Toekomst
Tot Hem zijn alle dingen
7000 jaar in een notendop
Weet je het niet? Heb je het niet gehoord?
Een eeuwige God is de HEER,
schepper van de einden der aarde.
Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput,
zijn inzicht is niet te doorgronden.
Jesaja 40:28
---===000===---
De jaartallen zijn afgerond op eeuwen
---===000===---
Verleden
(1) 4000 voor Christus: De mens gaat in de hof van Eden een verbond aan met de duivel dat gebaseerd is op wantrouwen tegenover God – het zaad van de vrouw wordt de rode draad waarlangs God de mens verlost en de duivel vernietigt (Genesis 3:15)
(2) De duivel krijgt gaandeweg steeds meer invloed en uiteindelijk hebben engelen gemeenschap met vrouwen, wat het menselijk DNA vervuilt en de mens enorme macht geeft (Genesis 6:1-4). 2400 voor Christus: God voorkomt een totale nederlaag (verijdeling van zijn plan met ‘het zaad van de vrouw’) door een zondvloed over de aarde te brengen en de nog DNA-zuivere Noach en zijn zonen te redden (Genesis 6:9)
(3) Hunkerend naar de oude wereld en de enorme vermogens die daarin lagen, bouwt de mens na de vloed in navolging van Nimrod (Genesis 10:8-10) de toren van Babel (waarvan de top tot in de hemel reikt – ‘laten wij ons een naam maken op aarde’ – (Genesis 11:4). God steekt er een stokje voor door de taal te verwarren (Genesis 11:7,8). Sindsdien is de godsdienst der wereldrijken geboren in ‘het grote Babylon’ (Openbaring 17), dat draait om contact tussen mens en godenwereld (demonen). In onze tijd nemen de ‘goden’ de vorm aan van zgn. aliens. Dit zijn echter de aloude demonen/afgoden. Er is niets nieuws onder de zon.
(4) 2000 voor Christus: God zondert zich een man af uit de afgedwaalde volkeren der wereld en openbaart zich aan hem, Abraham (Handelingen 7:1-3, Genesis 12:1-3).
(5) 1500 voor Christus: Uit Abraham komt uiteindelijk het volk Israël voort, dat als ‘volk wordt geboren en aan God wordt verbonden’ in de 'exodus' onder Mozes, de verlossing uit Egypte (Exodus 3:7-10). Helaas heeft het volk Israël vanaf het prille begin telkens de neiging om terug te keren naar de godenwereld van de volken om hen heen. Het volk moet steeds weer door God op het rechte pad worden gebracht (Richteren 2:11-19).
(6) 600 voor Christus: Een kleine 900 jaar heeft Israël van God de kans gekregen om Hem trouw te bewijzen maar zij deden het tegenovergestelde en God gaf het volk, Jeruzalem en de tempel in de handen van de wereldrijken, die sindsdien de dienst uitmaken op aarde (2 Koningen 25:8-12). Aan Daniël laat God het verloop van deze wereldrijken zien. Er zouden er in totaal vier opstaan: Babel – Medië/Perzië-Griekenland-Rome (Daniël 2:2:36-44, 7:17-27).
(7) Onder dat laatste wereldrijk wordt ‘het zaad van de vrouw’ eindelijk geboren, de Christus, die de wereld en ieder individu daarin die voor Hem kiest, redt van een totale ondergang (Johannes 3:16, Romeinen 3:23-26). Geheel volgens de Schriften der profeten verwerpt Israël haar eigen Messias door Hem in samenwerking met Rome aan het kruis te nagelen (Mt.26:56, Hand.2:23). God grijpt deze wanstaltige daad van verraad aan om in het offer van Christus de basis te leggen voor zijn verlossingsplan met de mensheid (Rom.11:32-36).
(8) God wekt de Messias op uit het graf. De Messias van Israël is de enige volmaakte Mens die ooit leefde en tevens de Eeuwige Zoon in Wiens gestalte God Zelf temidden van mensen kwam wonen (Rom1:4). Na zijn opstanding krijgt Israël opnieuw de kans zich te bekeren en Jezus alsnog als Messias aan te nemen. Maar de leiding van het volk kiest ervoor om dit aanbod af te slaan en de discipelen te vervolgen (Hand.8:1).
Heden
(9) Het heil gaat vanaf dat moment uit naar alle volken van de wereld. Het is de apostel Paulus die hierin een zeer belangrijke rol speelt. God is iets nieuws begonnen, Israël heeft haar rol voorlopig uitgespeeld en God bouwt vanaf de eerste eeuw de gemeente uit alle volken van de wereld (Mt.16:18, Hand.15:14-16, 28:28 Rom.11:11-15, Ef.3:1-6).
(10) De duivel wordt na een oorlog in de hemel op aarde geworpen en voert oorlog tegen 'de vrouw', het volk waaruit Christus voortkwam (Openbaring 12:9,13). Hij doet dat door middel van het wereldrijk (Openbaring 13:1-8), met centraal de Verenigde Staten van Amerika, dat volledig onder zijn controle staat. Wij gaan er vanuit dat dit momenteel de situatie is: de duivel verbannen uit de hemel, oorlog voerend tegen God's volk door middel van het wereldrijk. De Palestijnen staan dichter bij het oorspronkelijke Israel dan Europese Joden, die zich meer vermengd hebben met andere volken. Omdat Palestijnen overwegend moslims zijn, worden zij echter beschouwd als Arabieren.
Toekomst
(11) Er komt een moment, een ondeelbaar ogenblik, dat God alle gelovigen van alle voorgaande tijden opgewekt uit de graven dan wel in onvergankelijke toestand verandert als ze op dat moment in leven zijn. Deze ‘in Christus ontslapenen en in Christus levenden’ worden door God verplaatst naar de hemel. Deze gebeurtenis ligt nog in de toekomst en staat bekend als de ‘opname van de gemeente’ (1 Thess.4:13-18, 1 Ko.15:51-53).
(12) De opname van de gemeente, samen met de Geest van God die in haar woont, veroorzaakt voor korte tijd een geestelijk vacuüm, dat meteen wordt opgevuld vanuit het rijk der duisternis (1 Thess.5:1-30). Tegenover het rijk der duisternis plaatst God echter door een krachtige werking van zijn Geest (Openbaring 5:6) een geheel nieuw getuigenis, dat na korte tijd vooral gevormd wordt met Israëlieten. Deze worden op bovennatuurlijke wijze gered uit de macht van het wereldrijk en komen massaal tot bekering doordat ze de Heer zien, net zoals ooit met Paulus het geval was (Openbaring 6:1,2, Openb.12:14-16, Zacharia 12:10-14). Het zijn de 144.000 verzegelden uit 12 stammen. Uit hun werkzaamheid (Mattheus 24:14) komt een ontelbaar grote menigte van discipelen van het koninkrijk voort (Openbaring 7:4-17).
