Openbaring
Alle ogen zullen Hem zien
De kern van de eindtijd, die wordt beschreven in het boek Openbaring, is niet ‘het beest’ of ‘het beeld van het beest’ of ‘het merkteken van het beest’. Evenmin bestaat het uit de apocalyptische fenomenen zoals aardbevingen, verduisteringen, een bloedmaan, de impact van een komeet en de effecten van vulkanisme. Hoe indrukwekkend ze ook zullen zijn, alle eindtijdfenomenen, van apocalyptische ruiters tot de laatste aardbeving van de complete planeet, zijn niets anders dan het stadium voor hem die ooit getuigde: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader behalve door mij'.
Het hart van de eindtijd is één persoon, Jezus Christus. Hij wordt al eeuwenlang aanbeden door zijn volgelingen als God, de God die in het vlees kwam om de mensheid te redden. Hij wordt verwaarloosd, geweigerd in verworpen door de rest van de wereld.
Terwijl de invloed van zijn volgelingen is afgenomen, vooral vanwege hun eigen falen om zijn licht te verspreiden, is het gezag van het niet-gelovige deel van de wereld sterk toegenomen, tot het punt waar de buitenlandse hoogleraren van het christendom instrumenteel zijn geworden in het camoufleren van de wreedheden door het Wereldrijk. Het zal in deze setting zijn van een ‘ellendig, zielig, arm, blind en naakt’ christendom dat Christus zelf zaken in zijn handen zal nemen en de mensheid met zichzelf zal confronteren, degene die door de wereld is verwaarloosd vanaf het moment dat hij zijn bediening begon, 2000 jaar geleden.
Daarom staat Jezus in de eindtijd centraal. Hij werd veracht en afgewezen door de natie Israël en brutaal gekruisigd door het Romeinse rijk en deze twee machten zullen hem in de eindtijd krachtig blijven verzetten. En hoe veel aandacht het boek Openbaring ook aan het rijk geeft met zijn vazallen, het is niet het rijk dat zich in het midden bevindt. De essentie van openbaring is Christus, het Lam van God. Het rijk en zijn vazallen zullen oorlog tegen hem voeren met alle wapens die door de eeuwen heen is ontwikkeld. De reden voor dit monsterlijke 'beest' om deel uit te maken van de openbaring van Christus is om te laten zien welke diepten de wereld is gezonken en hoe machtig een redder Jezus Christus is, dat hij de mensheid kan bevrijden en haar tot hoogten te brengen die nog nooit eerder zijn bereikt.
De God die naar ons toe kwam in de persoon van Jezus, is dezelfde God die het universum heeft geschapen met al zijn sterren, planeten, manen en een baan om stenen. Bij meerdere gelegenheden richt God in Zijn Woord onze aandacht op deze hemelse lichamen en hun betekenis. Vooral tegen het einde van het tijdperk zouden er tekenen zijn in de zon, de maan en de sterren. Dat is de reden waarom deze website veel aandacht besteedt aan het universum en de betekenis ervan voor de eindtijd. Het programma Stellarium maakt het mogelijk om de hemelse lichamen te volgen tegen de achtergrond van de sterrenbeelden. In de categorie Stars (Engels) tonen we de nauwe correlatie tussen het boek Openbaring en de bewegingen in de lucht
Het eerste hoofdstuk van Openbaring zindert van de verwachting van de komst van Jezus Christus. Want pas bij zijn wederkomst in de wereld wordt de grootheid van zijn heerlijkheid zichtbaar. De wijze waarop Hij in grote kracht en heerlijkheid aan de wereld zal verschijnen is onderwerp van het boek. Het is iets wat ‘spoedig’ moet gebeuren, een woord dat ‘met haast’ of ‘met spoed’ betekent en derhalve niet de betekenis heeft van ‘binnenkort’. De zinderende verwachting geeft de lezer echter wel de indruk dat het niet lang meer zal duren. Dat heeft ook te maken met het verschil tussen het goddelijk en het menselijk standpunt. Voor God zijn duizend jaar als één dag en één dag is als duizend jaar. Wij mogen hier als het ware plaatsnemen op de schouder van God en van grote hoogte tegen de geschiedenis aankijken, zoals Hij ertegenaan kijkt. Dat mag ons uittillen boven onze soms teleurstellende kleine dagelijkse werkelijkheid. Johannes onderstreept dat goddelijk gezichtspunt nog eens met de opmerking ‘de tijd is nabij’- zich onmogelijk realiserend dat het nog bijna 2000 jaar zou duren voordat de belangrijkste delen van het boek werkelijkheid zouden worden – en nog steeds zijn wij in afwachting daarvan. Maar het is nu heel dichtbij gekomen. Daarom zijn we gelukkig als we lezen, horen en bewaren wat in het boek geschreven staat.
