MAN EN DE ARME LAZARUS en de belofte van Jezus aan de gekruisigde rover, die tot inkeer kwam: ‘ IK ZEG U: HEDEN ZULT U MET MIJ IN HET PARADIJS ZIJN .’ Verder kan gedacht worden aan een brief van Paulus, 2 Korinthe, waarin hij schrijft over ‘ HET VERBLIJF IN HET LICHAAM VERLATEN EN BIJ DE HEER INWONEN ’. Verder spreekt de brief aan de Hebreeën over ‘ TOT VOLMAAKTHEID GEKOMEN GEESTEN ’ en Openbaring over ‘ ZIELEN ONDER HET ALTAAR ’.

Maar met deze schaarse vermeldingen houdt het op. En nergens wordt gesteld dat – als we niet zouden geloven in een bewuste toestand na het overlijden – de basis onder het christelijk geloof wegvalt en we geen enkele hoop meer hebben. Dat wordt echter wel gesteld over DE LEER VAN DE OPSTANDING :

‘Maar als er geen opstanding van doden is, dan is ook Christus niet opgewekt; en als Christus niet is opgewekt, dan is ook onze prediking vergeefs, en vergeefs is ook uw geloof; en dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn….En als Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof inhoudsloos, dan bent u nog in uw zonden; dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen in dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de ellendigste van alle mensen.’

 

Verder is het getuigenis van de bijbel over de opstanding overvloedig en zonneklaar in vergelijking met de schaarse en soms wat schimmige mededelingen over het zielenleven na de dood.

 

Reeds in het Oude testament verkondigt JOB :

‘Ik weet echter: mijn Verlosser leeft,

en Hij zal ten laatste over het stof opstaan.

En als mijn huid aldus geschonden is,

zal ik uit mijn vlees God aanschouwen.

Ik zelf zal Hem aanschouwen,

en mijn ogen zullen Hem zien, niet een vreemde;

mijn nieren bezwijken van verlangen in mijn binnenste.’

 

JESAJA verkondigt:

‘Herleven zullen de doden – ook mijn lijk – opstaan zullen zij.

Ontwaakt en jubelt, gij die woont in het stof.

Want uw dauw is een dauw van licht;

en de aarde zal aan de schimmen het leven geven.’

 

In de aankondiging van zijn lijden zegt Jezus tegen zijn discipelen tot drie maal toe dat Hij, na mishandeld en gestorven te zijn, na drie dagen zou opstaan. De drie synoptische evangeliën, MATTHEÜS MARCUS en LUCAS , noemen alle drie deze voorzeggingen. Bovendien heeft Hij ook de godsdienstige elite meermalen gezegd, dat Hij zou opstaan. Dat deed hij toen ze vroegen om een teken AAN HET BEGIN VAN ZIJN DIENST naar aanleiding van zijn actie om de tempel schoon te vegen:

‘Welk teken toont U ons, dat U deze dingen doet? Jezus antwoordde en zei tot hen: Breekt dit tempelhuis af en in drie dagen zal Ik het oprichten….Hij sprak over het tempelhuis van zijn lichaam.’

 

Later vroegen ze Hem om een TEKEN UIT DE HEMEL . En toen antwoordde Jezus:

‘Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken en het zal geen teken worden gegeven dan het teken van de profeet Jona. Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal ook de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.’

Deze uitspraken hadden zich vastgeklonken in het geheugen van de godsdienstige elite en waren aanleiding om drastische maatregelen te nemen. Nota bene op de sabbat die volgde op de kruisiging gingen ze naar Pilatus om te verzoeken om een WACHT BIJ HET GRAF VAN JEZUS .

‘Heer wij hebben ons herinnerd dat deze verleidder, toen Hij nog leefde heeft gezegd: Na drie dagen wordt Ik opgewekt. Beveel dan dat het graf wordt beveiligd tot de derde dag, opdat niet misschien zijn discipelen komen en Hem stelen en tot het volk zeggen: Hij is opgewekt van de doden…’

 

De kruisiging had bij de discipelen echter alle hoop op een toekomst met hun Messias de bodem in geslagen. Meermalen vertelden de vrouwen, die van het graf kwamen, dat hun Meester niet langer in het graf lag en was opgestaan. MAAR ZE GELOOFDEN ER GEEN SNARS VAN . En meermalen moest Jezus aan hen verschijnen en met hen spreken om hen in beweging te krijgen. Pas na de uitstorting van de Heilige Geest, begon de boodschap van de opstanding zich door Jeruzalem, Judea en het Romeinse rijk te verspreiden.

Niet de maagdelijke geboorte van Jezus, niet het heilige leven van Christus en zelfs niet de kruisiging van Jezus maar de opstandig van Jezus was het centrale thema. Op de PINKSTERDAG klonk het ten aanhoren van de Joden te Jeruzalem, onderbouwd door de Psalmen van David:

‘Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn…Laat het hele huis van Israël dan zeker weten, dat God Hem zowel tot Heer als tot Christus heeft gemaakt, deze Jezus die u hebt gekruisigd.’

 

En enige tijd later, naar aanleiding van de genezing van een KREUPELE BIJ DE TEMPEL :

‘U echter hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en gevraagd dat u een moordenaar zou worden geschonken; de Vorst van het leven echter hebt u gedood, die God heeft opgewekt uit de doden, van Wie wij getuigen zijn.’

En een dag later voor het SANHEDRIN :

‘…laat dan aan u allen en aan het hele volk van Israël bekend zijn, dat door de naam van Jezus Christus de Nazoreeër, die u hebt gekruisigd, die God uit de doden heeft opgewekt, door die naam deze gezond voor u staat.’

En weer enige tijd later, opnieuw voor het SANHEDRIN :

‘De God van onze vaderen heeft Jezus opgewekt, die u hebt omgebracht door Hem te hangen aan een hout. Deze heeft God als Overste Leidsman en Heiland door zijn rechterhand verhoogd…’

 

En enkele jaren later, bij de eerste prediking door Petrus aan kring van de ROMEINSE HOOFDMAN :

‘Hem hebben zij ook gedood door Hem te hangen aan een hout. Deze heeft God op de derde dag opgewekt en gegeven dat Hij openbaar werd, niet aan het hele volk, maar aan getuigen die door God tevoren verkozen waren, aan ons die met Hem hebben gegeten en gedronkenken, nadat Hij uit de doden was opgestaan…’

En weer later, bij de eerste prediking in ANTIOCHIË van Asia (huidige Turkije) op de eerste zendingsreis door de apostel Paulus:

‘Toen zij nu alles hadden volbracht wat over Hem geschreven stond, namen zij Hem van het hout af en legden Hem in een graf. God echter heeft Hem uit de doden opgewekt en vele dagen lang is Hij verschenen aan hen die met Hem waren opgegaan van Galileéa naar jeruzalem, die nu zijn getuigen zijn bij het volk.

En weer enige tijd later op de AREOPAGUS IN ATHENE , op de tweede zendingsreis van Paulus:

‘Met voorbijzien van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen dat zij zich allen overal moeten bekeren, omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een Man die Hij daartoe heeft bestemd, waarvan Hij aan alleen zekerheid heeft gegeven door Hem uit de doden op te wekken.’

 

Na twee jaar gevangen gezeten te hebben vanwege aanklachten en aanslagen door de Joden – die niets willen weten van Jezus Christus en een opstanding uit de doden, krijgt Paulus de gelegenheid om een getuigenis af te leggen voor de KONING AGRIPPA , de opvolger van Herodes, en dit getuigenis draait om de opstanding:

‘Daar ik nu hulp van God heb verkregen, sta ik tot op deze dag en getuig voor klein en groot zonder iets te zeggen buiten wat de profeten en Mozes hebben gesproken dat zou gebeuren: dat de Christus moest lijden en dat Hij als eerst uit de opstanding van de doden een licht zou verkondigen zowel aan het volk als aan de volken.’

 

Vreemd genoeg is de centrale boodschap van het christendom verdrongen door iets totaal anders, namelijk het geloof in een voortleven van de ziel na de dood. Maar hoewel de bijbel dit laatste niet ontkent is dat absoluut niet de kern. Een voortleven van de ziel na de dood is een boodschap die het christendom gemeen heeft met veel verschillende religies. De indruk kan daardoor ontstaan dat het allemaal op hetzelfde neerkomt en tegenwoordig denken veel mensen dat dan ook. Dit wordt door BEPAALDE KERKEN zelfs gepromoot, dat er geen essentieel verschil zou zijn tussen de leer van Christus en diverse religies. Maar de kern van de leer van Christus is de opstanding van Jezus Christus uit de doden. De opstanding van Jezus Christus uit de doden wijst vooruit naar de opstanding van uiteindelijk ALLE mensen uit de dood. Hierboven geeft Paulus aan: Hij is 'de eerste uit de opstanding van de doden'. De opstanding van Jezus heeft consequenties voor elk mens die ooit heeft geleefd.