(13) Een derde wereldoorlog is nodig om het zover te krijgen dat vrijwel alle naties onderworpen zijn aan de wereldmacht van het Westen (Zegels 2-5 van Openbaring 6). Deze wereldoorlog wordt uitgelokt door de wereldleider van het Westen doordat hij gaat zitten in een gewijde Moskee, terwijl hij beweert dat hij God zelf is (de gruwel die verwoesting brengt- 2 Thess.2:3,4, Mt.24:15, Daniël 9:27). De wereldoorlog heeft rampzalige gevolgen voor grote delen van de mensheid (Openbaring 6:3-11). Vanuit de hemel tempert God de macht van het wereldrijk door middel van enorme catastrofes, onder het zesde zegel en de eerste vier bazuinen (Openbaring 6:12-17, Openbaring 8:7-12). Daarna komt God met de bazuinen 5 en 6 tegemoet aan de aloude wens van de mens om weer contact te hebben met de demonenwereld. De uit de hemel geworpen satan, laat de demonen vrij die sinds de tijd voor de zondvloed gevangen zaten in 'de put van de afgrond'. (Openbaring 9:1-11, vgl. Openbaring 12:9, Jesaja 14:12, Lukas 10:18). De ramp die dan volgt is niet te overzien. Geholpen door demonische machten, vestigt de wereldleider een wereldwijd controlesysteem, gebaseerd op het betalingsverkeer. Het systeem bestaat uit een digitale kopie van het wereldrijk (beeld van het beest) waarin alles real time wordt bijgehouden op grond van een voortdurende scan van het merkteken van het beest, dat iedereen verplicht is te nemen. Tegelijkertijd is er een krachtige prediking vanuit (a) de 144.000 (Openbaring 7:3-8), (b) twee getuigen in Jeruzalem (Openbaring 11:3-12) en (c) drie engelen (Openbaring 14:6-12), die allemaal ernstig waarschuwen voor 'het teken van het beest en de aanbidding van het beest'.
(14) Drie en een half jaar na de start van (13) maakt de terugkerende Jezus voor 1000 jaar een einde aan de samenwerking tussen de mens en de demonenwereld alsmede de afgodische hunkering daarnaar en Hij vestigt een vrederijk waarin duizend jaar lang gerechtigheid, vrede en geluk heersen. De duivel wordt opgesloten in de afgrond (Openbaring 19:19-20:3). (14) Na duizend jaar wordt de duivel voor korte tijd losgelaten en er ontstaat een wereldwijde opstand tegen God. Alle opstandelingen worden voorgoed uitgeschakeld en de duivel wordt in de poel van vuur geworpen. Alle doden die nog niet eerder opstonden, staan op en worden door God geoordeeld op grond van hun werken. Als zij het verlossingsplan van God verwierpen betekent dat het absolute einde in de poel van vuur (Openbaring 20:7-15). Nergens staat overigens iets over een eeuwige pijniging. Na een kort en zeer hevig lijden houdt men op te bestaan. Daarom noemt de Bijbel deze poel van vuur ‘de tweede dood’. Zij die daaraan wensen te ontkomen, worden door God uitgenodigd om zich te bekeren en te geloven in zijn Zoon, Jezus Christus en zijn verlossingswerk.
‘Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16).
Dit eeuwige leven betreft de eeuwen eeuwen, waarover de Bijbel op zeer veel plaatsen spreekt. Een onbekend aantal komende eeuwen onder de gelukzalige heerschappij van God
Wereldschokkend
Wat kan God nog doen aan een wereld die Hem de rug heeft toegekeerd? Hoe bereikt Hij, de Schepper en Onderhouder van alle dingen, de mens die niets met Hem te maken wil hebben?
Al tweeduizend jaar zijn de handen van God uitgestrekt naar een weerspannige mensheid. Massaal worden Gods oproepen tot inkeer en verzoening in de wind geslagen. Rest Hem iets anders dan de wereld te laten voelen Wie Hij is – door wereldschokkende gebeurtenissen? Wordt het tijd voor Gods megafoon?
De toekomstige loop van de geschiedenis wordt voorspeld door Jezus Christus in zijn PROFETISCHE REDE vanaf de Olijfberg. Hij is omringd door een grote groep volgelingen. Samen kijken ze uit op het enorme Joodse tempelcomplex, dat aan de overkant van de Kedron-vallei langzaam vervaagt in het nachtelijk duister. In zijn rede wijst Hij vooruit naar de grote gebeurtenissen van de eindtijd. Deze term ‘eindtijd’, betekent niet, zoals sommigen denken, het einde van de wereld maar het einde van het tegenwoordige tijdperk van de afwezigheid van Jezus Christus. Het is de korte periode van ongeveer 7 jaar die vlak aan zijn terugkeer voorafgaat. Het is de 'Endgame' waarin Hij zijn claim legt op de schepping, die Hij 2000 jaar geleden als Lam van God kocht met zijn bloed. Die periode wordt gekenmerkt door gebeurtenissen die de wereld in rep en roer brengen, grote natuurrampen en zware aanvallen op de mensheid: Massale misleiding, oorlogen, hongersnoden, aardbevingen, overstromingen, ziekten, meteorietenregens, branden, watervervuiling, extreme zonnevlammen en de werking van engelmachten, mede door middel van moderne technologie.
Aardbevingen
Jeruzalem, mei van het jaar 30. Een kluit van ongeveer vijftig man staat op de Olijfberg naar de hemel te staren. Plotseling staan er twee mannen bij hen, die geheel in het wit gekleed zijn. Ze hebben een boodschap voor de hemel-schouwers. "Wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus, Die van jullie is opgenomen in de hemel, zal precies zo terugkomen, als je Hem naar de hemel hebt zien gaan." Maar zal zijn terugkeer net zo geruisloos zijn als zijn heengaan?
Jezus is degene die is, die was en die komt. Er komt een moment dat zijn voeten opnieuw zullen staan op de Olijfberg. De profeet Zacharia, die circa 500 jaar vóór Christus leefde, voorspelde: "En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die volken, net zoals Hij vroeger gestreden heeft. En Zijn voeten zullen op die dag staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het Oosten; en de Olijfberg zal in tweeën splijten naar het Oosten, en naar het Westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft van de berg zal wijken naar het Noorden, en de helft naar het Zuiden....". `
In zijn profetische redevoering op de Olijfberg, in de week voor zijn lijden, sterven en opstanding, noemde Jezus aardbevingen als een van de tekenen van zijn komst. Enkele grote aardbevingen worden in Openbaring genoemd. Mogelijk staat het splijten van de Olijfberg in verband met de grote aardbeving in Jeruzalem, die wordt voorzegd in Openbaring 11:13 of met de enorme aardbeving in Openbaring 16:18.