Er zijn uitleggers die de ganse breedte van de mensheid sinds de eerste eeuw proberen te vernauwen tot wat er volgt, namelijk dat het boek geschreven is aan de zeven gemeenten die in Asia zijn en die vervolgens ook nog eens de specifieke aanwijzingen en beloften voor die gemeenten uitsluitend op de specifieke gemeenten van toepassing verklaren, die toen in klein Azië bestonden. Uiteraard is dat niet de bedoeling van de Geest en dat bleek al in het begin: ‘zalig hij die leest, zij die horen en bewaren…’ – dat geldt voor alle mensen van alle tijden. Uiteraard is het boek geschreven in een historische context en gericht aan historische gemeenten. Dat geldt voor de volledige Schrift. De woorden van de Heer Jezus waren primair gericht aan zijn discipelen. Maar dat betekent niet dat ze geen veel grotere zeggingskracht zouden hebben en toepasbaar zouden zijn op de gehele mensheid van de millennia daarna.
Hoe onlosmakelijk de Vader is verbonden aan de Zoon, blijkt uit de beschrijving van de drie-enige God: ‘Genade zij u en vrede van Hem die is en die was en die komt, en van de zeven Geesten die voor zijn troon zijn, en van Jezus Christus…’. Van Jezus wordt uiteindelijk gezegd: ‘Zie Hij komt met de wolken…’ De ‘Alfa en Omega’, de Heer, is tevens Hij die is en die was en die komt – voor de derde maal: Hij die komt. In de Zoon zien wij de Vader (Johannes 14:9). Dat was zo bij de eerste komst van Christus. Dat zal opnieuw zo zijn bij zijn terugkeer, zijn openbaring in heerlijkheid.
Vervolgens hoort Johannes de ‘stem als een bazuin’ (van de engel, die hem de Openbaring geeft, Op.1:1) en ziet hij de Zoon des mensen, de Heer Jezus, in zijn heerlijkheid, iets waarvan hij al een glimp zag op de berg der verheerlijking, met zijn aangezicht stralend als de zon (Mt.17:2, Op.1:16). Ten opzichte va de verheerlijking op de berg wordt hier nog toegevoegd: de gouden borstgordel, het hoofd en haar wit, als witte wol, de ogen als een vuurvlam, de voeten als gloeiend in een oven, het tweesnijdend zwaard uit zijn mond en zeven sterren in zijn rechterhand. Zijn stem klinkt als het gedruis van vele wateren. De verschijning van Jezus is dermate ontzagwekkend, dat Johannes als dood aan diens voeten neervalt.
Voor de tweede keer wordt dan de overwinning van Jezus over de dood genoemd (Op.1:5, 1:18). En wat voor ons heel belangrijk is: Hij heeft de sleutels van de dood en het dodenrijk. Dat Hij die in zijn bezit heeft, is nauw verbonden met zijn overwinning over de dood. Hij heeft door de dood teniet gedaan hem die de macht over de dood had, dat is de duivel, en daarmee allen verlost die uit angst voor de dood hun hele leven door aan de slavernij onderworpen waren (Heb.2:14, 15). Dat Hij deze sleutels in zijn bezit heeft betekent dat Hij alle beloften in de Bijbel over de opstanding uit de dood en eeuwig leven waar kan maken. Hij zal dat doen op het moment dat door de Vader is bepaald, bij het klinken van de bazuin van God (1 Thess.4:16). Dat is tegelijk met de ‘verandering’ van gelovigen die dan leven (1 Kor.15:52) en met de opname van de gemeente.