‘WANT EVENALS IN ADAM ALLEN STERVEN, ZO ZULLEN OOK IN CHRISTUS ALLEN LEVEND GEMAAKT WORDEN.’

 

 

grafdoeken

De grafdoeken van Jezus krijgen een belangrijke plaats in de evangeliën. ALLE EVANGELISTEN noemen het stuk linnen dat Jozef van Arimathéa kocht voor de begrafenis van Jezus.

 

Jozef nam het lichaam van Jezus van het kruis, wikkelde het in het linnen en legde het in een nieuw graf, dat hij voor zichzelf in een rots had uitgehouwen. Hij sloot het graf af door een steen voor de ingang van het graf te wentelen. Wat was de invloed van deze grafdoeken en waar zijn ze sinds de gebeurtenissen van Pasen gebleven?

 

Op de morgen van de opstanding worden de GRAFDOEKEN OPNIEUW genoemd. Gealarmeerd door Maria Magdalena over de weggerolde steen en het verdwenen lichaam, snellen Petrus en Johannes samen naar het graf. Daar ziet eerst Johannes de doeken liggen. Daarna volgt Petrus, die het graf zelfs binnen gaat. Johannes beschrijft de situatie als volgt in ZIJN WEERGAVE VAN HET EVANGELIE :

“En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in. Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats.”

Hier is sprake van minimaal drie verschillende doeken: de zweetdoek, die op zijn hoofd was geweest, afzonderlijk opgerold op een andere plaats en ‘de doeken’, (meervoud, minimaal twee) waar deze niet bij lag.

Daarna vermeldt de tekst van het Johannesevangelie:

“Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde. Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan.”

 

Johannes had er meer moeite mee het graf te betreden dan Petrus. Dat kan te maken hebben met de Joodse wet, die zegt dat een mens door de aanraking van een graf gedurende ZEVEN DAGEN ONREIN is.

Toen hij dan toch ook naar binnen ging, trof hij daar iets aan wat de basis vormde voor zijn prille geloof in de opstanding. Het was geloven door iets te zien. Johannes geeft aan dat het op dat moment voor hem ook niet anders kon omdat ze de schrift nog niet kenden. Voor de miljoenen die na hem kwamen, was het geloof uit het gehoor, het horen van de Schrift. Maar Johannes was de eerste die tot geloof kwam in de opstanding van Jezus en wel door wat hij op dat moment zag in het graf: de doeken.

 

Terwijl hij de doeken daar zo zag liggen, schoot plotseling de enige mogelijkheid Johannes door het hoofd. En misschien heeft hij het op dat moment met grote blijdschap in zijn verraste stem uitgedrukt: ‘Petrus, Hij leeft!... Het kan niet anders. Hij leeft!’

Want zou iemand, die het lichaam stal, dat niet met doeken en al stelen? Waarom zou een dief van het lichaam, het uit de doeken wikkelen om geconfronteerd te worden met de tekens van de zware folteringen? En was een in linnen gewikkeld lichaam niet veel gemakkelijker te dragen dan een ontbloot lichaam? De lege doeken lieten voor Johannes maar één mogelijkheid over: de Heer was opgestaan en nieuwe hoop doorstroomde zijn ziel: ‘Petrus, Hij leeft!’

 

Later is Petrus NOGMAALS NAAR HET GRAF gegaan, toen de vrouwen berichtten dat ze engelen hadden gezien, die vertelden dat Jezus was opgestaan. We lezen dat de discipelen hen niet geloofden en vervolgens:

‘Maar Petrus stond op en snelde naar het graf en toen hij zich vooroverboog, zag hij alleen de linnen doeken liggen. En hij ging weg en verwonderde zich over wat er gebeurd was.’

 

De linnen doeken, die daar, zonder lichaam van Jezus, in het graf lagen, krijgen een belangrijke plaats in de evangeliën en hoe ze daar lagen. Voor Johannes waren ze de eerste glimp van geloof, voor Petrus een bron van verwondering. En er is nog veel meer over deze doeken te melden.

 

 

Geschilderd

Sommige opmerkingen in de brieven van Paulus wijzen erop dat Paulus zijn gehoor in zijn evangelieverkondiging meenam naar Golgotha en gedetailleerd verslag deed van het verschrikkelijke kruislijden van de Here Jezus.

 

Zo'n aanwijzing vinden we in zijn brief aan de Galaten,HOOFDSTUK 3, VERS 1:

‘O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd om de waarheid niet te gehoorzamen; u voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd alsof Hij onder u gekruisigd was?’

Zijn onderwijs was dermate aanschouwelijk dat het leek of zijn toehoorders zelf bij de kruisiging aanwezig waren geweest. Hoe zou Paulus dat hebben gedaan? Had hij misschien iets waarmee hij Jezus' lijden zichtbaar maakte?

 

De prediking van het kruis neemt bij Paulus een zeer belangrijke plaats in. Later schrijft hij in zijn EERSTE BRIEF AAN DE KORINTHIËRS :

‘Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan een dwaasheid maar voor ons die behouden worden is het kracht van God.

Paulus noemt dit ‘woord van het kruis’ vervolgens een ‘proclamatie’ (Grieks: ‘kÄ“rygma’, vertaald als ‘prediking’). Dit woord ‘proclamatie’ wordt slechts ACHT KEER in het nieuwe testament genoemd, twee keer door Jezus, terugverwijzend naar DE PREDIKING DOOR JONA en zes keer door Paulus. De proclamatie aan de inwoners van Ninevé van het naderend oordeel door Jona was mogelijk zo effectief omdat hij in zijn lichaam de tekenen droeg van zijn avontuur met ‘de vis’, die zeer waarschijnlijk een GROTE WITTE HAAI is geweest.

 

In de EERSTE BRIEF AAN DE KORINTHIËRS stelt Paulus de proclamatie van het kruis tegenover de wijsheid van de wereld:

‘Want daar in de wijsheid van God de wereld niet door wijsheid tot kennis van God is gekomen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de ‘proclamatie’ te behouden hen die geloven.’

Paulus kwam voor het eerst in Korinthe nadat hij eerst in Athene had gepredikt. In Athene had hij op de Areopagus gepredikt en aansluiting gezocht bij de wijsheid van de Grieken, door uit te gaan van EEN ALTAAR , dat hij in de stad was tegengekomen en dat gericht was aan een ‘onbekende god’. Er waren in Athene slechts weinigen die waarde hechtten aan zijn boodschap. Uit zijn BRIEF AAN DE KORINTHIËRS blijkt dat Paulus zich tijdens zijn wandeling naar Korinthe had voorgenomen om zijn prediking in Korinthe anders aan te pakken:

‘En toen ik bij u kwam, broeders, kwam ik niet met uitnemendheid van woorden of wijsheid u het getuigenis van God verkondigen. Want ik had mij voorgenomen niets onder u te weten dan Jezus Christus, en die gekruisigd. En ik was bij u in zwakheid, in vrees en in veel beven, en mijn woord en mijn ‘proclamatie’ bestond niet in overredende woorden van wijsheid maar in betoon van de Geest en van kracht…’

 

Jezus, de gekruisigde, stond centraal in de verkondiging van Paulus en de verschillende onderdelen van Jezus' lijden hoorden daarbij. Men kan zich afvragen of hij daarbij gebruik maakte van de zichtbare getuigen van het lijden van Jezus, de grafdoeken.

Een verwijzing naar dit materiaal vinden we mogelijk in de laatste brief die we van Paulus hebben, die hij schreef aan zijn reisgenoot TIMOTHEUS .

‘Breng, wanneer u komt, de mantel mee die ik in Troas bij Karpus achtergelaten heb, en de boeken, vooral de perkamenten.’

Deze term ‘mantel’ wordt meestal opgevat als reismantel. Het Griekse woord ‘phelónÄ“s’ komt slechts ÉÉN KEER in het nieuwe testament voor en de betekenis is daarom geheel opgehangen aan dit vers. Het woord is afgeleid PHAINÅŒ. Dit woord heeft een betekenis die niets met kleding of mantels te maken heeft. Het betekent: ‘in het licht brengen’, ‘verschijnen’ of ‘schijnen’. Een 'mantel' sluit daarbij niet aan.

 

Vanwege de naderende winter, waar Paulus in zijn brief aan Timotheus over spreekt, hebben VEEL UITLEGGERS maar besloten er een reismantel van te maken. Uitleggers geven zelf aan deze uitleg vreemd te vinden omdat Paulus dan al die tijd zonder reismantel zou hebben gereisd. Bovendien past een reismantel niet in het verband. De context staat uitsluitend in het teken van de verdediging van het geloof.