Aardbevingen vormen een teken dat in verband staat met de terugkeer van Jezus. Van de 20 sterkste aardbevingen (gemeten op de schaal van Richter), VONDEN ER 7 PLAATS IN DE 21E EEUW . Aardbevingen zijn van alle tijden. Ze worden echter sterker en door de toename van de wereldbevolking neemt hun impact toe. Jezus vergelijkt zijn wederkomst met de geboorte van een kind. De barensweeën worden heftiger, naarmate de geboorte nadert.
De olijfberg, van waaraf Jezus ten hemel voer, was ook de plek van zijn profetische rede. Hij sprak daar van aardbevingen - op verschillende plaatsen, als begin van de weeën. We lezen over die weeën ook in het boek Openbaring. Twee enorme aardbevingen markeren daar een periode van misleiding en vervolging, één aan het begin en één aan het eind . Twee aardbevingen markeren gebeurtenissen in de hemel en één aardbeving markeert de opstanding en opname van de twee getuigen, kort voor de laatste enorme aardbeving.
Aardbevingen gingen gepaard met zijn dood en met zijn opstanding. Ze zullen eveneens gepaard gaan met zijn wederkomst. Israël bevindt zich in een geologisch erg onrustige regio. ISRAËL IS DE LAATSTE 20 JAAR TIEN KEER GETROFFEN DOOR EEN AARDBEVING , waarvan 9 keer in of nabij de Jordaanslenk. Dat heeft te maken met de DE AFRIKAANSE EN DE ARABISCHE PLAAT , die samenkomen in het Jordaandal. Van daaruit loopt er een breuklijn in Westelijke richting, DWARS OVER DE OLIJFBERG (de Palmyra fold belt). IN 1964 WERD DEZE BREUKLIJN IN DE OLIJFBERG ONTDEKT bij de bouw van het Intercontinental Hotel (later genoemd: Seven Arches Hotel). De bouw van dit hotel is toen verplaatst in zuidelijke richting.
De Israëlische krant HAARETZ KOPTE IN FEBRUARI 2019 dat een grote aardbeving in het Zuiden van Israël al honderden jaren overtijd is.
"Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg ... en de Olijfberg zal middendoor splijten..."
70 jaarweken
‘Maar laat de buitenste voorhof van de tempel erbuiten en meet die niet, want die is aan de heidenen gegeven. En zij zullen de heilige stad vertrappen, tweeënveertig maanden lang .'
De Bijbel spreekt op veel plaatsen over 'de tijd van het einde' of 'de laatste dagen'. Die uitdrukkingen slaan op de laatste zeven jaar, waarin twee totalitaire wereldleiders een regime van totale onderdrukking aan de wereld zullen opleggen. In het boek Openbaring worden deze wereldleiders het beest uit de zee en het beest uit de aarde genoemd. Deze periode van zeven jaar vormt de afsluiting van de afgelopen 2500 jaar wereldgeschiedenis. Het kenmerk van die twee en een half millennia wereldgeschiedenis is, dat God zijn wereldbestuur door middel van het volk Israël heeft opgegeven. In plaats daarvan heeft Hij de macht voor vele eeuwen overgegeven aan de heersers uit de volken, niet-Israëlieten. Direct na de overdracht van het Godsbestuur naar de wereldrijken, heeft God in diverse visioenen aan Daniël laten zien hoe de wereld zich in de eeuwen daarna zou ontwikkelen. Een van die profetieën is die van de '70 jaarweken'. Dat zijn 70 perioden van zeven jaar, een profetisch totaalkader van in totaal 490 jaar. Maar hoe verhouden zich die 490 jaar tot de laatste 2500 jaar? Zijn die 490 jaar niet al lang en breed voorbij? Wat staat ons allemaal te wachten?
Er komt een tijd dat Jeruzalem meer dan ooit het centrum van de godsdienstige wereld zal zijn. Activiteiten in de tempel zullen de wereld schokken. Gedurende 42 maanden zullen de voorhof van de tempel en Jeruzalem door de volken overlopen worden. Die 42 maanden vormen de laatste fase van een oude profetie over een periode van 70 jaarweken van zeven jaar, oftewel 490 jaar. Deze profetie is te lezen in Daniël 9 en luidt als volgt:
'Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven.'
'U moet weten en begrijpen: vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken. Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar wel in benauwde tijden. Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn. Een volk van een vorst, die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten. Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed en tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is.'
'Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang. Halverwege de week zal hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden. Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.' (Daniel 9:24-27)
De profetie van Daniël over 70 jaarweken had een belangrijke voorgeschiedenis. Daniël was namelijk overgegaan tot zeer intens gebed omdat hij in de geschriften van zijn tijdgenoot Jeremia de profetie opmerkte over de duur van Israëls ballingschap in Babel:
‘…in het eerste jaar van zijn (Darius) regering, merkte ik, Daniël, in de boeken het aantal jaren op waarover het woord van de HEERE tot de profeet Jeremia gekomen was: zeventig jaar zouden na de verwoesting van Jeruzalem voorbij moeten gaan.
Daniël werd als jongeman in Jeruzalem gevangen genomen en in het jaar 605 voor Christus weggevoerd naar Babel. Hij maakte op latere leeftijd de val van Babel en de overname door de Meden en de Perzen mee. Intussen waren de 70 jaren van Gods belofte zo ongeveer verlopen en Daniël smeekte God om die belofte gestand te doen, op grond van zijn genade. Jeremia had geprofeteerd dat de weggevoerde Israëlieten zeventig jaar naar Babel in ballingschap zouden gaan, en dat Babel dan geoordeeld zou worden en dat het volk daarna zou terugkeren naar hun land.
‘Dan zal heel dit land worden tot een puinhoop, tot een verschrikking. Deze volken zullen de koning van Babel zeventig jaar dienen. Maar het zal gebeuren wanneer de zeventig jaar voorbij zijn, dat Ik de koning van Babel en dat volk – spreekt de HEERE – hun ongerechtigheid zal vergelden, en ook het land van de Chaldeeën en Ik zal dat maken tot eeuwige woestenijen.’
‘Want zo zegt de HEERE: Voorzeker, pas wanneer zeventig jaren in Babel voorbij zijn, zal Ik naar u omzien en over u Mijn goede woord gestand doen, door u terug te brengen naar deze plaats.’