Niet de engel maar Jezus Zelf noemt het vers dat voor een goed begrip van het boek zo uiterst belangrijk is: ‘Schrijf dan wat u hebt gezien en wat is en wat hierna zal gebeuren’. Dit is een zeer duidelijke driedeling. ‘Wat u hebt gezien’ duidt op de beschrijving van Jezus in zijn glorieuze hemelse heerlijkheid. ‘Wat is’, duidt op het tijdperk dat reeds was begonnen op het moment dat Johannes de Openbaring ontving en dat – zo kunnen we achteraf stellen – nog zeker meer dan 1900 jaar zou doorlopen. ‘Wat hierna moet gebeuren’ duidt op nog toekomstige dingen, die zullen plaatsvinden na de afsluiting van het huidige tijdperk, waar God door de geschiedenis heen (in onze beleving) langzaam maar zeker naartoe werkt. Wij leven in de tijd dat we de contouren van de eerste zeer korte periode van die toekomst steeds duidelijker om ons heen waarnemen.
Teneinde het ‘wat is’ nog eens zeer duidelijk te koppelen aan het tijdperk van de gemeente, geeft de Heer nog uitleg over de zeven kandelaren en de zeven sterren ‘die u gezien hebt’. En dan zegt Jezus: de zeven sterren ‘zijn’ de engelen van de zeven gemeenten en de zeven kandelaren ‘zijn’ de zeven gemeenten.
De werkwoordtijden zijn zeer belangrijk voor een goed begrip van Openbaring. Dat laat Jezus hier meteen zien. Het zijn de sterren en kandelaren die Johannes ‘gezien had’ als onderdeel van het visioen dat bijna voorbij was. Maar de uitleg van de zeven sterren en de zeven kandelaren is dat zij ‘zijn’, dat wil zeggen op dat moment bestaan. Zij horen tot het gedeelte van Openbaring dat gaat over het huidige tijdperk, het tijdperk van de gemeente. Bij deze uiteenzetting in vogelvlucht zullen we vaak refereren aan de werkwoordtijden van het boek.
Behalve bovenstaand verdeling in 'tijdperken' is er nog een andere verdeling in het boek: de hoofdlijn en de achtergronden. De hoofdlijn van het boek gaat over het Lam, dat de boekrol neemt en de 7 zegels opent. Daarna worden 7 bazuinen geblazen. Daarna worden 7 schalen met Gods toorn op aarde gegoten. Wij vermoeden nu dat deze hoofdlijn 4 jaar in beslag zal nemen en geen 7 jaar, zoals alom wordt gedacht. Hieronder geven wij aan waarom. De hoofdlijn van het boek vinden wij in de hoofdstukken 2-6, 8-9, 15-16, 19-20.
De achtergronden van het boek Openbaring, te vinden in de rest van de hoofdstukken, zijn niet beperkt tot de 4 jaar van de eindtijd maar kunnen duizenden jaren bestrijken. Zij geven historische achtergronden aan. De uitlopers daarvan eindigen wel steeds in de eindtijd van 4 jaar.
Redenen waarom 4 en geen 7 jaar
1. Nergens in Openbaring wordt een periode van 7 jaar genoemd - alleen één van 3,5 jaar, die met verschillende begrippen wordt aangeduid: tijd, tijden en een halve tijd (afkomstig uit Daniel), 42 maanden en 1260 dagen (uniek voor Openbaring - Daniel rept wel over 1290 en 1335 dagen)
2. De tijdsaanduidingen 'tijd, tijden en een halve tijd', '42 maanden' en '1260 dagen' zijn aan elkaar gelinkt in Openbaring 12:6, 14 en in Openbaring 11;2,3. Zijn slaan alle op dezelfde 3,5 jaar.