JOODS-CHRISTELIJKE UITLEGGERS zien een verband met de TALLIT GADOL . Dat is een officieel Joods kledingstuk van gebed. Het was de 'tent', waarin de gelovige Jood zijn gebed opzond tot God en die volgens de Joodse uitleg door Paulus zelf, als TENTENMAKER werd vervaardigd. Maar het blijft vreemd dat Paulus dit belangrijke kledingstuk niet voortdurend bij zich heeft gehad.

 

De term 'mantel' zou kunnen slaan op het materiaal dat Paulus gebruikte om de kern van zijn boodschap te demonstreren: Jezus Christus en die gekruisigd. Het zou dan betrekking kunnen hebben op de grafdoeken, die een rol speelden bij de verkondiging. Dat zou aansluiten bij het andere waarnaar Paulus vraagt: de boeken en vooral de perkamenten, belangrijke geschriften die hij wil gebruiken bij zijn werk als apostel, evangelist en leraar.

Paulus noemt de 'mantel' als eerste en belangrijkste wat Timotheüs mee moet nemen, nog vóór de boeken en de perkamenten. Zou het dan niet veeleer om de grafdoeken van Jezus dan om een mantel gaan? Om vlak voor zijn terechtstelling nog één keer zelf de tekenen te zien van het kruislijden van Christus, die de kern vormden van zijn boodschap aan de Galaten, aan de Korintiërs, aan alle gemeenten en die zijn grote voorbeeld waren:

 

'... OM HEM TE KENNEN EN DE KRACHT VAN ZIJN OPSTANDING...om Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding EN DE GEMEENSCHAP AAN ZIJN LIJDEN , terwijl ik aan zijn dood gelijkvorming wordt...'

 

 

De lijkwade van Turijn

Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats. Toen ging ook de andere discipel , die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde.

 

Er bestaan drie grafdoeken in de wereld die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de oorspronkelijke grafdoeken zijn waarin Jezus Christus is begraven en opstond. Het zijn:

(1) De lijkwade van Turijn (Italië)

(2) Het heilige gelaat van Manoppello (Italië)

(3) De zweetdoek van Oviedo (Spanje)

 

De meest bekende grafdoek is de lijkwade van Turijn. Belangrijke data in verband met deze lijkwade zijn de volgende:

1353 – De eerste officiële historische melding van de lijkwade in Lirey (Frankrijk)

1532 – Zware beschadigingen van de lijkwade vanwege een brand in de kapel waar het werd bewaard

1578 – Transport van de lijkwade naar Turijn, waar het doek zich sindsdien bevindt

1898 – Een foto, gemaakt door Secondo Pia, maakt duidelijk dat de afbeelding op het doek een negatief is. Het negatief van de foto van de lijkwaden bleek de normale afbeelding van een gezicht te geven.

1978 – De lijkwade wordt vijf dagen keer 24 uur onderworpen aan een grootscheeps onderzoek door een team van drie wetenschappers en dertig experts op allerlei gebied (STURP – Shroud of TUrin Research Project).

1988 – Een C-14- daterings-test lijkt uit te wijzen dat het doek zou dateren uit een jaar ergens tussen 1260 en 1390

2005 – Ray Rogers, chemicus en lid van het STURP-team schrijft zijn allerlaatste artikel, waarin hij aangeeft dat de in 1988 uitgevoerde C-14-dateringstest niet valide is omdat het monster van het doek niet representatief is voor het doek als geheel. Het monster was genomen van één van de hoeken en het bleek deels te bestaan uit geverfde katoen, terwijl het een linnen doek betreft. De geverfde katoen betreft een reparatie, die is uitgevoerd in de Middeleeuwen.

 

Er zijn diverse zeer goede documentaires over de lijkwade van Turijn.

Een goede eerste documentaire, die veel informatie over de lijkwade op een rijtje zet, is deze:

The Shroud of Turin: Proof of Authenticity Beyond Reasonable Doubt (1 of 2)

 

We geven hieronder een samenvatting in het Nederlands:

Allereerst wordt een korte historische terugblik op de lijkwade van Turijn (the shroud) gegeven met de C-14-datering van 1988 als definitief einde voor de lijkwade als serieuze kandidaat voor de werkelijke grafdoek van Jezus Christus. Vervolgens noemt de video een groot aantal argumenten waarom de C-14-datering als onjuist moet worden verworpen en de grote mate van waarschijnlijkheid dat dit inderdaad Jezus’ grafdoek is.

(1) Een bekend Archeologe geeft aan dat C-14 onbetrouwbaar is vanwege allerlei vaak onbekende factoren die de datering zwaar kunnen beïnvloeden

 

(2) Het gaat om een doek van zeer dicht handgeweven linnen, overeenkomend met de Bijbelse gegevens, terwijl deze kwaliteit linnen zeer schaars was in de Middeleeuwen; sporen van eerdere herstelwerkzaamheden aan het doek lijken te komen vanuit het Midden-Oosten omdat katoen eveneens weinig voorkwam in Middeleeuws Europa. De afmetingen komen precies overeen met 8 x 2 Syrische el, de standaardmaat in Bijbelse tijden.

 

(3) De Hongaarse gebeds-codex uit de twaalfde eeuw toont een afbeelding met grote gelijkenissen met de shroud, te groot om toevallig te zijn (a) de gekruiste handen zonder zichtbare duimen, (b) het kenmerkende weefpatroon en (c) de kenmerkende gaten, die samen een “L” vormen. Dat geeft aan dat dit doek al bestond in de twaalfde eeuw, honderd jaar voordat het ‘voor het eerst’ opdook in Frankrijk.

 

(4) Een alternatieve datering door Ray Rogers in 2005 op basis van het percentage Vanille in de Lignin van de planten waarvan het linnen is gemaakt. Op basis daarvan dateerde Rogers het doek uit ca 700 of van vroeger datum.

 

(5) De zweetdoek van Oviedo vertoont bloedsporen die volgens forensisch analisten corresponderen met bloedsporen op de lijkwade. Het doek van Oviedo arriveerde in het jaar 631 in Spanje. De lijkwade moet dus minstens zo oud zijn. Bovendien (a) is in beide gevallen sprake van bloedgroep AB (komt slechts voor bij 3% van de wereldbevolking en komt vooral voor in het Midden Oosten) (b) Is sprake van X- en Y-chromosomen, het gaat om bloed van een man en (c) Is sprake van een hoge concentratie bilirubin in het bloed, wat wijst op zware foltering.

 

(6) Een document uit de zesde eeuw verhaalt hoe een groep priesters met een linnen doek rond trokken in het huidige Syrië en Turkije, met daarop een afbeelding van Jezus. Sindsdien veranderde de manier waarop Christus werd afgebeeld in iconen van een jonge romeinse man zonder baard naar een man die als twee druppels water lijkt op de afbeelding van de lijkwade.

 

(7) De anatomische juistheid van alle wonden op de lijkwade wordt bevestigd door kennis, die pas na de vondst van de lijkwade is opgedaan over de manier van kruisigen, zoals de geseling, de spijkers door de polsen en door de enkels, niet door de handen en de voeten, de steekwonden van een doornenkroon, de afmetingen van de wond in de zijde in vergelijking met een romeinse speer.

 

(8) Pollen op de lijkwade kwamen gedeeltelijk uit Frankrijk, Constantinopel en de omgeving van Jeruzalem

Een kruisvaarder, Robert de Clari, getuigde van een kleed dat in een kerk in Constantinopel (het huidige Istanbul) op vrijdagen werd getoond en waarop het volledige lichaam van Jezus te zien was. Constantinopel is door de kruisvaarders ingenomen en geplunderd in 1204. Dat is waarschijnlijk de reden waarom het doek anderhalve eeuw later opdook in het land van de kruisvaarders, Frankrijk. Pollen uit Constantinopel zijn op die manier goed verklaarbaar.

 

(9) Door fotografische bestudering van het doek zijn afbeeldingen gesignaleerd van bloemen en planten, die in gezamenlijke samenstelling alleen voorkomen in een klein gebied onder Jeruzalem. Bovendien komen die bloemen alleen voor in maart en april, het jaargetijde van Christus' kruisiging.

 

(10) Fotografische bestudering van het doek leidde tot de ontdekking van afdrukken van munten, de Lepton, die gemunt zijn in de jaren 29 – 36 AD door Pontius Pilatus. Daarbij was ook nog sprake van een verkeerde spelling van de afkorting voor de keizer, UCAI in plaats van UKAI, iets wat daadwerkelijk blijkt voor te komen, gezien andere gevonden munten.