De belofte van terugkeer na 70 jaar is door God op twee verschillende manieren ingelost. Die 70 jaar ballingschap hadden te maken met alle jaren dat het volk de sabbatsjaren niet in acht had genomen. Elke zeven jaar moesten ze het land één jaar laten rusten. Dat hadden ze lange tijd niet gedaan. Gezien de 70 jaren ballingschap waren er dus 70 ‘jaarweken’ oftewel 70 x 7 = 490 jaren van ongehoorzaamheid voorbijgegaan. Mozes had het volk hier in het volk Leviticus al voor gewaarschuwd:
‘Ik zal u dan onder de heidenvolken verstrooien en Ik zal achter u een zwaard trekken. Uw land zal een woestenij worden en uw steden een puinhoop. Dan zal het land behagen scheppen in zijn sabbatsjaren, alle dagen dat het verwoest ligt en u in het land van uw vijanden bent. Dan zal het land rusten en zal het behagen scheppen in zijn sabbatsjaren . Alle dagen dat het verwoest ligt, zal het rusten, omdat het niet rustte gedurende uw sabbatten, toen u het bewoonde.’
En Daniël noemt dit ook meermalen in zijn gebed:
‘Maar heel Israël heeft Uw wet overtreden en is afgeweken door niet te luisteren naar Uw stem. Daarom is over ons de vervloeking en de eed uitgegoten die beschreven is in de wet van Mozes , de dienaar van God, want wij hebben tegen Hem gezondigd.’
‘Zoals het beschreven is in de wet van Mozes, is al dat onheil over ons gekomen.’
Dit raakt de kern van de omwenteling die zich circa 2500 jaar geleden voltrok in de wereldgeschiedenis. Israël was door God bedoeld als een volk van priesters , dat zou bemiddelen tussen God en de rest van de wereld. In plaats daarvan had Israël de wet van de HERE hun God eeuwenlang op alle fronten geschonden. Het volk had zijn God de facto verlaten om vreemde goden te dienen. Daarop verliet God de tempel en het volk en ontnam God aan Israël haar uitzonderlijke positie. Sindsdien is de ark van het verbond spoorloos. De ' tijden der volken ' braken aan, die intussen al 2500 jaar duren. In de Bijbelboeken werden de gebeurtenissen niet langer gerekend naar de regeringsjaren van Israëls koningen maar naar de heerschappij van de heersers van de wereldrijken. Het volk Israël ging in ballingschap onder de regie van het Babylonisch wereldrijk.
Aan de ballingschap zou echter na 70 jaar een einde komen. Terwijl Daniël belijdenis doet over de zonden van zijn volk, ontvangt hij van de engel Gabriël een profetie over een toekomstige serie van 70 jaarweken met als eerste doel ‘om de overtreding te beëindigen’. Na 70 jaarweken van overtreding zijn 70 nieuwe jaarweken nodig om de overtreding te voleindigen en af te schaffen. In totaal zijn er zes doelen die bereikt moeten worden in de 70 jaarweken die zouden komen:
-
De overtreding te beëindigen
-
De zonden te voleindigen
-
De ongerechtigheid te verzoenen
-
Een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen
-
Visioen en profeet te verzegelen
-
De Heiligheid van heiligheden te zalven.
Om goed te begrijpen wat dit betekent, moet bedacht worden dat de profetie van de 70 jaarweken betrekking heeft op het volk Israël. De engel begint de profetie aan Daniël namelijk met: ‘Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad’
Na de 70 jaarweken, dat is 70 x 7 = 490 jaar, zouden er allereerst vier zaken plaatsvinden op het morele vlak voor het volk Israël.
(1) Er zou een einde komen aan de overtreding van het volk Israël, dat wil zeggen dat het volk vanaf dat moment de Gods geboden niet langer voortdurend zullen overtreden.
(2) De zonden van het volk Israël zullen hun toppunt bereikt hebben en vol gemaakt zijn.
(3) Dan zal de ongerechtigheid van het volk Israël bedekt zijn en zal
(4) een eeuwige gerechtigheid tot stand zijn gebracht.
Dit betekent het volgende. De zonde zou het volk volledig moeten doorwoekeren, voordat het open zou staan voor de noodzakelijke vergeving. Elk geloof in eigen waardigheid moest de het volk ontnomen worden. De grondslag van deze volledige doorwoekering van de zonde is (1) dat het volk de eigen Messias verwerpt en (2) een valse Messias accepteert en dat het volk tot slot met hun verkeerde keuze wordt geconfronteerd. Nog sterker zal het geweten van het volk worden geraakt als zij beseffen dat de ware Messias de grondslag legde voor de morele reiniging van het volk op het moment dat het volk Hem verwierp. Hun bekering tot Jezus Christus zal de (3) bedekking van hun ongerechtigheid bewerken omdat Hij op Golgotha (4) een eeuwige gerechtigheid tot stand bracht. Dan zal op het volk van toepassing zijn wat geschreven staat in Zacharia 12 :
'Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.'
De inhoud van die klacht zou heel goed kunnen bestaan uit de woorden van Jesaja 53 :
'Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen,
onze smarten heeft Hij gedragen.
Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde,
door God geslagen en verdrukt.
Maar Hij is om onze overtredingen verwond,
om onze ongerechtigheden verbrijzeld.
De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem,
en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.
Wij dwaalden allen als schapen,
wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg.
Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen
op Hem doen neerkomen.'
(5) Dan is er een profetische doelstelling, die moet worden verwezenlijkt. Het verzegelen van visioen en profeet kan twee dingen betekenen: (1) het vergrendelen of (2) het voorzien van een echtheidszegel. Die laatste betekenis is hier bedoeld: wanneer visioen en profetie werkelijkheid worden, ontvangen ze het echtheidskenmerk.
( 6)Ten slotte is er (6) een rituele doelstelling van zalving met betrekking tot het ‘heilige der heiligen’, dat kan slaan op verschillende attributen van de tempel, zoals het altaar. Echter, de nieuwe tempel en haar attributen zijn nog niet direct aanwezig rond het einde van de 70e jaarweek. Die eindigt namelijk in enorme wereldwijde oordelen van God. Wel is er op dat moment een zwaar verontreinigde tempel vanwege de voorafgaande drie en een half jaar van gruwelijke afgoderij onder regie van het beest uit de aarde . Het ‘zalven van iets allerheiligst’ zal daar zeker niet op slaan. Waar het wel op kan slaan is het gelovige deel van het volk , dat is gelouterd door de grote verdrukking . Zij worden gezalfd met de Heilige Geest, zoals beschreven in Ezechiël en Joël en, zoals we hierboven zagen, in Zacharia . Zo slaan alle zes de doeleinden van de 70 jaarweken op het volk Israël en niet zozeer op stad en heiligdom. Het gaat God ten diepste om het hart van de mens.