3. De periode van 7 jaar is 'de laatst of 70e jaarweek van Daniel' (Daniel 9:27). Deze periode is losgemaakt van de totale periode van 490 jaar, '70 weken' die gesplitst zijn in de eerste 69 en de laatste, 70e. De reden voor het verschuiven van de 70e week is de verwerping van de Messias, Jezus Christus. Deze 70 jaarweken staan los van de gemeente en de opname en hebben te maken met het volk Israel (Daniel 9:24)
4. De Heer heeft de belofte gegeven zijn gemeente te bewaren voor 'het uur van de verzoeking dat over het gehele aardrijk zal komen om te verzoeken die op de aarde wonen'. Dat slaat alleen op de laatste 3,5 jaar voor zijn komst, niet op de gehele laatste jaarweek, die zwaar is 'voor velen', dat zijn 'de velen van Daniel's volk', Israel, waarop de laatste jaarweek slaat. Wij gaan ervan uit dat 'de tijd van Jacob's benauwdheid' wel slaat op de gehele jaarweek van 7 jaar.
5. De gemeente kan op aarde zijn terwijl God toch ook bezig is met Israel. Dat was namelijk ook zo bij het ontstaan van de gemeente. De gemeente was er al en Israel werd nog jarenlang opgeroepen zich te bekeren. Het is daarom niet zo dat de gemeente opgenomen moet zijn voordat de laatste periode van 7 jaar (de 70e jaarweek) kan beginnen.
6. Daniel 9:27 spreekt over een verbond dat een week lang voor velen zal worden 'zwaar gemaakt'. Daniel 9:24 geeft aan dat het gaat over het volk Israel. De velen zijn Israëlieten. Maar wat is 'het verbond'? Het wordt in Jesaja 28:14-19 een 'verbond met de dood en met het dodenrijk' genoemd, dat door 'de heersers van dit volk in Jeruzalem' gesloten is. De combinatie 'dood en dodenrijk' komt in de Bijbel nog slechts één keer voor: in verband met het vale paard van Openbaring 6. Wij zien in de laatste drie Apocalyptische ruiters het laatste wereldrijk, in de vorm van de VS van Amerika. Sinds 1917 bestaat er een 'verbond' tussen rijke Zionisten en het Westen over het bezit van het heilige land. Sindsdien is het land voor het allergrootste deel geroofd van de Palestijnen en momenteel worden deze in vluchtelingenkampen massaal vermoord door het wereldrijk en haar Zionistische bolwerk in het olierijke Midden Oosten. Dat zou betekenen dat de laatste 7 jaar al zijn begonnen.
7. Met de extreem rechtse regering van Netanyahu is de verdrukking van het Palestijnse volk (die al sinds 1900 aan de gang is) zeer sterk toegenomen, zodat zelfs sprake is van genocide. Wij nemen aan dat de Palestijnen het volk van God zijn omdat (1) zij in een directere lijn staan met het oude Israel dan de Europese Joden die sinds 1900 het land zijn gaan bevolken en (2) zij vanuit de Islam dichter bij Jezus staan dan het Jodendom, dat Hem volledig blijft verwerpen. Wij vermoeden daarom dat de laatste jaarweek begon met het aantreden van het kabinet Netanyahu op 29 december 2022. Er zijn al meer dan 2,5 jaar van de laatste jaarweek voorbij. Uiteraard dient het Palestijnse volk zich tot Jezus te bekeren. Wij zien hun bekering, hun redding en overwinning in het witte paard van Openbaring 6, in Zacharia 12 en in Zacharia 14.