 

(11) Grond, gevonden op de lijkwade, bij de afdruk van de neus, de knieën en de hielen, bleek een zeer specifiek type leem te zijn, dat exact correspondeert met de grondsoort bij de Damascuspoort van Jeruzalem.

 

(12) De afbeelding van het lichaam op het doek is als een foto. Na deskundige bestudering door het STURP-team van drie jaar en 150.000 manuren op basis van foto’s en Röntgenfoto’s, bleek dat de afbeelding niet afkomstig is van verf of pigment of kunstmatige kleurstoffen. Het beeld is extreem oppervlakkig en wordt gevormd door verkleuring van de bovenste 1 of 2 vezels van de linnen draden, iets wat onmogelijk is met welke verf- of kleurtechniek dan ook. Tot op deze dag is er geen enkele wetenschappelijke verklaring gevonden voor de afbeelding op de lijkwade en heeft niemand die exact kunnen nabootsen. De afbeelding is een negatief. De afbeelding bevat 3-D-informatie, zoals met moderne apparatuur van NASA is gebleken. De meest waarschijnlijke verklaring is een weergaloze uitbarsting van straling, wat een bewijs is voor de keiharde historische waarheid van de opstanding.

Vreemd is, dat het volledige STURP-team na onderzoek overtuigd was van de historiciteit van de lijkwade, terwijl de kerk daar sceptisch over blijft en de historiciteit niet wil onderschrijven.

Het enige gegeven dat de historicitiet van het doek tegenspreekt is de C-14-datering uit 1988. Dat is in de officiële media nog steeds de basis voor de aanname dat het gaat om een Middeleeuwse vervalsing. In 2005 is aangetoond dat het monster van het doek, dat afkomstig is uit één van de hoeken en dat in 1988 werd gebruikt voor de C-14-daterings test, onderdeel was geweest van een restauratie in 1532, nadat het doek zwaar beschadigd was geweest door een brand. Er is bij die Middeleeuwse restauratie waarschijnlijk gebruik gemaakt van de techniek die bekend staat als ‘Frans weefwerk’, waarbij nieuwe stof (katoen) wordt gekleurd en vervlochten met de oude stof (linnen) zodanig dat er niets meer van te zien is. Dit kan een verklaring zijn voor een afwijkende en daarom onbetrouwbare C-14-datering.

 

De misleidende 1988-datering

We geven hieronder een vertaling in Nederlands van deze video over de 1988-datering van de Lijkwade van Turijn

Een vervolg op voorgaande video geeft meer informatie over alle fouten die bij de C-14-dateringsmethode zijn gemaakt en die voor sommigen aanleiding is om de spreken van een van de grootste wetenschappelijke dwaling uit de geschiedenis.

The Shroud of Turin 1988 Carbon Dating: Triumph or Travesty? (2 of 2)

 

De gezamenlijke argumenten uit de voorgaande video maken op basis van diverse soorten bewijsvoering een overtuigende zaak van de lijkwade van Turijn als de werkelijke grafdoek van Jezus Christus. Echter, al dit bewijs werd in 1988 overschaduwd door de C-14-dateringstest, die meer publiciteit kreeg dan alle andere bewijsvoering bij elkaar en die concludeerde tot een oorsprong van het doek tussen 1260 en 1390 na Christus. Het team suggereerde dat winstbejag de reden is geweest voor de Middeleeuwse vervalsing.

 

Al snel rezen er in wetenschappelijke kringen twijfels over de juistheid van de testresultaten. De test voldeed op zo ongeveer elk onderdeel van het proces niet aan geaccepteerde wetenschappelijke standaarden: planning, transport van de monsters, het afnemen van de C-14-test en de analyse en de rapportage. Een historicus oordeelde dat de C-14 test van de lijkwade van Turijn waarschijnlijk één van de grootste mislukkingen in de geschiedenis van wetenschap zal blijken te zijn.

 

Een korte uitleg over de werkwijze van een C-14 test: Elk levend organisme op aarde bevat C12 en C14 moleculen in een bepaalde verhouding. Door verloop van de tijd daalt echter het aantal C14 moleculen, terwijl het aantal C-12 moleculen stabiel blijft. Door de verhouding tussen beide te meten, kan de leeftijd van iets dat oorspronkelijk levend materiaal was (linnen, gemaakt van flox-bloemen) worden bepaald.

Het uitvoeren van de C-14 test voor het bepalen van de leeftijd van de lijkwade was vier jaar eerder, in 1984, al voorgesteld door het STURP-team, dat de lijkwade ook in 1978 al had onderzocht. Ze verzochten de Paus de lijkwade nog eens 26 testen te laten ondergaan, waaronder de C-14 test. Het verzoek was goedgekeurd door Kardinaal Ratzinger, de latere Paus. In de jaren die volgden werden de tests ingepland. Ze kwamen overeen tot het volgende protocol:

  1. 7 Laboratoria zouden de tests afnemen

  2. volgens 2 Verschillende dateringsmethoden, een oude en een nieuwe

  3. Supervisie door Michael Tight van het Brits Museum

  4. Monsters zouden genomen worden uit drie verschillende plaatsen op het doek

  5. De monsters zouden geselecteerd en afgeknipt worden door het STURP-team

  6. Ieder lab zou de fragmenten van de lijkwade testen en twee controle monsters

  7. De supervisor zou de leeftijd van de controle monsters kennen en kon daardoor de nauwkeurigheid van de testresultaten controleren

  8. Er zou sprake zijn van een blinde test, zodat labs niet zouden weten welke monsters van de lijkwade waren en welke de controle monsters

  9. Niemand zou de testuitslagen te horen krijgen, behalve personen die door de supervisor waren geautoriseerd.

  10. De labs zouden de tests onafhankelijk van elkaar uitvoeren en geen informatie uitwisselen

  11. De testresultaten zouden door drie instituten statistisch worden geanalyseerd, het Brits Museum, het Turijn meteorologisch instituut en de Pauselijke academie van wetenschappen.

  12. De drie genoemde instituten zouden met de labs overleggen voordat akkoord zou worden gegeven voor de finale resultaten

 

Dit zijn prachtige uitgangspunten. Echter, de groep die tot deze uitgangspunten besloot was allesbehalve harmonieus.

Het C-14 team vond alle eerdere resultaten irrelevant en anderen verdachten dit team ervan alleen belust te zijn op publiciteit en geld.

De C-14 wetenschappers bekeek het STURP-team als een stelletje godsdienstfanaten, omdat zij op grond van eerder onderzoek besloten tot de authenticiteit van het doek. Zij vonden dat het voltallige STURP-team van het onderzoek moest worden uitgesloten omdat 'dit team te veel in verleiding konden komen de onderzoeksresultaten te sturen'.

 

Uiteindelijk kregen de C-14-lieden hun zin en werd door de RK-kerk besloten het volledige STURP-team buiten het onderzoek te houden en het onderzoek bovendien te beperken tot alleen de C-14 dateringsmethode (terwijl het STURP-team de test had geadviseerd, samen met nog 25 andere testen, die allemaal werden geschrapt). Besloten werd de test te baseren op slechts één monster van het doek. In plaats van 7 gingen slechts 3 laboratoria de test uitvoeren. In plaats van twee methoden, gebruikten ze er maar één, de nieuwere methode.

 

Het éne monster dat werd gekozen was het slechts denkbare: één van de hoeken van het doek, die vaak waren aangeraakt en waaraan het doek bij openbare tentoonstellingen steeds werd vastgehouden. Bovendien bleek deze hoek ook beschadigd door een brand in 1532.

Het hoekstuk werd in drieën gedeeld voor de drie laboratoria. De controle monsters kwamen uit een doek die totaal anders was geweven, zodat de labs duidelijk konden zien welke monsters van de lijkwade kwamen en welke de controle monsters waren. Er was dus geen sprake van een blinde test.

 

De kardinaal, zijn wetenschappelijk adviseur en test supervisor Michael Tight, van het Brits Museum, deden de monsters in drie cilinders maar dit deel van het protocol mocht niet worden gefilmd – terwijl eerder was afgesproken dat de gehele procedure zou worden gefilmd. Bovendien liet Tight ad-hoc tegelijkertijd nog een derde reeks samples testen. Omdat daar geen cilinders voor waren – er was niet op gerekend – werden die in enveloppen gedaan. Het ging om een dertiende-eeuws gewaad, toevallig uit dezelfde tijd waar de testresultaten van de lijkwade uiteindelijk op uit bleken te komen.