De 70 jaarweken van in totaal 490 jaar zijn nog niet verdwenen in de geschiedenis. De 70 jaarweken in de boodschap van de engel worden namelijk gesplitst in 3 groepen: 7 jaarweken, 62 jaarweken en de laatste jaarweek. Die laatste jaarweek is nog toekomstig. De splitsing tussen de eerste twee groepen is niet langer relevant, waarschijnlijk gaat het om het onderscheid tussen de herbouw van de stad en het voortbestaan daarna. In totaal zouden vanaf het bevel tot herbouw van Jeruzalem 69 jaarweken voorbij gaan totdat ‘Messias’, ‘Gezalfde’ of ‘Christus’ zou worden uitgeroeid, 'zonder dat Hij iets had'. De vraag is wat het jaartal was van het bevel tot de herbouw. Daarover is veel verschil van mening.
De boeken van Ezra en Nehemia vermelden vier verschillende "decreten", uitgevaardigd door drie verschillende Perzische vorsten gedurende 93 jaar, die betrekking hebben op de terugkeer van de ballingen en de herbouw van de tempel en de stad. Een daarvan moet het decreet zijn om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen.
538/7 v.Chr.: Cyrus stond de Joden toe terug te keren naar Juda en de tempel te herbouwen (Ezra 1:1-4; vgl. Jesaja 45:1).
Rond 520 v.Chr.: Darius I bevestigde en versnelde de opdracht van Cyrus (Ezra 6:1-12).
457 v.Chr.: Artaxerxes I gaf Ezra een decreet (Ezra 7:12-26) om de autonomie van Juda te herstellen.
445/444 v.Chr.: Artaxerxes I gaf Nehemia toestemming Jeruzalem te herstellen. (Nehemia 1,2)
Het decreet van 458/7 (Ezra 7:12-26), ongeveer 60 jaar nadat de tempel was voltooid, gaf de ballingen toestemming om naar Jeruzalem terug te keren, stelde fondsen beschikbaar voor de ondersteuning van de tempel in Jeruzalem en stelde de tempel en het tempelpersoneel vrij van belasting. Deze decreten verschillen niet van de eerdere decreten. Wat er echter aan werd toegevoegd, is dat het decreet een rechtssysteem op basis van de Thora instelde voor alle Joden in Judea. Dit omvatte de aanstelling van magistraten en rechters om de wet te handhaven. Judea zou aanzienlijke juridische en burgerlijke autonomie genieten onder de overheersende heerschappij van Perzië. Van bijzonder belang is Ezra 7:26:
"Wie de wet van uw God en de wet van de koning niet gehoorzaamt, moet zeker worden gestraft met de dood, verbanning, inbeslagname van bezittingen of gevangenschap."
Op deze manier maakte de Perzische koning de Mozaïsche wet onderdeel van zijn eigen wet en gaf hij de Joden de bevoegdheid om zichzelf te besturen op basis van de wet van God. Het voorzag in een mate van rechterlijke autonomie die sinds de Babylonische verwoesting van Jeruzalem en Judea, ongeveer 130 jaar eerder, onbekend was (Ezra 7:25-26).
In reactie op dit decreet trok Ezra, met een aanzienlijke groep mensen (priesters, Levieten, zangers, poortwachters en tempeldienaren), in het zevende jaar van zijn regering vanuit Babylon in Mesopotamië naar Jeruzalem (Ezra 7:6-7, 11-17). Na een reis van enkele maanden kwamen ze in Jeruzalem aan.
Rekenen we 69 x 7 =483 jaar vanaf het jaar 457/458 voor Christus, dan komen we uit op het jaar 26/27 na Christus, dat is zeer waarschijnlijk het jaar waarin de Heer werd gedoopt. Met de doop van Christus, was het aftellen van de kalender van de 70 jaarweken gestopt na afloop van de 69e week. De 70e jaarweek is opgeschoven naar een onbepaalde toekomst. Christus zou worden verworpen en sindsdien is God iets geheel nieuws begonnen: de vorming van de gemeente van God uit alle volken van de wereld. Zijn bemoeienissen met Israël als volk zijn gestopt en het huis Israël is woest . Gelovige Israëlieten behoren vanaf het kruis bij de Gemeente uit de volken, niet bij Israël. In de gemeente is het onderscheid tussen Jood en Griek opgeheven . Pas bij de start van de 70e en laatste jaarweek hervat God zijn plannen met zijn volk Israël en 'herstelt Hij de vervallen hut van David'.
Hoewel het niet behoort bij de 70 jaarweken, wordt in Daniëls profetie kort stilgestaan bij wat er in die tussenliggende periode (tussen de 69e en de 70e jaarweek) zal gebeuren met ‘het volk en de heilige stad’, waarop de profetie betrekking heeft. Na afloop van de 69e week en de kruisiging van Christus zou het volk van een nog toekomstige vorst de stad en het heiligdom te gronde richten. Dat is ook door Jezus meermalen aangekondigd, namelijk
(1) op palmzondag bij de intocht in Jeruzalem op het ezelsveulen,
(2) bij het verlaten van de tempel in de week daarna en
(3) bij de Olijfbergrede .
Deze verwoesting van Jeruzalem vond 40 jaar later daadwerkelijk plaats in het jaar 70 na Christus onder bevel van Titus. Daarna zou een periode volgen van chaos: ‘overstromende vloed’, ‘tot het einde toe zal er oorlog zijn’ en ‘verwoestingen waartoe vast besloten is’. De geschiedenis van Europa over de afgelopen 2000 jaar is er een van veel strijd en geweld, waarin tegenkrachten elkaar voortdurend bestrijden en een onderstroom van Romeins gezag telkens probeert opnieuw de totale heerschappij te bereiken, vaak vanuit het gezag van de RK Kerk . Het is de geschiedenis van het scharlakenrode beest onder regime van de grote hoer ' Mysterie Babylon ' Maar nog steeds is de laatste week van de kalender van 70 jaarweken niet opgeslagen.
Dan volgt het laatste deel van de profetie, dat lastig te begrijpen is:
‘Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden. Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.’
Ineens start de laatste week van de profetische kalender. Een belangrijke vraag is, wie deze ‘hij’ is, die het verbond zal versterken. Deze 'hij' verwijst terug naar de voorgaande zin: ‘het volk van een vorst die zal komen, zal stad en heiligdom te gronde richten’. Dat is het volk van de Romeinen. De vorst die zal komen is derhalve een Romein. Naar deze vorst wordt terug verwezen in het laatste gedeelte. Er zal een verbond worden gesloten gedurende één week, dat is de laatste jaarweek van 7 jaar, tussen het Romeinse rijk, dat hersteld zal zijn, en het afvallige deel van Israël. Dit verbond wordt in Jesaja een ‘verbond met het dodenrijk en met de dood’ genoemd. Dat het gaat om Israël, is logisch want het gaat om Daniëls volk en heilige stad. Halverwege die laatste periode van 7 jaar, dus na drie en een half jaar, zal 'hij', de Romeinse vorst, een offerdienst doen ophouden en een dienst instellen ter ere van de keizer van het herstelde Romeinse rijk - de president van de VS, wat de laatste erfgenaam is van Rome.