8. Openbaring 12 eindigt met de oorlog van de draak 'tegen de overigen van haar geslacht'. Dat sluit aan bij 'de oorlog van het beest' van Openbaring 13 tegen de heiligen, die 42 maanden duurt (Openbaring 13:7, 5). Wij zien in de uitroep van Openbaring 12:10-12 de opname van de gemeente; 'Nu is gekomen de behoudenis...wee de aarde' Dat betekent dat de gemeente nog een klein deel van het 'wee de aarde' meemaakt, inclusief de verdrukking van Gods volk.
9. Vele tekenen in de sterren lijken erop te wijzen dat we sinds het 2017-teken in de sterren zijn aangeland bij Openbaring 12:13. Het Openbaring-12 teken van 23 september 2017 gaf zeer duidelijk de situatie weer van Openbaring12:1,2. Maar ook de gehele rest van dat hoofdstuk was in de sterren te zien in de jaren die volgden. De geboorte, de dood, de opstanding en de hemelvaart van Jezus (2017-2018), De oorlog in de hemel (2018-2023), de val van de draak op aarde (2023-2024) en de aanval op Gods volk (2023-2024). Op 22 Januari 2023 (kort na het aantreden van de Netanyahu-kabinet) was er een zeer dichte samenstand tussen Venus (beeld van Jezus) en Saturnus (beeld van satan) in Steenbok (beeld van de offerdienst van God's volk).
Hart van het boek: Openbaring 12
Het lijkt vreemd om een overzicht van Openbaring te beginnen met het centrale hoofdstuk. God laat dingen groeien vanuit het midden, bloemen, vruchten, bomen, dieren, mensen. Zo ook de geschiedenis van het einde. Het einde begon met ark (Openbaring 11:19), die zoek raakte toen God zich uit zijn tempel had teruggetrokken om de zonden van het volk en stad en tempel werden verwoest rond 600 voor Christus. Sindsdien heeft God de regering van de aarde overgegeven aan de wereldrijken, die onder directe controle staan van 'de draak'. Alleen de komst van de Messias kon daar verandering in brengen, de reden waarom de draak er alles aan deed om Hem 'te verslinden'. Maar Christus kwam, werd gekruisigd, stond op uit de dood en werd door de hemel opgenomen tot op 'de tijd van het herstel van alle dingen'. (Hand.3:21). Die tijd van herstel zien we in het boek Openbaring.
Het eerste teken van herstel is de uitwerping van satan uit de hemel (Openbaring 12:7-9). Wij denken dat dit gebeurde in 2023/2024 na een oorlog in de hemel die begon met het Openbaring-12 teken van 23 September 2017.
Het tweede teken van herstel is de opname van de gemeente. Wij geloven dat dit zeer spoedig zal plaatsvinden en dat dit wordt weergegeven in de uitroep van Openbaring 12:10-12.
Het derde teken van herstel is de bekering van Gods volk en hun redding uit de klauwen van het wereldrijk. Sinds zijn uitwerping uit de hemel vervolgt de draak 'de vrouw' (Openbaring 12:13), dat is het volk waaruit de Messias voortkwam. Wij vermoeden dat dit het Palestijnse volk is, dat in een directere afstammingslijn van het oude Israel staat dan Europese Joden. Zij zullen op bovennatuurlijke wijze worden gered (Openbaring 12:14-16), net zoals het oude Israel, dat gered werd uit Egypte.
Wij stellen hier dat de bekering, redding en uiteindelijke overwinning van Gods volk worden voorgesteld door het witte paard onder het eerste zegel.
Daarna lezen wij dat de draak oorlog gaat voeren 'met de rest van haar geslacht', dat zijn de Palestijnen die zich wereldwijd bevinden. Er start daarom een wereldoorlog. Die zien wij ontbranden onder het rode paard. 'Hij die erop zit' is de wereldleider in de persoon van de president van de VS, samen met zijn handlanger in het Midden-Oosten, de leider van Israel. De VS en Israel worden in Openbaring 13 voorgesteld als 'het beest uit de zee' en 'het beest uit de aarde'. De rest van de geschiedenis is weergegeven op de volgende pagina, die start met Openbaring 6.
Next -
Previous -
Under construction
Next -