Door afwezigheid van camera’s konden de monsters gemakkelijk verwisseld worden. Het betekende in ieder geval dat weer een onderdeel van het aanvankelijk overeengekomen protocol werd genegeerd. Bij het inleveren van alle monsters bij de drie labs, werd erbij verteld wat de leeftijden waren van de controle monsters, zodat de validiteit van de hele procedure volledig werd ondermijnd. Voordat werd overgegaan tot testen werden de monsters gewogen en twee gewichten daarvan klopten niet met de oorspronkelijke weging in Turijn. Die gewichtsverschillen zijn verklaarbaar als de monsters inderdaad waren verwisseld.

 

Ook het protocol over de communicatie van de resultaten werd met voeten getreden. Door het Arizona Lab werd een vertegenwoordiger van het Vaticaan geweerd maar een wetenschapper die eerder uit het onderzoeksteam was gezet, mocht erbij zijn en omdat hij een weddenschap had afgesloten met zijn assistent, belde hij haar de resultaten direct na bekendmaking door. Het Zurich lab liet een volledig camerateam van de BBC bij de test aanwezig zijn. Het Oxford lab begon pas in Juli te testen. In augustus begonnen Engelse kranten al in grote koppen te schreeuwen dat de lijkwade van Turijn een vervalsing was, nog voordat de resultaten waren gecommuniceerd aan de kerk.

Twee weken voor publicatie van de resultaten verscheen er al een boek ‘de lijkwade ontmaskerd’ met de conclusie dat het doek fake was. De professor die verantwoordelijk was voor het Oxford-lab schaamde zich nergens voor maar gaf aan dat het ondoenlijk was om de resultaten af te schermen voor het grote publiek. In weerwil van het protocol werden de testen niet tegelijkertijd uitgevoerd. Uiteindelijk moet worden geconcludeerd dat van alle 12 vooraf afgesproken protocollaire eisen, er slechts één is nageleefd: die van supervisie door het Brits Museum. Daarbij heeft dhr. Tight van dat Museum, gezien zijn voortdurende schending van protocollen en gezien onderstaande statistische analyse, een zeer kwalijke rol gespeeld, zodat ook dit punt in wezen een wassen neus bleek.

Tot dusverre kan geconcludeerd worden dat slechts sprake was van zeer onprofessioneel gedrag door wetenschappers en laboratoria. Echter als een statistische analyse op de resultaten wordt losgelaten, kan alleen geconcludeerd worden dat opzettelijk gestuurd werd in de richting van één bepaalde conclusie: het doek moest alom bekend worden als middeleeuwse vervalsing.

 

Uiteindelijk werd de statistische analyse uitsluitend uitgevoerd door het Brits Museum en werd het wetenschappelijk college in Turijn buitengesloten – opnieuw in tegenspraak met het protocol. Pas een jaar na de wereldwijde publicatie en verspreiding van de conclusies, werden de testresultaten prijsgegeven. Daaruit bleek dat – in tegenstelling tot de controle monsters en de monsters die ter elfder ure werden toegevoegd - de drie monsters van de lijkwade onderling enorme verschillen vertoonden, zozeer dat de frequentieverdelingen nauwelijks overlapten. Dat kan alleen als de monsters genomen zouden waren van verschillende doeken.

Wel leek er verband te zijn tussen de geschatte leeftijden en de plaats van elk monster in het afgeknipte hoekstuk van het doek. Hoe verder naar rechts, hoe ouder het doek was.

Dit maakt de gehele test zo onbetrouwbaar (de betrouwbaarheid kwam op slechts 5%) dat nog maar nauwelijks een conclusie over de leeftijd van het doek getrokken kon worden. Vijf procent is op het randje. Bij het narekenen van de betrouwbaarheid bleek dat die 5% ook nog een onjuiste afronding naar boven was. Feitelijk was de betrouwbaarheid onder de minimaal toelaatbare grens en wel 4,176%, afrondend: 4%. Er had geen enkele conclusie getrokken mogen worden. Dat weet iedere middelmatige HBO-student. Een student die dit in zijn afstudeeropdracht zou hebben gepresteerd, zou een zware onvoldoende hebben gekregen. En dan te bedenken dat 21 zogenaamde wetenschappers het finale test rapport hebben ondertekend.

 

Zelfs die 4,176% was nog te hoog want er zat een fout in de berekeningen van het Arizona lab. Die bleek een veel dichtere frequentieverdeling te hebben dan uiteindelijk opgegeven, zodat het beetje overlap dat nog tussen de doeken bestond, volledig wegviel en de betrouwbaarheid omlaag ging.

Na het afwijzen van vele verzoeken op inzage van de test-data, werd in 1997 eindelijk inzage verleend in de Arizona testresultaten aan een Belgische chemicus. Hij ontdekte dat er door het Arizona-lab geen vier maar acht tests waren gedaan. Het lab was door wetenschappers gevraagd om testresultaten te mengen om te komen tot een gewenste uitkomst. Na correctie voor de feitelijke acht testresultaten, komt de betrouwbaarheid uit op 1,359%, ver onder de 5% en dus totaal ongeschikt voor het trekken van conclusies.

 

Na nog vele verzoeken op test-data te hebben afgewezen, werd een FOIA-verzoek in 2017 toegekend door een rechter en werd het Brits Museum gedwongen alles prijs te geven. Hieruit bleek dat niet alleen het Arizona lab maar dat alle drie laboratoria meer tests hadden gedaan dan opgegeven.

Het Brits Museum heeft dus (1) nagelaten de testresultaten volledig openbaar te maken (2) de frequentieverdeling van het Arizona lab opgerekt en (3) de resulterende betrouwbaarheid verkeerd afgerond. Alleen op deze manier lukte het de wetenschappers nog net om een 'geslaagd' testresultaat te laten zien – en 21 wetenschappers gingen akkoord. Wetenschap blijkt een geld-gedreven business, waar de waarheid van nul en generlei waarde is. Alleen al het Oxford lab ontving na de publicatie van de resultaten 100.000 pond van ITV een 1.000.000 pond van een consortium van zakenmensen. En Tight, van het Brits Museum mocht de positie van professor Hall innemen, die vlak na de publicatie met pensioen ging. De hele 1988-datering druipt van belangenverstrengeling en persoonlijk gewin.

 

Een belangrijke vraag is waarom de drie monsters van de lijkwade, die allemaal genomen zijn uit dezelfde hoek van het doek, zulke afwijkende testresultaten gaven, nadat ze elk door een ander lab op leeftijd waren getest. Dat de controle monsters qua datering wel dicht bij elkaar in de buurt uitkwamen sluit de mogelijkheid uit dat het heeft gelegen aan de onnauwkeurigheid van de testapparatuur van de verschillende laboratoria.

Is het mogelijk dat het doek in die hoek verontreinigd is geweest, en dat dit geleid heeft tot zulke verschillende testresultaten? Diverse theorieën zijn door de jaren naar voren gekomen. De meest plausibele verklaring werd door een Amerikaans echtpaar naar voren gebracht na bestudering van foto’s van het doek van 1978. De specifieke visgraatstructuur van het weefwerk ontbrak in de hoek waar de monsters voor datering vandaan kwamen. Hun suggestie was, dat dit het gevolg is van een reparatie uit de zestiende eeuw naar aanleiding van beschadiging van het doek door een brand. Het linnen uit de eerste eeuw zou dan vermengd zijn geweest met katoen uit de zestiende eeuw, dat geverfd was om de reparatie onzichtbaar te maken. En omdat de reparatielijn schuin over de hoek liep waar de drie monsters uit genomen werden, is op die manier verklaarbaar dat de geschatte ouderdom verschoof in één richting. De foto’s van de hoek van de lijkwade werden naar drie textiel-experts gestuurd, zonder erbij te vermelden dat het om de lijkwade van Turijn ging en alle drie kwamen ze tot de conclusie dat het ging om een reparatie met nieuw weefsel.

 

Toen het echtpaar de bevindingen in een artikel publiceerden, werd het door de wetenschappelijke wereld afgewezen als speculatie van enthousiaste amateurs. Vooral Ray Rogers, die deel uitmaakte van het STURP-team van 1978 was bijzonder verontwaardigd over de publicatie. Omdat hij de beschikking had over de monsters, besloot hij de theorie van het echtpaar onderuit te halen. Maar in plaats daarvan zag hij dat de monsters vol zaten met katoen. Daarbovenop werden ook verfstoffen gevonden in de monsters, terwijl het doek in 1978 vrij van verfstoffen bleek, toen de bloedplekken werden onderzocht. Ray Rogers was er daarna van overtuigd dat men in 1988 opzettelijk een onbetrouwbaar monster heeft genomen. Ze hadden de beschikking over alle ultraviolette foto’s uit het STURP onderzoek van 1978, waaruit duidelijk bleek dat de hoek niet representatief was voor het gehele doek. Het was duidelijk de aller slechtste regio om monsters voor een datering uit te halen.