Wij gaan er vanuit dat dit niet in een Joodse tempel maar in een Moskee op de Haram Al Sharif zal plaatsvinden, waarschijnlijk de Al Aqsa. De provocaties van zionisten tegenover de moslimwereld worden vanaf 2020 steeds heftiger. 'De leider van Jeruzalem', in Daniel 11;36-39 'de koning' genoemd trekt met 'zijn god', de 'god der vestingen' (god der Romeinen, de 'keizer' van de VS) op tegen de 'versterkte vestingen (Moskeeën op de Haram Al Sharif). Daarna wordt gesproken over een ‘gruwelijke vleugel’. De betekenis van ‘ gruwel ’ in de Bijbel is een afgod. In plaats van een offerdienst aan God, zal een afgodendienst worden ingevoerd en beschermd (vandaar: vleugel). Deze afgodendienst zal worden gesanctioneerd en ondersteund en een wereldomvattend karakter krijgen door inspanningen van de toekomstige leider van Israël, het beest uit de aarde.
De oprichting van een afgod in de tempel is al eerder in de geschiedenis voorgekomen, namelijk onder de Griekse overheersing van de Seleuciden. Toen was het de Griek Aniochus Epiphanus die in 168 voor Chr. voor precies drie jaar een afgodsbeeld van Zeus in de tempel zette, eveneens in samenwerking met de gehelleniseerde Joden. Ook dat is aan Daniël vooraf verteld. De afgoderij in Jeruzalems tempel zal zich herhalen en drie en een half jaar duren. Samen zijn die perioden ongeveer de 2300 dagen die in Daniel 8 werden voorspeld. De afgoderij beëindigd worden door een ‘verwoester’. Vlak voor de terugkeer van Jezus Christus zal vanuit het Noorden namelijk een vijandelijke macht in Israël huishouden, wat het einde inluidt van het Romeinse rijk en het ongelovige deel van Israël.
De laatste jaarweek is verreweg de zwaarste periode uit de geschiedenis, zowel voor Israël als voor de wereld als geheel. Om die reden heeft God in de Bijbel veel profetieën laten opnemen om de mensen in deze zeven jaar tot steun te zijn en te bewaren voor de enorme misleiding die dan zal rondwaren. Omdat de wereldwijde totalitaire dictatuur zich pas halverwege de laatste jaarweek in volle omvang zal openbaren, gaan alle verwijzingen naar deze periode van 7 jaar over de laatste drie en een half jaar, of 42 maanden of 1260 dagen. We zetten ze hieronder op een rijtje.
(1) Daniël 7:24, 25: 'En de tien hoorns duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen. Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.'
UITLEG: De tien hoorns zijn de naties van Europa die voortkwamen uit het Romeinse rijk en in de eindtijd gedomineerd zouden worden door een elfde hoorn, die alle macht van het beest zou uitoefenen. Deze elfde hoorn groeit in wezen uit tot het beest uit de zee. Hij zal gedurende drie en een half jaar absolute macht ontvangen om wetgeving naar zijn hand te zetten en de getuigen van Jezus te vervolgen. Deze elfde hoorn is de Verenigde staten van Amerika, de laatste erfgenaam van Rome.
(2) Daniël 9:27 'Hij zal voor velen het verbond versterken (of zwaar maken), één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden. Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.'
UITLEG: Het beest uit de zee, dat is het VS-wereldrijk, zal een reeds bestaand verbond gedurende de laatste zeven jaar voor Jezus terugkeer 'versterken' of 'zwaar maken' voor velen. Omdat de profetie over het volk Israel gaat moeten we kijken naar de gebeurtenissen die daar plaatsvinden. Wat opvalt is dat sinds 1917 door het Westen een overeenkomst is gesloten (de Balfour Declaration) met machtige Joodse bankiers over het land Israel (Rothschild), een overeenkomst die er in ongeveer een eeuw toe geleid heeft dat de oorspronkelijke bevolking, de Palestijnen, massaal van hun land en bezittingen zijn bestolen zijn, gedood, zijn verjaagd zijn en in vluchtelingenkampen zijn opgesloten. Sinds kort (October 2023) is hun situatie enorm verder verslechterd. Er is letterlijk een genocide aan de gang die zijn weerga niet kent. Deze zogenaamde Palestijnen zijn weliswaar grotendeels moslims maar hebben genetisch sterkere banden met het oude Israel dan degenen die hen naar het leven staan. De directe aanslag op het volk wordt uitgevoerd door wat zich 'Israel' noemt maar gezien de vruchten een synagoge van satan is, waarvoor de Heer de gemeente van Philadelphia heeft gewaarschuwd, de fase in de kerkgeschiedenis waarin het zogenaamde zionisme opkwam. Op de achtergrond wordt de genocide gefinancierd en beschermd door het wereldrijk met daarachter weer de draak, de satan, de mensenmoordenaar vanaf het begin. Wanneer begon het 'zwaar maken van het verbond'? In October 2023 was de verzwaarde onderdrukking van de Palestijnen al aan de gang. Die begon met de extreem religieus rechtse regering van Netanyahu op 29 december 2029.
Halverwege de periode van 'verzwaring van het verbond voor velen' zal een eredienst van offeranden in een heiligdom te Jeruzalem worden beëindigd en worden vervangen door afgoderij van het beest - volgens Daniel 11:39 en 2 Thessalonicenzen 2:3,4 de verering van 'de keizer van het herstelde Romeinse rijk', wat zou neerkomen op goddelijk eerbetoon aan de president van de Verenigde Staten. Een derde tussentempel komt er niet. De VS zou nimmer de religieuze Joden in Jeruzalem voor het hoofd stoten. De VS en Israel zijn de beste vrienden en beide onderdeel van dezelfde partij, die van de duivel. En ja, ook de Islam heeft een offerdienst met dierenoffers, eens in het jaar in hun twaalfde maand. In 2026 loopt deze van 18 mei tot 15 juni, terwijl wij de gruwel der verwoesting op 9 juni in de sterren zien staan. Deze provocatie lokt een militaire inval uit vanuit Moslimlanden in het Zuiden (Egypte) en Noorden (Iran), waarna de derde wereldoorlog de macht volledig in handen geeft van het beest uit de zee, de Verenigde Staten van Amerika. Omdat de afgoderij een wereldoorlog uitlokt wordt gesproken van een 'gruwel die verwoesting brengt' of kortweg van 'de gruwel der verwoesting' (Matheus 24:15)
Volgens Daniel 11:40-45 zal de 'koning van het Noorden' (Iran) verslagen worden, wat de VS de macht in het Midden Oosten verschaft en van daaruit over de gehele wereld. Maar daarmee is 'de verwoesting' nog niet voorbij want Daniel spreekt over 'verwoesting tot aan de voleinding die uitgegoten zal worden op de verwoeste'. Dat zou een dubbele verwoesting betekenen. De eerste verwoesting door de koning van het Noorden (Iran) en dan opnieuw een verwoesting van wat woest is door de Heer Zelf, wanneer Hij alle vijanden verslaat, die zich rond Jeruzalem hebben verschanst.