 

In 2005 heeft Rogers zijn bevindingen gepubliceerd in peer reviewed’ artikel een wetenschappelijk blad op gebied van chemische wetenschappen. Echter, deze bevindingen kregen lang niet de enorme publiciteit die gegeven werd aan de totaal verkeerde datering van 1988. Net als alle andere bewijzen voor de authenticiteit van de lijkwade van Turijn blijft het in de schaduw en wordt de grote massa nog steeds misleid. Niet de lijkwade van Turijn is de vervalsing maar de 1988-datering, die opzettelijk gemanipuleerd is om de hele wereld op het verkeerde been te zetten.

 

Nawoord

Het grote geld stuurt niet alleen de wetenschap maar ook de media. Wereldwijd leven mensen in een schijnwereld die is gecreëerd door de bankiers van deze wereld. De bankiers en groot-industriëlen zijn instrumenten van satan, die via de machtigen der aarde de hele wereldbevolking bij de redding in Christus Jezus probeert weg te houden. De resultaten van het STURP-team van 1978, dat de authenticiteit van de lijkwade vaststelde, was samen met zangers als Keith Green, bezig een enorme Geestelijk opwekking in de VS op gang te brengen. Keith Green is in 1982 vermoord in een vliegtuigongeluk. (Deze moorden worden allemaal 'wit gewassen' door desinformatie. Ineens zou de piloot niet kundig zijn geweest en zou het gewicht (12 mensen aan boord van een 7-zitter) het ongeluk hebben veroorzaakt. Van de 12 waren er echter 8 kinderen, 1 van twee, 2 van drie, 2 van vier, 2 van zeven en één van twaalf en als men de gewichten van kinderen opzoekt en alle gewichten optelt komt men tot: 1x13 + 2x15 + 2x17 + 2x22 + 1x42 + 4x80 = 483 kg; maximaal gewicht: 7x80 = 560 kg. Er was dus geen sprake van te veel gewicht in het vliegtuig, terwijl dat wel alom wordt beweerd. De piloot had ruime ervaring als vliegenier in het Amerikaanse 'US Marine Corps' maar omdat het gewicht in het leger door iemand anders wordt gemonitoord , zou hij daarop onvoldoende hebben gelet (12 mensen in een vliegtuig voor 7 personen) - maar er was geen sprake van overgewicht. Niemand maakt echter een simpele berekening als hierboven. Een 'cover-up', noemt men dergelijke berichtgeving. Een 'cover-up', zeker als er veel publiciteit en moeite in wordt gestoken, is een extra bewijs voor moord. In 1988 is de populariteit van de lijkwade 'vermoord' in een corrupte C-14-datering.

'Onze strijd is niet tegen bloed en vlees maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten.'

 

Shroud of Turin In about 100 minutes

Hieronder volgt de vertaling in het Nederlands van een video die goed uitlegt hoe nauwkeurig de Lijkwade van Turijn aansluit op de gegevens in de evangeliën. Bovendien worden veel bewijzen voor de authenticiteit van het doek aangedragen.

Shroud of Turin In about 100 minutes

0:00 Wie is ‘William Guy’, de presentator van de videobeelden

1:40 Guy merkt dat er een aanval gaande is op het Christelijk geloof in de VS, vooral onder jongere generaties. Het zou immoreel zijn om te geloven dat Jezus de enige Weg tot God is. Echter, de Bijbel laat geen ruimte voor andere religies. De Bijbel geeft aan: ‘uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen'. Alle dingen worden hersteld uitsluitend en alleen door het werk van Jezus aan het kruis. Dat Jezus God was, bewees Hij door alle wonderen die Hij verrichtte en door zijn opstanding uit het graf. De boodschap van Jezus verspreidde zich in de tijd, direct na de gebeurtenissen, terwijl de ooggetuigen nog in leven waren en de verhalen konden bevestigen of ontkennen. Welk wonder hebben wij, waaraan we kunnen zien dat Jezus Zoon van God is? Het wonder dat 2000 jaar heeft overleefd, is de lijkwade van Turijn. Het is geen klinkklaar bewijs maar het doek is dermate wonderlijk, dat het alleen verklaarbaar is met de opstandig van Jezus.

10:00 De Lijkwade van Turijn is het historische voorwerp dat het meest bestudeerd is van alle voorwerpen uit de geschiedenis. Duizenden uren, voor honderdduizenden euro’s. Een belangrijke vraag die gesteld moet worden is wat een eventuele vervalser moet hebben geweten en beheerst om de Lijkwade te kunnen construeren. Allereerst is de gestalte op het doek van dichtbij niet waarneembaar. Je moet circa 10 voet (3 meter) afstand van het doek nemen om een figuur te kunnen zien. Bovendien is sprake van beeld in negatief. De persoon die staat afgebeeld op de lijkwade mat tussen 5’11 ½’’ en 6’2’’, dat is tussen 1,80 en 1,88 cm.

De oudste verdachtmaking van de lijkwade van Turijn als vervalsing komt uit 1389, van een Franse Bisschop, die beweerde dat zijn voorganger had gesproken met de kunstenaar die de vervalsing had vervaardigd. De naam van de kunstenaar wordt niet genoemd. Het papier waar dit op geschreven stond, is nooit verzonden naar de Paus. Mogelijk voelde de bisschop zich gepasseerd omdat de toenmalige eigenaar van het doek rechtstreeks aan de Paus had gevraagd om een openbare tentoonstelling van het doek.

Voorafgaand aan 1898 was er buiten de Katholieke Kerk geen belangstelling voor de Lijkwade van Turijn. Er waren veel relieken in omloop, waarvan de meeste namaak waren. Er waren nog geen technieken om historische voorwerpen te testen. In 1898 werd de eerste foto van de Lijkwade genomen door Secondo Pia. Het negatief bleek veel herkenbaarder te zijn dan het doek zelf. Hij concludeerde dat het doek zelf een negatief was en dat het negatief van het negatief dus een positief opleverde. Een vervalser zou dus een negatief moeten kunnen genereren, honderden jaren voordat de fotografie werd uitgevonden.

18:00 Hier begint het gedeelte over de anatomische studie van de Lijkwade, die vertelt over het verschrikkelijke lijden dat de Heer gedragen heeft. Het begint in de hof van Gethsemané, waar de Heer bidt: Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan Mij voorbij gaan. De Lijkwade toont de lichamelijke kant van de ‘beker’ waarover de Heer bad.

19:00 Hier gaat de presentatie kort in op het Juridische proces. Voor het Sanhedrin, waar ze geen geldige aanklacht tegen Hem vinden, gaat de rechter, Kajafas, zelf onder bezwering vragen stellen aan Jezus, waarop Hij vervolgens wel moet antwoorden. Hij zegt dat Hij inderdaad de Christus is. Daarop wordt de veroordeling uitgesproken. Bij gebrek aan bewijs moest het bewijs dus ter plekke worden gevormd. Jezus wordt dan al geslagen door de gerechtsdienaren en door het ‘personeel’.

De volgende ochtend is er nog een kort showproces in de tempel (kamer van de gehouwen stenen), waar het gaat om de vraag of Jezus de Zoon van God is. Als Jezus ook die vraag bevestigend beantwoord (het ‘bewijs’ ontstaat weer tijdens het proces), dan wordt Hij meegevoerd naar Pilatus omdat het de Joden sinds de installatie van een stadhouder, niet langer geoorloofd was zelf iemand ter dood te brengen. (Dit was overigens een teken dat ‘Silo’, de Messias in hun midden was, gezien Genesis 49:10).

Pilatus heeft geen zin zijn handen te branden aan de populaire Rabbi en hij stuurt de aanklagers met Jezus door naar de jurisdictie van Herodes (omdat Jezus oorspronkelijk uit Galilea kwam). Die denkt te maken te hebben met Johannes de Doper, die hij liet onthoofden. En hij hoopt dat Jezus wonderen zal doen. Jezus zwijgt echter en Herodes stuurt Hem terug naar Pilatus.

Pilatus geeft aan geen schuld in Jezus te vinden en stelt voor Hem te geselen en dan los te laten. Hoewel het proces dan direct doorgaat met het schreeuwen van de Joden om Jezus’ kruisiging, gaat de presentator eerst in op de betekenis van ‘geseling’. Dat was namelijk al een vreselijke straf. Die werd uitgevoerd bij een paal door twee ‘lictors’. De gesel die werd gebruikt in geval van een tot de kruisdood veroordeelde was een zweep met loden balletjes aan het uiteinde. De Romeinen maakte ruimschoots gebruik van dit soort folterinstrumenten. Er waren drie niveau’s waarop de ‘flagrum’ kon worden gebruik: (1) fustagatio (slaan) (2) flagellatio (geseling) en (3) verberatio (hevige geseling). Er zijn twee soorten gesels, met loden ballen en met scherpe stukken bot of scherf. In de film ‘The Passion’ wordt die laatste getoond. Echter, dat zou direct de dood tot gevolg hebben gehad. Daarom is geconcludeerd dat het hier moet hebben gegaan om de gesel met loden ballen aan de uiteinden.

Als we kijken naar de rug van de man van de Lijkwade, dan heeft hij 90 – 120 klappen gehad met een gesel van twee of drie koorden met aan het eind steeds twee loden balletjes. De geseling was een standaardprocedure in geval van kruisiging. Cicero noemde kruisiging de meest extreme straf voor slaven. Josephus noemde het de meest beklagenswaardige dood. Lictors kregen vooraf instructie om zwaar te kastijden dan wel om door te slaan tot de dood erop volgde. Om die reden wisselden ze van zweep, met of zonder loden balletjes, zodat lichaamsdelen met oppervlakkiger aderen niet te veel bloedverlies zouden opleveren. Die twee typen zweep zijn zichtbaar op de Lijkwade van Turijn. De geseling heeft op het lichaam van de gekruisigde 372 bloedplekken veroorzaakt, 159 van voren en 213 van achteren.

26:30 Uit de analyse van het bloed bleek, dat het hoge concentratie van bilirubin bevatte, wat overeenstemt met den enorme folteringen, die eveneens blijken uit de Lijkwade. Normaliter bevat bloed maar zeer weinig bilirubin. Onder zware geseling wordt komt Hemoglobine uit het bloed vrij, dat wordt afgebroken in bilirubin. Het type bloed is AB, wat wereldwijd weinig voorkomt maar normaal is voor het Midden Oosten. Een vervalser uit de Middeleeuwen zou met al deze geneeskundige aspecten van het doek rekening moeten hebben gehouden – terwijl men in de Middeleeuwen nog niets wist van bloedgroepen en van bilirubin. Verder bleek na zorgvuldig onderzoek dat onder de bloedvlekken geen beeld aanwezig was van de ‘man van de Lijkwade’. Dat zou betekenen dat de bloedvlekken eerst op het doek zijn aangebracht. Een Middeleeuwse vervalser zou dus eerst de bloedvlekken aangebracht moeten hebben en daarna pas het beeld erop hebben gevormd – zeer onlogisch.

29:55 Jarenlang was er onenigheid over de vraag of het lichaam vooraf was gewassen of niet. Men dacht van niet omdat er nog zoveel bloed op het doek aanwezig is en er ook weinig tijd was voor het wassen van het lichaam. De presentator gaat ervan uit dat het is gewassen. Na hartstilstand duurt het nog 150 minuten voordat het bloed volledig is gestold. Toen Jezus van het kruis werd gehaald zat Jezus onder het bloed, zodat de afzonderlijke wonden niet zichtbaar waren. Ze hebben Hem dus gewassen en in linnen gelegd, waarna het bloeden nog korte tijd aanhield, zodat de plekken van de geseling afzonderlijk zichtbaar werden.

32:00 Na de geseling sloegen de soldaten Jezus om beurten in het gezicht en op het hoofd. Hij was al in het gezicht geslagen door de gerechtsdienaren en de tempeldienaren. De Romeinen hadden een spel, genaamd ‘Bazelinda’, waarbij de geblinddoekte moet raden wie hem sloeg. Pas als hij het raadt stopt het. Het gelaat op de Lijkwade toont een gezwollen, misschien gebroken neus, een gezwollen linkerwang, een zwelling boven beide wenkbrauwen een gescheurd linker ooglid, een grote zwelling onder het rechteroog, een kneuzing op de rechterwang, een gezwollen rechter kin en een deels uitgetrokken baard (vanwege de asymmetrie).

33:20 Hij was geslagen omdat Hij Koning was. De lictors wilden weten wat de veroordeling was. De ernst van de misdaden compenseerden het mogelijk schuldgevoel dat het toebrengen van geselslagen gaf. ‘Koning der Joden’, was een nieuw soort veroordeling. De doornenkroon paste mooi bij die veroordeling. Deze kroon was veel meer een ‘kap’ dan een ronde cirkel. Zo beschrijft de Bijbel het ook. Vele Joden werden in die tijd gekruisigd. Deze kroon was uniek voor de kruisiging van Jezus. Daarom is dit óf een vervalsing óf feitelijk het doek van Jezus. Tot slot liet Pilatus het volk nog kiezen tussen Jezus en Barabbas. Vanwege de enorme aandrang van de Joodse elite, koos het volk voor Barabbas en Pilatus waste zijn handen ‘in onschuld’.

37:20 Daarna moest Jezus het kruis dragen over de ‘via dolorosa – niet heel lang maar wel erg steil-, alleen de ‘patibulum’, de horizontale dwarsbalk, die wel zo’n 50 kilo kon wegen (100 pond). Dit was ondoenlijk voor iemand met zoveel bloedverlies. Johannes zegt dat Jezus Zelf zijn kruis droeg terwijl de andere evangelisten vertellen dat Simon van Cirene het droeg. Jezus begon het zelf te torsen maar na een aantal malen gevallen te zijn, werd Simon gedwongen het over te nemen. Dit komt overeen met de bloedvlekken op de schouderbladen, die veel meer samenvloeien tot één ‘rauwe vleesmassa’, het gevolg van het dragen van de balk en van het schuren langs het kruis tijdens de kruisiging. De knieën laten ook beschadigingen zien, overeenkomende met herhaaldelijk vallen op de Via Dolorosa.

39:07 In de kunst is de kruisiging van Jezus altijd afgebeeld met de nagels door de handpalmen. Ook verfilmingen lieten de nagels door de handpalmen gaan. Maar op de Lijkwade is zeer duidelijk dat de nagels door de polsen zijn gegaan. Dat is nooit nagevolgd in de kunstgeschiedenis. Het werd kennelijk niet begrepen. Een zeker Pierre Barbet, een hoofdchirurg in St Josephs ziekenhuis in Parijs in de jaren ’30 wilde uitzoeken of het mogelijk was iemand aan de handpalmen te kruisigen. Hij had toegang tot alle lijken, die niet werden geclaimd en hij hing ze op aan de muur. Hij kwam erachter dat het onmogelijk was iemand aan handpalmen te kruisigen. Het houdt nog geen 50 kilo. Er is namelijk geen bot in de hand die uitscheuren tegengaat.

Wat hij ook ontdekte was, dat als hij de spijkers door de polsen joeg, de zenuwen in werking traden die zorgden voor spiecontractie van de duimen, zodat die verdwenen naar de binnenkant van de hand. Dat is iets dat ook duidelijk zichtbaar is op de Lijkwade: de duimen ontbreken.

Een zekere Fred Zugibe, het hoofd van de medische staf van in New York, was het niet eens met Barbet en wist van een vrouw die met een mes was gestoken in de palm van haar hand en dat mes kwam aan de andere kant weer tevoorschijn bij de rug van haar pols. Met andere woorden: Je kunt wel iemand in de palmen vastspijkeren aan een kruis als je maar bij de polsen weer uitkomt. We zien bij de rug van de hand van de man op de Lijkwade dan ook een ‘uitgangswond’, waar de spijker weer naar buiten kwam, altijd bij de pols. Om die reden is de Lijkwade anatomisch volledig correct, gezien alle kennis die later, naar aanleiding van de Lijkwade verworven is. Maar hoe kan een Middeleeuwse vervalser dat allemaal hebben geweten?

44:30 De spijker in de voet is waarschijnlijk tussen het tweede en het derde middenvoetsbeentje door gegaan.

44:50 Hoe beëindigt men een kruisiging? Eén mogelijkheid is het breken van de benen. Dat blijkt uit de Bijbelse gegevens. Anatomisch is het zo dat men hangend aan een kruis niet kan uitademen. Om dat te doen moet men zich opdrukken op de spijkers door de voeten of optrekken aan de spijkers door de polsen. Wanneer je niet langer kunt opdrukken op de voeten (omdat de benen gebroken zijn), sterf je door verstikking: je kunt niet meer uitademen. Ook dat correspondeert met de bloedstroom uit de wond van de pols. Het stroomt in twee verschillende hoeken, 55 graden en 65 graden, de twee houdingen, die aan het kruis moesten worden ingenomen bij in- en uitademen. Hoe heeft een vervalser dat ooit allemaal mee kunnen nemen in zijn vervalsing? Een tweede en een derde reden voor het breken van de benen: het leidde tot vet embolie met de dood tot gevolg en: de gekruisigde kon niet meer ontsnappen, mocht het hem nog lukken van het kruis te komen.