(3) Daniël 12:7: 'Toen hoorde ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft , wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen.'
UITLEG: Na drie en een half jaar zal God Zelf, samen met de getrouwen onder zijn volk, een einde maken aan de macht van het beest uit de zee, het wereldrijk dat erop gericht is het volk Israël te vernietigen. De reden voor de enorme troepenverplaatsingen naar het Midden Oosten na afloop van de grote verdrukking is de macht over het controlecentrum van het wereldrijk weer veilig te stellen. De vijfde schaal van de zeven schalen wordt uitgegoten op de troon van het beest en verduistert zijn koninkrijk. Dat zou wel eens een inval kunnen zijn door de Palestijnen, die wonderlijk gered waren door de Heer en die dit moment hebben afgewacht om in actie te komen en de centrale aansturing van de wereldmacht van het beest door middel van 'het beeld van het beest', de digitale kopie van het wereldrijk, vernietigen en de wereld 'in het duister' zetten - het wereldwijde transactiesysteem slaat op tilt.
(4) Daniël 12:11,12 'Van de tijd af dat het steeds terugkerende offer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen. Welzalig is hij die blijft verwachten en duizend driehonderdvijfendertig dagen bereikt.'
UITLEG: De 1260 dagen lopen tot het eind van de grote verdrukking, tot de vijfde schaal, de verduistering van het koninkrijk van het beest. Daarna verlopen er nog 30 maanden van felle strijd om Jeruzalem tot aan de zevende schaal en de terugkeer van de Heer. Dan zijn het nog 45 dagen voordat alle onheil geweken is want de grootste verwoestingen op aarde worden aangericht door de zevende schaal en het zwaard uit de mond van de Heer. De zevende schaal betekent verwoesting van alle steden van het grote Babylon (overal waar het beest werd gediend) en het verdwijnen van bergen en eilanden.
(5) Openbaring 11:1, 2 En mij werd een meetlat gegeven, die op een staf leek. En de engel was erbij komen staan en zei: Sta op en meet de tempel van God, het altaar en hen die daarin aanbidden. Maar laat de buitenste voorhof van de tempel erbuiten en meet die niet, want die is aan de heidenen gegeven. En zij zullen de heilige stad vertrappen, tweeënveertig maanden lang. UITLEG: In de Bijbel kan het meten van een object te maken hebben met bewaring of met vernietiging. Hier gaat het om bewaring want er staat: 'meet die niet ... en zij zullen de heilige stad vertrappen.' Gedurende de tweede helft van de laatste zeven jaar zal Jeruzalem 42 maanden lang (drie en een half jaar) overlopen worden en het toonbeeld zijn van wereldwijde afgoderij en vervolgens vernietiging. Degenen die zich in de tempel bevinden worden in die tijd door God beschermd.
(6) Openbaring 11:3 'En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen, in rouwkleding gekleed, twaalfhonderdzestig dagen lang profeteren.
UITLEG: Gedurende de heerschappij van het beest uit de zee, zullen in de tempel van Jeruzalem twee getuigen voor twaalfhonderdzestig dagen profeteren. Zij waarschuwen de mensen voor de terugkeer van Jezus Christus en de consequenties voor hen die het teken van het beest accepteren. Mogelijk beginnen zij reeds kort voor de start van de laatste halve jaarweek omdat ze kort voor het einde daarvan door het beest uit de zee worden gedood en hun lijken dan drie en een halve dag op straat liggen.'
(7) Openbaring 12:13 'En zodra de draak zag dat hij op de aarde was neergeworpen, ging hij de vrouw vervolgen die het mannelijke Kind gebaard had. En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd , buiten het gezicht van de slang.'
UITLEG: De vrouw is een beeld van het volk Israël waaruit de lang verwachte Messias voortkomt. De zevenkoppige draak (de duivel) heeft de afgelopen 2500 jaar in zeven (deel-)rijken het volk Israël belaagd en staat klaar om het kind te verslinden. Nadat het kind is weggeruk naar God en zijn troon wordt het volk Israël opnieuw vervolgd. Niet de tweede wereldoorlog maar de toekomstige grote verdrukking van drie en een half jaar bedreigt het voortbestaan van Israël. Dit volk is namelijk het kanaal van Gods plannen en zegen met de wereld.
(8) Openbaring 13:5 En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen.
UITLEG: Hier vinden we het beest uit de zee, dat drie en een half jaar lang de macht krijgt om door middel van een groot conflict de wereldmacht over te nemen en vervolgens een wereldwijde godslasterlijke afgoderij in te voeren en de getuigen van Jezus tot de dood toe te vervolgen.
De uitdrukkingen 'twaalhonderdzestig dagen' en 'tijd, tijden en een halve tijd' staan in verband met het volk Israël en de getuigen van Jezus. De uitdrukking 'tweeënveertig maanden' slaat op de tegenstanders van Gods volk.
Argumenten voor de nog toekomstige 70e jaarweek
'En hij zal het verbond met velen bekrachtigen, een week lang, en op de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden en op een vleugel van gruwelen zal hij verwoesting brengen, en wel tot aan de voleiding toe en waartoe vastbesloten is, zal zich uitstorten over wat woest is.' (Daniël 9:27)
De opvatting van een toekomstige 70e jaarweek ligt onder vuur. Daniël 9:27 is een belangrijke steen in het profetisch kader, dat ons door God is geschonken. De tegenstander probeert die steen er tussenuit te halen om het profetisch bouwwerk aan het wankelen te brengen en zo het zicht op de toekomst te vertroebelen.
De opvatting als zou de 70e jaarweek reeds gepasseerd zijn met de zeven jaar, waarvan het Christus' kruis het middelpunt vormde en waarbij de tekst zou slaan op het verzoeningswerk van Christus, is gemakkelijk te weerleggen. Hieronder volgen 8 argumenten op grond waarvan deze opvatting op historische en Schriftuurlijke gronden van de hand moet worden gewezen.
(1) De ‘hij’ in Daniël 9:27 slaat terug op de laatst genoemde persoon, dat is niet de Messias (die wordt genoemd in het begin van Daniël 9:26) maar ‘de vorst die komen zal’ (die daarna wordt genoemd, halverwege Daniël 9:26).