48:00 Echter, bij de man op de Lijkwade zijn de benen niet gebroken, precies zoals van Jezus wordt vermeld in de evangeliën. In 1968 werd het Osuarium (beenderkist) van een zekere Yehohanan gevonden, uit de eerste eeuw na Christus, en daar zaten de spijkers door de polsen en de nagel door het hielbeen. De benen werden gebroken (bij de beëindiging van de kruisiging). Dat was het gebruik. Net als de doornkroon is ook het niet gebroken zijn van de benen een aanwijzing dat het gaat om de Lijkwade van Jezus. Maar nog belangrijker is wat de soldaten deden in plaats van het breken van de benen. Zij staken een speer in Jezus’ zijde, waardoor er water en bloed uit kwam. De Lijkwade vertoont een enorme zijdewond, die precies overeenkomt met de afmetingen van een Romeinse Lancea. Romeinen hadden vier typen speren. De Hasta en de Hasta Velatarus waren ‘wegwerp’ speren, die niet twee keer konden worden gebruikt, zodat de vijand ze niet tegen het eigen Romeinse leger kon gebruiken. De scherpe uiteinden braken bij het raken van de vijand of van de grond. De Lancea was een speer die je niet weg wierp maar in je hand hield, net als het zwaard. Dit is het type dat precies past op de wond in de Lijkwade. Dit is ook het woord dat Johannes gebruikt in zijn evangelie.

52:10 Het evangelie naar Johannes is anatomisch ook zeer nauwkeurig omdat bij zwaar geweld op het gebied van de ribben (geseling), zonder open wond, zich bloed gaat verzamelen tussen de long en de ribbekas, ‘de pleuraholte’. Na enige tijd verdeelt zich dit vocht in twee substanties, onderin het dikkere bloed en daarboven de lichtere sereuze vloeistof. Nadat Christus van het kruis was gehaald en in het doek was gelegd, gutste nog enige tijd bloed uit de zijdewond en dat verzamelde zich in een straal over de onderkant van zijn rug. Dat is duidelijk te zien in de afbeelding van de rugzijde van de man in de Lijkwade. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een vervalser hier allemaal rekening mee heeft kunnen houden.

55:00 Nog een detail in de Lijkwade: de onderste buikspier is opgezet. Dat klopt exact met het verschijnsel dat zich in de eerste dagen na de dood onder invloed van bacteriën gas in de buik verzamelt, zodat die aanzienlijk opzwelt.

56:00 Vanaf hier is de focus op het doek zelf. Is het doek in overeenstemming met een grafdoek uit de eerste eeuw? Het doek heeft een beeldzijde (met de afdruk van de man) en een blanke zijde, zonder beeld. Het beeld penetreert slechts nanometers in het doek. Aan de andere kant is niets te zien. Het is de blanke zijde, die in het graf op de grond heeft gelegen. Deze zijde bevat onverklaarde verontreinigingen in de vorm van calcium kristallen, met sporten van strontium en ijzer. Een zekere Dr. Joseph Kohlbeck in Utah heeft de verontreinigingen onderzocht. Zijn conclusie was dat de samenstelling van de verontreiniging erop wees dat het Travertine Aragonite Kalksteen was. Slechts 23% van alle kalksteen in de wereld is Aragonite en werd gevormd uit schelpen. Een zekere Dr. Eugenia Nitowski onderzocht 54 van de 60 bekende graven in Israël uit de eerste eeuw. Er werd een vergelijking gemaakt tussen de vervuiling op de blanke zijde van de Lijkwade en de monsters uit de graven van Israël en die bleken sterk overeen te komen, met name die van Jeruzalem.

 

Deze vergelijking is nog eens dunnetjes overgedaan door een zekere Dr. Ricardo Levi Setty van de Universiteit in Chicago en hij vergeleek met een 'ion microprobe analyse' de ‘vingerafdrukken’ van de vervuiling van de achterkant van de Lijkwade met de monsters van Kalsteen uit Jeruzalem en het was een ‘match’. Beide bevatten kleine hoeveelheden ijzer en strontium maar geen lood en de patronen kwamen sterk overeen. Het kleine verschil werd veroorzaakt door flinters linnen (flox) die niet uit het monster van de Lijkwade konden worden verwijderd. Er was geen match met de monsters van andere graven in Israël, alleen met die in Jeruzalem.

 

 

manoppello

Het heilige gelaat (Volto Santo) van Manoppello is een tweede belangrijke grafdoek van Jezus Christus.

 

Het doek is iets minder bekend is dan de lijkwade van Turijn maar het is minstens zo intrigerend. Het doek meet slechts 17 x 24 centimeter maar was in vroeger tijden zeer waarschijnlijk groter, namelijk 31 x 34 centimeter.

De eerste berichten over het bestaan van een doek met de afbeelding van Christus' gezicht dateren van 574 na Christus, ter gelegenheid van de overdracht van het doek van een klein plaatsje, Kamuliana, Edessa, naar Constantinopel. De legende vertelt dat het doek één van de grafdoeken was en dat de beeltenis van het gezicht bij de opstanding van Christus is ontstaan. Aanvankelijk werd het doek bewaard door Maria, de moeder van Jezus. Het doek heeft onder verschillende namen bekend gestaan waaronder, Kamulia lijkwade, Edessa Afdruk, Acheiropoietos (niet door menshanden gemaakt) en het doek van Veronica. Die laatste naam is afgeleid van ‘Vera Icon’, ware beeltenis.

 

Uit 753 stamt een aantekening uit de Pauselijke registers, dat de Paus in dat jaar een beeltenis van Christus, niet door mensenhanden gemaakt, op een processie met zich meedroeg. Vanaf 1208 werd een processie met het doek van ‘Veronica’ een jaarlijks fenomeen. De schrijver Dante verwijst in zijn ‘Divine Comedy’ ook meermalen naar dit doek, terwijl hij benadrukt dat het een afdruk is van het gezicht van God. Ook de veertiende-eeuwse Monnik, Francesco Petrarca, noemt het doek in zijn gedichten. St. Bridget van Zweden schrijft eveneens over het gezicht op de doek omdat ze in 1350 deelnam aan de processie. In 1506 werd een kluis gemaakt in de belangrijkste pilaar van de nieuwe St Peter Basilica, die bestemd was voor het opbergen van het doek van Veronica. Deze pilaar heet tot op vandaag ‘de Veronica van Jeruzalem’. In Latijn staat erop te lezen: ‘Ter ere van de majesteit van het gezicht van de Heiland, afgedrukt op het doek van Veronica, Paus Urbanus VIII bouwde en versierde deze plaats in het Jubileumjaar 1525’.

 

Het doek met de afbeelding van Christus’ gezicht is enkele jaren zoek geweest. Er zijn diverse theorieën over een diefstal van het doek. De meest aannemelijke is dat het doek rond 1608 is gestolen tijdens een restauratie van de St. Peters basiliek. In de schat van de Basiliek bevindt zich een leeg frame met daartussen twee gebroken kristallen panelen, waar het doek precies tussen past. Het verhaal over het weer boven water komen van het doek in Manoppello dateert van 1645. Na enkele omwegen belandde het doek uiteindelijk in de kerk van Manoppello.

 

Het doek waarop de Volto Santo van Manoppello staat afgebeeld is byssus. Dat is ragfijn weefsel, gemaakt van ankerdraden van zeldzame grote mosselen. Het draad schijnt goudachtig op en er is momenteel maar één vrouw in de hele wereld in Italië die de techniek van het spinnen van deze draden beheerst. Byssus is onbetaalbaar. De grofmazige zijdestructuur van Byssus maakt het onmogelijk er pigment of verf of iets dergelijks op aan te brengen. Vandaar dat het gezicht van Manoppello een wonder is - niet met handen gemaakt.

 

Next - Jij

Previous - Toekomst

Het doek vertoont grote overeenkomsten met de lijkwade van Turijn. Het heeft er alle schijn van dat de afbeeldingen op beide doeken op voor de wetenschap en menselijk verstand onverklaarbare manier zijn ontstaan bij de opstanding van Christus, waarbij onvoorstelbare energie en licht zijn vrijgekomen, zodanig dat beeltenissen ontstonden op materiaal dat op zichzelf niet lichtgevoelig is.

 

Dat beide doeken congruent zijn en precies over elkaar passen, is mooi geïllustreerd met diverse video's.

Heel mooi (en onvindbaar op internet) is deze korte video (in het Pools).

En hier nog één van alleen het gezicht .

Next - Jij