(2) De interpretatie van Daniël 9:27 als kruiswerk van Christus past totaal niet in de volgorde waarin de gebeurtenissen worden weergegeven. Die volgorde is: (a) De Messias wordt uitgeroeid zonder dat er iets tegen Hem is (dat gebeurde rond het jaar 30) (b) Het volk van een nog komende vorst zal stad en heiligdom te gronde richten (dat gebeurde rond het jaar 70 AD) (c) Tot het einde toe zal er strijd en verwoesting zijn (dat gebeurde de afgelopen 1900 jaar). Daarna volgt ‘...en hij zal het verbond voor velen bekrachtigen, een week lang…’ Dat zou dan ineens weer over het moment van het uitroeien van de Messias gaan (het kruiswerk), dat derhalve twee keer zou worden genoemd. En dat terwijl de engel een telegramstijl hanteert met een strikt chronologische volgorde. Een dergelijke interpretatie gaat in tegen alle regels van tekst-uitleg en is exegetisch niet te verantwoorden.
(3) De interpretatie van Daniël 9:27 ‘...en op de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden…’ klopt niet met de historische gang van zaken. Met het kruiswerk van de Heer Jezus kwam er helemaal geen einde aan de Joodse offerdienst. Die eindigde pas 40 jaar later, in het jaar 70 AD, toen de Romeinse legioenen de stad en de tempel verwoestten.
(4) Uit niets blijkt dat Daniël 9:27 zou gaan om het brengen van een offer. Integendeel, de tekst gaat over het doen ophouden van offers. Dat is totaal iets anders dan dat het kruiswerk van Christus de offerdienst overbodig maakt, zoals de brief aan de Hebreeën stelt. De Hebreeënbrief heeft helemaal niets met Daniël 9:27 te maken en wordt er alleen bijgesleept om een eigenmachtige uitleg goed te praten. Dat gebeurt ook met teksten uit Lukas en Handelingen. Voorstanders van een vervulling van de 70e jaarweek rond de kruisiging in de eerste eeuw baseren hun uitleg niet op het lezen van Daniël 9:27 maar uitsluitend op inlegkunde vanuit het Nieuwe Testament.
(5) De interpretatie van Daniël 9:27 ‘...en hij zal het verbond met velen bekrachtigen…’ als ‘Christus die het nieuwe verbond sluit’, slaat nergens op. Christus bekrachtigt geen bestaand verbond maar zegt bij de broodbreking: ‘...dit is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor velen vergoten wordt’. Let wel, Christus zegt niet dat Hij een bestaand verbond bekrachtigt, nee Hij stelt een nieuw verbond in. En Christus zegt ook niet dat Hij dat nieuwe verbond sluit ‘met velen’ maar dat zijn bloed ‘voor velen’ vergoten wordt. Dat is iets heel anders. Volgens Hebreeën 8:8-10 wordt het nieuwe verbond uitsluitend gesloten met het huis van Israël.
(6) De teksten vanuit het Nieuwe Testament die overduidelijk wijzen op een nog toekomstige vervulling van de 70e jaarweek, worden door de voorstanders van een vervulling in de eerste eeuw glashard genegeerd.
(a) De Heer Jezus zegt in Mattheus 24:15-21: ‘Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen….Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.’ Een dergelijke vlucht van het volk naar aanleiding van een afgod in de tempel, gevolgd door een onvergelijkbaar grote verdrukking, is nog nimmer voorgekomen. Toen de Romeinen de tempel hadden bereikt en in brand staken, in het jaar 70 AD, had het al jaren lang geen zin meer om nog te vluchten want de legioenen hadden de stad reeds drie jaar lang belegerd en uitgehongerd en honderdduizenden Joden waren reeds gestorven. Men zou kunnen stellen dat het tempelgebeuren in het jaar 70 AD VOLGDE op de verdrukking terwijl het tempelgebeuren in de toekomstige 70e week van Daniël VOORAF ZAL GAAN aan de verdrukking. De Heer Jezus verwijst Zelf nota bene naar deze tekst, Daniël 9:27, waar inderdaad sprake is van ‘een vleugel van gruwelen die verwoesting brengt’ als sein om Judea te ontvluchten.
(b) In openbaring 12:13, 14 lezen we: ‘En zodra de draak zag dat hij op de aarde was neergeworpen, ging hij de vrouw vervolgen die het mannelijke Kind gebaard had. En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd (3,5 jaar), buiten het gezicht van de slang.’ Hier hebben we de vlucht naar de woestijn van ‘hen die in Judea zijn’ (de gelovige Joden, voorgesteld als de vrouw). Dat gebeurt ‘op het helft van de week, als het dagelijks offer wordt gestaakt’.
(c) Er zijn maar liefst vijf tijdsaanduidingen in Openbaring 11, 12 en 13, die precies overeenkomen met de laatste helft van de 70e week van Daniël 9:27, namelijk ‘tijd, tijden en een halve tijd’ (Openbaring 12:14), 1260 dagen (Openbaring 12:6) – linking pin met – Openbaring 11:3, een tekst die aangeeft dat die tijd overeenkomt met 42 maanden – Openbaring 11:2 en dus ook met Openbaring 13:5. Het is de 3,5 jaar durende ‘grote verdrukking’, waarin het beest uit de zee macht zal ontvangen wereldwijd als dictator te heersen over alle natiën.
(7) Er staan drie acties vermeld van de ‘hij’ uit Daniël 9:27, die geen van drieën van toepassing zijn op de Heer Jezus: (1) Hij zal het verbond bekrachtigen met velen (Jezus telde een nieuw verbond in, dat alleen werd gesloten met het huis van Israël), (2) hij zal ‘halverwege de week’ het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden (Jezus heeft geen einde gemaakt aan de offerdienst van de Joden, dat deden de Romeinen in het jaar 70 AD) en (3) hij zal op een vleugel van gruwelen verwoesting brengen (de Heer Jezus heeft geen vleugel van gruwelen gebracht, die door God met totale verwoesting zal worden bestraft – dat doet de antichrist in de toekomstige 70e jaarweek).
(8) Zij die in de verwoesting van Daniël 9:27 de vernietiging van Jeruzalem door Romeinse legioenen zien, negeren het feit dat er staat 'en wel tot aan de voleinding'. Na de verstrooiing van de Joden over het rijk in 130 AD liep de geschiedenis gewoon door en was er helemaal geen 'voleinding'. De 'voleinding' is nog steeds toekomstig en vindt pas plaats bij de terugkeer van Jezus Christus (Mattheus 24:3).
Wie de tekst goed leest en de historische context kent, begrijpt dat er geen enkele grond is voor de interpretatie van de 70e week van Daniël als vervuld in het kruiswerk van Christus. De tekst slaat op de antichrist en ABSOLUUT NIET op Jezus Christus.